De identiteit van een gemeenschap
De identiteit van een gemeenschap is in de moderne westerse samenleving nog niet zo eenvoudig te benoemen, zo laat Toon Kasdorp zien.
Op 15 juli 2013 werd een serie TV uitzendingen afgesloten die de identiteit van Nederland tot onderwerp hadden. Ik heb een paar afleveringen ervan gezien en wat mij opviel was dat in geen van die uitzendingen duidelijk werd wat men precies onder Nederland of – in die ene uitzending die over Europa ging – onder de EU verstond. Wat dat laatste betreft valt dat niemand kwalijk te nemen. We weten geen van allen wat we onder Europa moeten verstaan. We bedoelen niet het geografische begrip, maar wat wel? Dat kwam er ook deze keer niet uit.
Onder Nederland verstonden de filosofen geloof ik de Staat der Nederlanden of het Koninkrijk der Nederlanden. Dat zijn staatkundige begrippen. Ook had men het wel over Nederland als economische of culturele eenheid, maar niet over wat Nederland eigenlijk is: het Nederlandse volk dat woont in het Nederlandse territorium en dat een eigen organisatie heeft die er voor zorgt dat dit volk overleeft zodat het niet alleen een heden en verleden heeft maar ook een toekomst. Een biologische entiteit, vergelijkbaar met, maar veel complexer dan een koraalrif of een oerwoud. Om te zien wat de identiteit is van een volk, kunnen we misschien het beste terug gaan naar de Romeinse tijd.
Als aspect van de samenleving had men in de klassieke tijd een functie die aangeduid werd met een duidelijke term: de Res Publica. De Res Publica bestond uit de stad Rome en omgeving, haar openbare leven, haar instituten en de burgers die daar invulling aan gaven. Die hadden als privé persoon hun eigen woning in de stad en een boerderij of een villa buiten. De personen die met die burger die huizen bewoonden vormden zijn familia. Zo’n familia bestond uit vader, moeder, kinderen en dienstpersoneel. Samen zorgden ze voor elkaars levensonderhoud. Maar de burger (pater familias) speelde daarnaast een rol in de Res Publica, in het openbare leven van Rome. Zijn familia niet.
Res Publica of ‘republiek’ was niet de regeringsvorm of de staat. Het was het woord voor het openbare leven, waarvoor alle burgers van een stad gezamenlijk verantwoordelijk waren. Res Publica stond tegen over de familia, de privésfeer, die alleen de mensen afzonderlijk aanging. De Res Publica was wat de identiteit van de stad Rome bepaalde
Het verdwijnen van de Republiek, nadat alle macht in handen was gekomen van de princeps, betekende dat op het openbare leven een ernstige aanslag was gepleegd. Naar de vorm bleven senaat en de andere publieke functies uit een vorige tijd wel bestaan, maar de Romeinen wisten het maar al te goed: niet op het Forum of in de Senaat worden de zaken meer beslist, maar in de kanselarij van de keizer, door zijn vrijgelatenen en gunstelingen. Niet meer door de vrije burgers van de stad.
Het begrip openbare leven is tegenwoordig tegelijk ruimer en enger dan het vroeger was. De Romeinse Republiek en veel andere steden in het Middellandse Zeegebied hadden een publieke ruimte waar iedereen die voor zich zelf kon zorgen aan mee kon doen. Die vrijheid gold niet voor de minderjarigen, voor vreemdelingen, slaven of vrouwen. Alleen wie zich zelf kon handhaven en door de anderen als vrije medeburger werd erkend deed mee. De Res Publica werd door iedereen die er deel van uit maakte ervaren als de ideale vorm van leven. Hij komt waarschijnlijk het meest overeen met de manier van leven waarvoor onze genen ons hebben geprogrammeerd.
De Oosterse grote rijken, waar iedereen onderworpen was aan een priesterkoning, de basileus of farao, zag men als het verwerpelijke alternatief, de tirannie. De machtsovername door de Caesaren werd in Rome gezien als de terugkeer van de tirannie, het koningschap, zoals men zich dat van Tarquinius Superbus herinnerde, uit de Etruskische tijd.
Wij hebben tegenwoordig een economisch leven dat onderdeel is van het publieke leven. Dat staat naast een politiek leven waarin de meeste mensen maar matig zijn geïnteresseerd. Niemand meent tegenwoordig nog echt dat zijn leven afhankelijk is van de kwaliteit van zijn regering of van het parlement. Wel van het feit of hij een baan heeft en of de economie hem in staat zal stellen zijn kinderen de opvoeding te geven die ze nodig hebben en om hemzelf een rustige oude dag te garanderen.
Het private leven in de familia was van een heel andere aard dan ons tegenwoordige privéleven. Dat maakt die twee fases van de westerse samenleving zo moeilijk vergelijkbaar. Maar wat het publieke leven en dus de identiteit was van de gemeenschap was in de Oudheid veel gemakkelijker waar te nemen dan tegenwoordig.
- Keizer is een term die pas later ontstond door de gewoonte van iedere princeps om de familienaam aan te nemen van het Huis Julius, met de cognomen Caesar.
Dit artikel over de identiteit van een gemeenschap verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp.
De Nederlandse volksaard is doorgaans nuchter, zuinig en (godsdienst-)kritisch. De afgelopen 10 a 15 jaar is er heel wat gepasseerd dat eerder het tegendeel is. Back to the roots. Moet toch niet al te moeilijk zijn.