Hoe hoort het tegenwoordig? Een neger voor bij het eten
Je wordt pas echt geconfronteerd met de ontwikkelingen in onze maatschappij als je oude vrienden hun gedrag ziet veranderen. Hoe hoort het, tegenwoordig?
Nog afgezien van de vraag hoe het hoort, moet je je misschien afvagen in hoeverre jijzelf stil staat, of dat anderen zich als losgeslagen wrakhout door het leven bewegen. Dit verhaal is er een voorbeeld van.
Als oud-leden van een studentenvereniging in het westen des lands – meer specifiek de barkeepers er van – proberen we ieder jaar nog eens bijeen te komen. Meestal in de buurt van Utrecht, en niet al te ingewikkeld. Pizza met een paar biertjes na beschrijft het wel. Het moet gezellig blijven. Niet iedereen kan altijd, maar gemiddeld zijn we door de jaren heen altijd minstens met een man of tien, twaalf geweest.
Gezellig: je wordt ouder, ziet anderen carrière maken, kinderen krijgen, of beiden (speciaal van betekenis voor de drie vrouwen, zo leert de praktijk). Maar je ziet mensen ook veranderen door hun nieuwe sociale omgeving. En hun mores met hen.
Door omstandigheden spraken we dit jaar af in Amsterdam, waar ik normaal nooit kom. Het stierf er van de toeristen en de rest van het publiek was een stuk zwarter dan in Utrecht. We hadden een Indiaas eettentje gevonden ergens in De Pijp (zelfverklaarde hippe wijk), en het was gezellig als altijd. Tot Maarten meende te moeten opmerken dat hij zich toch wel erg wit voelde, zo met ons groepje.
“Hoezo?”
“Nou, zo zonder Gaston. We zijn gewoon een groep witte mannen met een paar van hun vrouwen op safari. Voelt ongemakkelijk, vind ik. Moeten we misschien iets aan doen?” Het is zo’n moment dat je je herinnert dat onze oude vriend Gaston niet alleen het afgelopen jaar was overleden, maar door zijn Kaapverdiaanse afkomst ook kleur gaf aan ons groepje.
Aan zoiets moet ik als ik iemand lang ken altijd herinnerd worden. Je weet het wel – je hebt een fotografisch geheugen of niet. Voor mij is het makkelijker om me iemand te herinneren door zijn beeld op te roepen dan op een andere manier. Maar.. niet-wit? Het ietwat treurige lachje dat een handelsmerk van Gaston was kwam me voor ogen. Was dat ooit een criterium geweest dan? Op welke manier?? Ik geloof ook niet dat Gaston ons als ‘wit’ zag. We kenden elkaar, en best al lang. En we gingen jaarlijks eten for old and new times’ sake.
Moesten we dan nu op zoek naar een vage bekende uit ongeveer dezelfde tijd om Maarten een beetje comfortabel gevoel te geven? Sommigen kennen nog een Surinaamse portier, Maurice of zo, die ik in mijn woonplaats wel eens tegenkom. We knikken en zeggen soms hoi, meer niet. Aardige vent wel geloof ik. Maar om die nu als excuusneger te inviteren?
Die obsessie met ras en kleur maakt meer kapot dan je lief zou moeten zijn. Volgend jaar ben ik denk ik ziek, en daarna nog vaker als dit zo blijft. Want net zo min als ik zin heb om in de Achterhoek te gaan eten om me minder ‘wit’ te voelen, heb ik zin om er mensen bij te halen omdat ze de juiste/ontbrekende kleur hebben. Als je dat op dergelijke uitjes kunt vergeten, moet je ook kunnen vergeten dat het niet nodig is het te vergeten.
Ik vroeg me af: heb je in de groep gegooid dat je dit niet zo’n goed idee vond, zo’n ‘excuusneger’ in de groep opnemen, omdat je anders ‘te wit’ zou zijn?
Zo niet, dan zou ik dat eerst doen, alvorens me volgend jaar ziek te melden voor dat uitje. Zet het mes er in, dan kun je, mocht het niet goed uitpakken, altijd nog afhaken.
Maarten kan zich 364 dagen per jaar omringen met (excuus-)negers of zelfs in Amsterdam gaan wonen (dan wel in een niet-hipsterwijk).
Men wil tegenwoordig zo graag Deugen. Een voormalig buurman stuurde me een via Whatsapp de “Liefdesverklaring” en of ik die wilde ondertekenen.
Ik schreef terug dat naar mijn beste weten de Nashville-ondertekenaars nog nooit een AK hadden leeggeschoten in een gaybar of hadden opgeroepen tot geweld, zodat dit gewoon vrijheid van meningsuiting was.
Ik zal u de verwensing besparen die ik retour kreeg. Deugmensen zijn alleen tolerant als u het met ze eens bent.
De deugterreur neemt morbide vormen aan. Niet slechts een neger voor bij het eten, maar ook een neger of negerin voor bij de reclameboodschappen. Vaak lieden met een oorsprong in de overzeese gebiedsdelen, die hun kokosnootparadijzen ontvlucht zijn naar de groene, politiek correcte weiden van infantiel Nederland. Mensen die zich toch al ergerden aan irritante en misleidende reclame-boodschappen worden nu ook fijntjes even herinnerd aan Sylvana Simons, legerleider annex moordenaar Desi Bouterse en terrorist Ronnie Brunswijk, om maar eens een paar verheven voorbeelden. Zalig niet, dat streven naar progressie?
Gelukkig heeft het medium televisie zijn beste tijd gehad en voor nu luidt het advies om de nog schaarse interessante programma’s op te nemen, zodat de politieke diversiteits-propaganda ‘doorgespoeld’ kan worden.