Nederlands vergeten oorlogen – de Schoonse Oorlog
Nederlands Vergeten oorlogen omvatten vaak bizarre conflicten en betrokkenheid bij grotere verbanden. De Schoonse Oorlog is een voorbeeld van dat laatste.
Het is niet verrassend dat de Schoonse Oorlog in Nederland vrijwel volledig vergeten is. Niet alleen was het een relatief onbelangrijk zijtoneel van de Frans-Nederlandse oorlog (in het moderne Nederlandse geschiedenisonderwijs beter bekend als de 3e Engelse Oorlog, of: het Rampjaar, waarbij Nederland met zowel Frankrijk, Engeland, Keulen en Múnster tegelijk in oorlog raakte). Maar de Nederlandse betrokkenheid bij de Schoonse Oorlog was meer de aanleiding ervan dan een gevolg van grote betrokkenheid. De Republiek was wel betrokken bij een aantal van de eerste zeegevechten, maar bemoeide zich verder niet met de strijd te land.
Het ontstaan van de betrokkenheid bij deze oorlog lag in de Triple Alliantie die de Republiek in 1668 vormde met Engeland en Zweden tegen Frankrijk. De Franse koning Lodewijk XIV was toen al driftig bezig met het verzamelen van tegenstanders van de Republiek in de coalitie, die in 1672 (Rampjaar) ter land en ter zee de Republiek attaqueerde. Het nut van Zweden was niet alleen dat dat land uit de coalitie met de Nederlanders werd weggekocht, maar bovendien zou de Zweedse dominantie in de Oostzee het Nederland bemoeilijken de graanhandel op de Oostzee (de Moedernegotie) gaande te houden als Zweden zich daar tegen inzette.
Met een 17e-eeuwse voorafschaduwing van wat coalitiesystemen doen (bedenk wat de Eerste Wereldoorlog tot gevolg had), had de verandering van front door Zweden tot gevolg dat de Republiek zich verbond met de klassieke Zweedse vijand Denemarken (in personele unie met Noorwegen) en een nieuwe als Brandenburg (het later tot Pruisen uitgegroeide Noord Duitse keurvorstendom dat tijdens de Dertigjarige oorlog al opgang maakte.) Brandenburg raakte in 1674 al met Zweden in oorlog, maar de vrij jonge Deense koning Christiaan V aarzelde aanvankelijk nog.
Na een stevige Zweedse nederlaag tegen Brandenburg besloten echter ook de Denen tot een invasie in Zweden, dat aanvankelijk volledig onder de voet gelopen werd. De Republiek had op dat moment het Rampjaar al overleefd, en de maritieme Engels-Franse aanvallen op de Hollandse kusten afgeslagen. Er was derhalve ruimte voor vlootsteun aan Denemarken. Zweden was dertig jaar eerder met hulp van de Republiek de dominante macht in de Oostzee (ipv Denemarken) geworden, en de Deense vloot stelde in 1675 eigenlijk weinig voor.
Samen met Nederlandse vlooteenheden bleek de Zweedse vloot voor de Denen echter geen partij. Na een eerste kleine overwinning bij Bornholm, werd door de te laat gearriveerde Nederlandse admiraal Cornelis Tromp (die het algemene commando direct overnam) prompt de achtervolging van de vluchtende Zweden ingezet, en dat leidde tot de Slag bij Öland op 11 juni 1676. Op niet onfortuinlijke wijze werd dit een grote overwinning:
Op het moment dat beide vloten zich opstelden voor de slag kregen de Zweden te maken met een ramp. Het Zweedse vlaggenschip de Stora Kronan kapseisde en explodeerde, waarschijnlijk omdat een lantaarn van zijn haak viel en de kruitvoorraad liet ontploffen. De Zweedse admiraal Lorentz Creutz en circa 750 van de 800 bemanningsleden kwamen om.
Daarna was Nederlandse assistentie nauwelijks nog nodig:
Aan Zweedse zijde gingen elf schepen verloren en drie- tot vierduizend mannen, de Denen en Nederlanders verloren slechts enkele honderden mannen en geen enkel schip. Na de slag hadden de Zweden hun controle over de Oostzee volledig verloren en konden de Denen overgaan tot een invasie van Skåneland.
Wat een jaar later bevestigd werd door een nieuwe Deense overwinning in de Slag in de Baai van Køge (1677) vlak bij Kopenhagen. De Deense dominantie ter zee maakte ook dat Zweden niet in staat was Brandenburg nog goed partij te geven op Duitse bodem. De Nederlandse bemoeienis lijkt na 1676 al te zijn beëindigd vanwege overbodigheid.
Het vredesverdrag dat resulteerde was voor de Republiek niet ongunstig, maar voor Denemarken-Noorwegen een teleurstelling: men sprak onder grote Franse druk in 1679 in Fontainebleau af, terug te keren op de territoriale uitgangspunten van 1674.
Eerdere afleveringen van deze onregelmatig verschijnende serie over Nederlands vergeten oorlogen vindt u hier.
En ik1960 bevind mij iedere dag nog in zulke gestoorde zaken als een oorlog!
Laten wij ons in godsnaam wel tot de tegenwoordige tijd bepalen EN in plaats van new news
Ik voel mij voortdurend in een staat van oorlog. oorlog met de alles verpestende overheid, oorlog met de mij vijandige islamitische horden die nederland en de rest van europa binnen stromen. In staat van oorlog met de valse europse unie die het met mij als nederlandse burger zeer slecht voor heeft. Ik ben in een voortdurende staat alertheid wat mij als burger van dit klote land nou weer boven het hoofd hangt, zoals huurverhoging, algemene belastingverhoging, gemeentelijke belastingverhoging, waterrschapslasten, provinciale belasting en nu ook nog een eu.belasting. Resumerend stel ik dat de overheid (of wat daarvoor doorgaat) , mij als burger van dit land, de totale oorlog heeft verklaard. Helaas sta ik als ongewapende, tandenloze burger tegenover een niets ontziende, tot de tanden gewapende overheid, die 24 uur per dag op het moment wacht om mij wederom een loer te draaien. Fijn land. Helaas vluchten kan niet meer, ik kan nergens naar toe. Ik ben verdoemd om nederlander te blijven, helaas. Sommigen mensen vluchten in de geschiedenis omdat ze de tegenwoordige tijd niet aan kunnen.