Het begrip oorzaak
We zijn gewend om te denken in binaire logica en in enkelvoudige causaliteit. Oorzaak en gevolg. Beide denkschema’s hebben geen equivalent in de werkelijkheid.
Dat er op een vraag maar twee antwoorden mogelijk zijn komt zelden voor en meestal is het een retorische truc. Degene die de vraag stelt wil een hem passend antwoord en beperkt de alternatieven tot één, en dat is dan singulier onaantrekkelijk.
Enkelvoudige oorzaken vallen samen met hun gevolg of worden daar logisch door geïmpliceerd en in dat geval is onderscheid tussen oorzaak en gevolg dan niet zinvol. Van een zinnig onderscheid is pas sprake als er meer dan een oorzaak is voor hetzelfde fenomeen dat als “gevolg” wordt aangeduid. Een dergelijk gevolg is bij toekomstige gebeurtenissen nooit zeker, maar alleen in meerdere of mindere mate waarschijnlijk, terwijl dat anders ligt als we over oorzaken en gevolgen uit het verleden spreken.
Bij vergelijking van de meervoudige oorzaken kan de meest belangrijke, of de meest onmiddellijke worden onderscheiden van de rest. Ieder “gevolg” heeft eigenlijk een netwerk van oorzaken en waarschijnlijk is alleen daarom al het hele begrip oorzaak, met zijn associatie van enkelvoudigheid, gebrekkig. Het is een praktisch begrip voor het normale spraakgebruik, maar niet voor wetenschappelijke doeleinden. Men zou voor de wetenschap naar een begrip moeten zoeken dat meer gelijkenis vertoont met de werkelijkheid en het begrip causa laten schieten.
In het juridisch taalgebruik wordt oorzaak of causa onderscheiden van opzet. Causa is dan datgene wat het juridisch relevante gevolg feitelijk heeft teweeggebracht, buiten de wil van de dader om en opzet is zijn op het gevolg gerichte wil. In de praktijk kan er geen opzet zijn zonder causa in de zin van waarschijnlijk gevolg van een handelen of nalaten.
Het probleem van de meervoudigheid van de oorzaak lossen de juristen op door te spreken over de adequate, dat wil zeggen: meest relevante oorzaak of over de meest nabije oorzaak, de causa proxima.
Bij een moord door middel van defenestratie [1] is het uit het raam vallen van het slachtoffer zowel de meest nabije als de relevante oorzaak van diens dood en blijkt de opzet van de dader uit de waargenomen handeling.
Het is evident dat er hier sprake is van een gedachteconstructie, waarin een onderscheid tussen opzet en oorzaak wordt gemaakt, maar dat zij feitelijk samenvallen: als vaststaat dat A zijn slachtoffer B uit het raam heeft gegooid met dodelijk gevolg, wordt aan het ene aspect van de daad door een waarnemer het kenmerk opzet en aan het andere oorzaak gegeven, maar het feitelijk gebeuren is enkelvoudig. Zonder opzet was er bij dit voorbeeld ook geen adequate veroorzaking geweest. Was er geen plan geweest het slachtoffer uit het raam te gooien, zoals de getuigen meenden, maar had de verdachte juist geprobeerd om een zelfmoord van het slachtoffer te voorkomen, dan was zijn handeling geen oorzaak geweest en zeker geen adequate. De feitelijke waarneming van de gebeurtenis was niettemin in beide gevallen dezelfde geweest.
In andere wetenschappen dan de juridische, is oorzaak net zo goed een verwarrend begrip. Wanneer iemand ziek wordt, dan komt dat omdat hij met een bacterie of virus besmet is. Dat is dus de oorzaak. Vaak is hij al langer drager van het ziekteverwekkende organisme, maar is door omstandigheden zijn weerstand tijdelijk verminderd, zodat hij ziek wordt waar hij anders gezond zou zijn gebleven. In dat geval zijn de omstandigheden die de weerstand ondermijnen de werkelijke oorzaak. Zulke omstandigheden zijn bijvoorbeeld een opgelopen trauma of een periode van slapeloosheid. Toch kan de een bij dezelfde omstandigheden die bij een ander ziekte veroorzaken gezond blijven, omdat hij een andere genetisch aanleg heeft die hem onder de omstandigheden in staat stelt de ziekte te onderdrukken. De een gaat aan de ziekte dood terwijl de ander door adequate medische hulp overleeft. In dat geval is het ontbreken van medische bijstand de oorzaak van het overlijden, maar ook de genetische aanleg, de slaapdeprivatie en de besmetting. In de medische wereld pleegt men de oorzaak te zoeken op het terrein waar men medisch hulp kan bieden. Kan men het virus of de bacterie bestrijden dan is dat de oorzaak. Kan men de weerstand verhogen dan is het gebrek aan weerstand de oorzaak en hebben we over enige tijd een werkzame gentherapie dan zal het genetisch defect als oorzaak worden aangemerkt. Ook medisch zou het begrip oorzaak vervangen kunnen worden door een ander, effectiever begrip, bijvoorbeeld aanknopingspunt voor therapeutisch ingrijpen.
Niet dat daarmee het begrip oorzaak zou worden uitgebannen, het zit daarvoor op een te elementair niveau in onze spraak- en gedachtewereld. Iets maken of doen is iets veroorzaken en zonder doen of maken is de samenleving niet goed denkbaar, maar oorzaak is een sociaal en geen wetenschappelijk begrip en als het laatste zou het eigenlijk moeten worden uitgebannen. Aangezien het begrip determinisme van het begrip oorzaak afhankelijk is zou daarmee ook het determinisme als leer niet langer houdbaar zijn geworden.
- Defenestratie: iemand uit het venster gooien, met dodelijk gevolg. Het is in Tsjechië een tijdlang een populaire manier geweest om iemand om het leven te brengen.
Dit artikel verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp
Juristen doen ingewikkeld over eenvoudige zaken. Neem nou het defenestreren.
In het Frans betekent: la fenetre – het venster (raam).
Het is dus Frans voor opruimen door iemand uit het gooi gooien. Een mooi Nederlands woord zou dan zijn “opramen”. Het neemt opruimen en raam in één woord mee.
Juristen begrijpen bitter weinig van wetenschaps-filosofie.
Zie : H. Koningsveld – ‘Het verschijnsel wetenschap’.[ uitg. Boom, 1987 ].
De oorzaak is een omstandigheid zonder welke het gevolg niet had kunnen optreden.
En dat zijn er over het algemeen niet meer dan één.
Wanneer er over meerdere oorzaken wordt gerept is dat eerder een bewijs, dat men vanuit het verkeerde paradigma de zaken beziet, m.a.w men snapt het niet.
In het medische voorbeeld is de besmetting met een bacterie of een virus de oorzaak.