De overheid investeert graag in grote infrastructurele werken, ook voor het OV. Heel fijn. Maar soms vraag je je éven af wie er nu weer gek geworden is.

De NOS berichtte er op zijn Jesse Klavers‘ over:

Treinstations in Nederland krijgen er zo’n 25.000 fietsparkeerplekken bij. (..) Bovendien worden vijftien fietsroutes aangepast of opnieuw aangelegd, zodat fietsers snel kunnen doorrijden. 53 bestaande stallingen gaan op de schop.
Amsterdam Centraal krijgt er de meeste parkeerplekken voor de fiets bij, zo’n 4000. Die komen in een kelder onder het IJ. Bij Bijlmer Arena komen 1850 nieuwe fietsplekken, Heerlen en Rotterdam Alexander krijgen er elk 1000 bij.
Van Veldhoven maakte in juni al bekend dat ze 100 miljoen euro wilde uittrekken voor fietsprojecten. Regionale en lokale overheden leggen daar nog eens 245 miljoen bij.

Heel fijn 25.000 fietsparkeerplekken. Maar is €345 (100+245) miljoen dan niet een beetje duur? Nou en of. Hoe reken je zo iets eenvoudig uit om te zien wat het echt kost? Korte cursus voor Kamerleden die rekenen met grote getallen moeilijk vinden:

25.000 fietsplekken voor 345.000.000 euro, betekent (we halen eerst eens wat nullen weg die de boel te moeilijk voor u maken) =>

25 fietsplekken voor 345.000 euro. Hetgeen betekent dat die fietsparkeerplekken neerkomen op circa €14.000 per fietsparkeerplek.

Even ter illustratie van de waanzin hiervan, de totale omzet van het Amsterdamse GvB, was in 2017 €14,614 miljoen – inclusief baten dus. Wat kost een autogarage in Amsterdam? In het centrum zijn de prijzen niet opvraagbaar, want daar worden parkeerplekken vrijwel niet aangeboden, maar de cijfers in Amsterdam schommelen zo rond de 30-40.000 euro. (Correctie per 24/11: 60-80.000 euro, zie rechts)

Hoeveel fietsen kunnen er in zo’n garage? Toch al gauw een stuk of twintig lijkt me zo. Hetgeen in houdt dat dat voor 2000 euro per fiets al geregeld is. Niet voor 14.000. Waar nog bij komt dat dit allemaal gerekend is met Amsterdamse prijzen en kosten, terwijl dat bijvoorbeeld in Heerlen maar een fractie zal zijn.

Over fracties gesproken: kunnen Kamerleden niet eens leren constructief mee te rekenen? Deze bedragen zijn belachelijk, en wie een beetje kan rekenen snapt dat.