Verkeer, burger en overheid
De discussie over de begrenzing van de snelheid op autowegen in verband met de verkeersveiligheid, laat een belangrijk facet buiten aanmerking. Dat is het grote belang dat men moet hechten aan een gelijkmatige snelheid in het verkeer.
Het blijkt in de praktijk veel belangrijker dat iedereen dezelfde snelheid aanhoudt en zo veel mogelijk op dezelfde baan blijft dan wat precies die gemeenschappelijke snelheid is.
In Amerika waar vrijwel overal 60 mijl of honderd kilometer per uur wordt gereden is het verkeersbeeld rustiger en gemiddeld ook veel veiliger dan hier. Dat hangt onder meer samen met de regel dat men elkaar daar rechts mag inhalen als men daarbij in dezelfde baan blijft. Amerika heeft wel meer regels die we hier profijtelijk en zonder uitvoeringskosten zouden kunnen overnemen. Zoals de regel dat je bij rood licht wel rechtsaf mag, zolang dat het overige verkeer maar niet hindert. Een gelijkmatige en tegelijk zo snel mogelijke afwerking van het verkeersaanbod is in het belang van iedereen, van de reiziger, van de overheid die toeziet op het verkeer en ook van de milieukundige die de uitstoot wil minimaliseren.
Een paar jaar geleden stond er een artikel van Sander Heijne in de Volkskrant, waarin hij vertelde te hebben uitgevonden dat de ambtenaren van V&W het verkeerde rekenmodel hadden gebruikt om de hoeveelheid fijnstof te meten op de A10-West. Per ongeluk of expres, dat wist hij niet helemaal zeker, maar omdat de minister van de verkeerde partij was zou wel expres geweest zijn.
Ik denk dat de minister van niets wist, maar dat het hier om het soort fout gaat dat in de overheid dagelijks voorkomt. Willen we die voorkomen dan zouden we overheid heel anders moeten gaan organiseren. Dat zou zeker de moeite waard zijn, maar we komen er niet aan toe want we hebben het te druk met andere dingen; met formeren bijvoorbeeld, zes keer in de tien jaar.
Maar een aparte afdeling van de Rekenkamer waar men zich bezig zou houden met het bedenken van middelen om het functioneren van de overheid te optimaliseren zou zeker een goed idee zijn. Vooral als je als burger bij die afdeling tegelijk ook je klachten in kon dienen.
Dit artikel verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp
Ongelukken gebeuren primair door niet opletten, en geen voorrang verlenen, niet door hard rijden.
Al dan niet mobiel flitsen, trajectcontroles, het heeft allemaal niets met veiligheid van doen, maar enkel met het vullen van de staatskas.
Snelheidscontroles vinden altijd plaats op locaties (en tijden) waar een beetje te hard rijden geen kwaad kan, nooit op plaatsen waar hard rijden echt gevaarlijk is.
Want op plaatsen waar hard rijden echt gevaarlijk is doen de meeste mensen dat niet, en dan heeft de staatskas niets aan zo’n controle.
Het overgrote merendeel der ongelukken waarbij lichamelijk letsel te betreuren valt gebeuren binnen de bebouwde kom, bij wettelijk toegestane snelheden.
En in de meeste gevallen zijn de getroffenen voetgangers of fietsers, die niet opletten, zich niet aan de regels houden, en zelfs de regels vaak geeneens kennen.
En de overheid stimuleert dit door onveilige verkeerssituaties te creëren, en onvoorzichtig gedrag van voetgangers en (vooral) fietsers te stimuleren.
Waarna diezelfde overheid de slachtoffers van haar beleid als excuus gebruikt om nog meer te gaan flitsen; kassa.
Daarbij kan een politieagent natuurlijk ook maar op één plaats tegelijk zijn.
Al die tijd die hij/zij zich met snelheidscontroles bezig houd kan hij/zij niet aan echt belangrijke zaken besteden, zoals criminaliteitsbestrijding bijvoorbeeld.
Nu is echte criminaliteit natuurlijk zo goed als niet bestaand in Nederland.
Gelukkig leven we in een land waar je huis, auto, en fiets met een gerust hart onafgesloten achter kunt laten.
En je kunt ook gewoon op alle momenten van de dag of nacht veilig boodschappen gaan doen, of eens een wandelingetje gaan maken, zonder bang te hoeven zijn in elkaar geslagen of aan een mes geregen te worden.
Je dochters kunnen gewoon veilig naar het zwembad, en je vrouw kan veilig over straat zonder voor hoer uitgemaakt en aangerand te worden.
Oh, wacht even…