Identiteitspolitiek is een equivalent van micronationalisme
Het lezen van de bundel Diversiteit, identiteitspolitiek en de culture wars van Cliteur en Pierik biedt inkijkjes voor verdere gedachten over identiteitspolitiek en diversiteit.
De recensie zaterdag van het boek hier op VoL bevordert dat. Dat identiteitspolitiek een ietwat hysterische manier van denken is – vanuit een liberale maatschappij bezien – zou op zich al een debunking van het concept in moeten houden. Maar als je er verder over nadenkt is dat niet meer dan een begin. Zonder het concreet te benoemen zie je dat Paul Cliteur lont ruikt, maar hij stelt:
Hoewel de idealen achter de identiteitspolitiek sympathiek zijn (de emancipatie van groepen burgers uit een situatie van achterstelling) (…)
Is die identiteitspolitiek wel zo gunstig? Hebben de groepen in wier naam die politiek wordt bedreven wel belang bij identiteitspolitiek?
In vogelvlucht stipt hij hier precies het proces aan dat veel van die groepjes uiteindelijk fataal zal worden. Gestript tot eenvormigheid (micronationalistisch) gaat het hier om zeer kleine groepjes, die in plaats van zich in te passen bij een bestaand groter geheel, zich gaan inzetten voor de destructie van dat grotere geheel. Dit in de hoop in later tijden via gevormde coalities een betere positie te verwerven binnen het nieuwe grotere geheel dat dan moet worden gevormd.
Dat dat grotere geheel zich mettertijd vormen gaat is onvermijdelijk, zo werken de beschaving, de mens en de menselijke natuur. Maar in hoeverre de bestaande vrijheden en acceptatie die nu genoten worden zich in een dergelijke nieuw geheel zullen bestendigen is niet meer dan een gok. In het geval van de LHBTI-groepen is het zelfs een gok met zeer slechte kansen, omdat de geschiedenis uitwijst dat na revolutionaire perioden zonder uitzondering perioden van (gedeeltelijk) herstel van oudere waarden plaatsvinden, waarbij een zekere vorm van puritanisme eerder regel dan uitzondering is. Dat de gevormde micronationalistische groepen in staat zullen blijken zonder de steun van de rest van hun coalitie (waarmee de bestaande orde omver geworpen werd) overeind kunnen blijven is hoogst onwaarschijnlijk.
Mutatis mutandis zal dat gelden voor veel groepen uit de revolutionaire coalitie van het identiteitsdenken indien die een bestaande orde omver weet te werpen. Uiteindelijk is de groep die veruit de grootste minderheidsgroep vormde de enige die een redelijke kans heeft de aanstaande nieuwe orde te scheppen of grotendeels te bepalen. Dat zal veel van de kleinere micronationalistische groepjes voor vervelende verrassingen plaatsen, als men er achter komt dat de onderlinge verschillen in de heterogene coalitie van het identiteitsdenken groter waren dan die met de omver geworpen orde die na de revolutie haar definitieve vervanging zal beleven.
Let wel: ook de bestaande orde is een resultaat van diverse coalities die ooit gezamenlijk compromissen bereikten. Maar met een omwenteling vervallen al die ooit gemaakte afspraken onvermijdelijk.
Evenzo is het naïef te veronderstellen dat diversiteit na het verdwijnen van de bestaande orde lang in stand zal blijven als die bestaande orde voldoende overtuigend zal zijn gedesintegreerd. Samenstellende delen zullen dan nog slechts nieuwe onderdelen van die diversiteit omvatten.
Om die reden zou dit voor waarlijk kleine belangengroepjes een hoofdreden moeten zijn een bestaande brede liberale maatschappelijke orde te verdedigen. Want optische verbeteringen zullen nooit blijvend kunnen zijn, en na enige tijd juist eerder een terugval naar een minder vrije maatschappij helpen afdwingen.
Hoe die nieuwe orde er uit zou zien? De demografische cijfers van dit moment stemmen wat dat betreft weinig optimistisch.
Het streven van micronationalistische groepjes is door de gebrekkige blik naar buiten èn de toekomst, binnen een zeer uiteenlopende coalitie daarom voor hemzelf een groter risico dan eventueel toekomstig gewin kan rechtvaardigen.
Zeer verhelderend, maar ik vrees dat het wat betreft de intersectionalisten, tegen dovemansoren is gericht