DE WERELD NU

De Sinterklaasintocht, maar dan 60 jaar geleden

Zaterdag komt Sinterklaas aan voor de landelijke televisie-intocht in Meppel. Hij zal daar ongetwijfeld de nodige anti-Zwarte Pietdemonstranten tegenkomen. Zondag arriveert hij in Amsterdam, daar vertolkt door de acteur Jeroen Krabbé.

Hoe ging dat 60 jaar geleden in zijn werk? In die tijd was de Amsterdamse intocht ook de nationale intocht en sinds 1952 eveneens televisie-intocht. Pas later, in de jaren zestig, werd door de NTS (NOS, NTR) de landelijke televisie-intocht van de Amsterdamse gescheiden, tot groot verdriet en verontwaardiging van ICA, het organiserende comité in Amsterdam en tevens de bedenkers van het feestelijke gebeuren.

Zestig jaar geleden mocht mijn grootvader Dr. Jan Gajentaan (1902 – 1987) zijn opwachting maken als Amsterdamse Sint voor de intocht van zaterdag 19 november 1955. Zoals ik al eens eerder verteld heb in deze column speelde mijn grootvader de Amsterdamse Sint bij de intocht van 1950 tot en met 1962. Hij was vanaf de oprichting (ca. 1933) lid van het organiserende comité ICA en reed jarenlang als dierenarts op het reservepaard mee achter de acteur Eduard Verkade, die vanaf de eerste intocht in 1934 in die rol furore maakte.  Voordien waren er alleen op kleinere schaal intochten. Toen Verkade in 1949 stopte werd een andere acteur, Paul Huf, gevraagd als opvolger, maar dat bleek geen succes. Huf citeerde op de Dam uit de Gijsbrecht van Amstel, de kinderen begrepen er niets van.

Vervolgens richtten tijdens de daarop volgende ICA vergadering alle blikken zich op mijn grootvader, die het juiste postuur en uitstraling had om de “enige en waarachtige Sint” te spelen, een geoefend ruiter was die al jaren de route meereed op een paard en bovendien als dierenarts “het paard kon repareren als er iets fout ging”, zoals jolig werd opgemerkt. “Vooruit dan maar, ik doe het voor één keer”, schijnt mijn grootvader toen te hebben geroepen.

Het werden dertien Amsterdamse intochten waar hij zich met veel elan heeft doorgeslagen, ondanks soms hachelijke situaties, met het paard in de drukke mensenmassa als onvoorspelbare factor. Vooral in de Utrechtsestraat was het wel eens gevaarlijk, omdat er jongens waren die rotjes gooiden naar het paard. Van georganiseerde protestacties was toen nog geen sprake: integendeel, het evenement kon zich verheugen in de positieve belangstelling van de buitenlandse media. In 1954 was de voormalige Secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Trygve Lie, persoonlijk aanwezig om Sint een handje te schudden. Mijn grootvader zei toen tegen Trygve Lie dat er een belangrijke overeenkomst was tussen hun beider werkzaamheden: terwijl Trygve Lie zich inzette voor het welzijn van alle volkeren, deed de Sint dat voor alle kinderen. De belangstelling van de internationale pers voor de intocht was zo groot dat het ICA in 1955 als motto koos: “Heel de wereld achter Sint”.

In een interview met De Telegraaf in 1951, in de hoedanigheid van “Sint”, zette mijn grootvader onder de kop : “De gave van ’t geven” zijn visie op de oeroude Hollandse traditie uiteen:

“Ik wil een voorbeeld zijn. Een voorbeeld en een symbool van het goede in de mens, dat in de mens zélf is. Ik verpersoonlijk (als Sint, JG) de edelste drang van de mens: om goed te doen”.

Vervolgens ging hij erop in, dat geven niet altijd een kwestie van geld was en dat het meer ging om de gesteldheid van de gever. Hij noemde een telraampje voor een meisje dat niet goed kan rekenen maar er daardoor weer plezier in zou krijgen als een passend cadeau, dat niet veel hoefde te kosten.

Juist in mijn grootvader’s tijd groeide de Amsterdamse intocht uit tot een massaal beleefde gebeurtenis. Toen hij begon in 1950 waren er ca. 250.000 toeschouwers, in 1951 al 500.000 en vanaf 1952 waren er al rond de 750.000 mensen aanwezig bij het spektakel. De komst van koningin Juliana met haar dochters Marijke en Margriet in de jaren 1952, 1953 en 1954 zal daaraan bijgedragen hebben.

Bij de intocht van 1955, die van zestig jaar geleden, was de Koninklijke Familie niet aanwezig, toch was er misschien wel de grootste opkomst ooit: vanuit het hele land kwamen maar liefst 800.000 toeschouwers, volgens schatting van de officiële instanties. Bij mijn weten is dat nog altijd het record, want in latere jaren is dat geleidelijk gedaald. Tegenwoordig zijn er tussen de 300.000 en de 400.000 toeschouwers bij de Amsterdamse intocht. Mogelijk had de hoge opkomst in 1955 met het mooie weer te maken die dag want bij latere, verregende intochten zoals in 1957, waren er weer wat minder toeschouwers.

Door alle drukte in 1955 arriveerde de Sint dat jaar een half uur te laat op de Dam. Burgemeester D’Ailly (PvdA) sprak de Sint aan op de problemen met het steeds drukker wordende verkeer in de hoofdstad, wat destijds kennelijk tot veel ongelukken leidde. Het antwoord dat de Sint gaf blijkens het verslag in De Telegraaf, is te mooi om niet integraal weer te geven:

In zijn antwoord zei de Sint o.m. dat hij in zijn jeugd las, dat alles op aarde geschapen is behalve DE TIJD. De tijd was er al, die is voor alle mensen gelijk en voor ieder evenveel. En toch hoort men alom in de laatste decennia zeggen: “Ik heb geen tijd”. Het is de haast die het hele leven beheerst. De jacht naar het geluk wordt vaak de jacht naar het ongeluk. Wanneer iedereen besefte, dat men er met haast ook niet altijd komt, was reeds veel gewonnen. Door deze haast gaat het verkeerd in het verkeer….

Intocht 1955 record 1De Sint voegde daar nog aan toe dat “dempen en breken zijn nut kan hebben, maar dat het voornaamste is dat men beheerst is in het verkeer”. Vervolgens spoedde de Sint zich volgens het verslag naar het AMVJ-gebouw, om daar honderden behoeftige kinderen “veel levenswijsheid in prettige vorm en een massa geschenken te geven”. De “enige en waarachtige Sint” was weer in Amsterdam aangekomen, zo besluit het artikel. Waarvan akte.

Voor wie de intocht van 1955 nog eens wil bekijken met beeld én geluid vindt die hier.

1 reactie

  1. Teunis schreef:

    Een volkomen terechte beslissing van de omroep dat de landelijke televisie-intocht niet die in Amsterdam is. Nederland is meer dan alleen Amsterdam, ook al vergeten hoofdstedelingen dat nog wel eens.