Sombere verwachtingen
Bij zijn vertrek had premier Kok sombere verwachtingen over de kansen van het opvolgende kabinet om de beloften waar te maken die zij in het regeerakkoord hadden gedaan. Er was naar zijn mening te weinig geld voor nieuw beleid.
Fortuijn zou van die sombere verwachtingen weinig hebben begrepen. Hij wilde helemaal geen nieuw geld voor de politie, de zorg en het onderwijs, althans voorlopig niet. In de Puinhopen van Paars verkondigde hij dat eerst een paar jaar moest worden gereorganiseerd en bekeken wat er aan geld nodig was onder de nieuwe omstandigheden na de reorganisatie. Hij vond juist dat een van de oorzaken van het falen van Paars was gelegen in de overtuiging dat ieder probleem kon worden opgelost als je er maar voldoende geld tegenaan gooide. Van wat Fortuijn wilde, zou overigens toch weinig terecht komen in het nieuwe kabinet en daarom had Kok gelijk met zijn verwachtingen.
Van het afschaffen van bestaande ministeries en de vervanging daarvan door projectgroepen en staatssecretariaten, is inderdaad weinig terecht gekomen. Het idee van het laten gaan van grote groepen hoge ambtenaren die zich zelfstandig of via veredelde uitzendbureaus aan de projectgroepen konden verhuren, wat ik persoonlijk een van de aardigste ideeën vond uit het boek, is geruisloos van tafel verdwenen. Het kabinet werd weer een gewoon kabinet, net als altijd, met gewone ministers, voor het merendeel afkomstig uit de oude politieke partijen. En in het stuk van minister Donner was meer oud dan nieuw aan te treffen. Het zag er wel naar uit dat er een rukje naar rechts ging komen, dat wel, maar dat de continuïteit niet zou worden doorbroken en dat er dus rustig zou worden doorgebouwd op de puinhopen van Paars. En zo is het ook gegaan.
Dit artikel verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp