Onmogelijkheid van diversiteit?
Van inhoudsloze betogen over diversiteit wordt ik vaak erg droevig. Van het betoog waarmee Paul Cliteur afgelopen dinsdag de zweep legde over zo’n betoog van EC-commissaris Frans Timmermans’ opvattingen over diversiteit werd ik echter evenmin blij. Mij viel een lacune op.
Het Vliegend Spaghetti-monster verhoede dat ik Frans Timmermans verdedigen ga; U hoeft niet te stoppen met lezen. Welbeschouwd ben ik het grotendeels met Cliteur eens, maar ik vind dat hij een groot gat laat vallen op een moment dat zijn betoog juist vaart zou moeten krijgen teneinde de Coup-de-Grace toe te delen. Dat Cliteur dat naliet wordt naar mijn gevoel niet veroorzaakt door mededogen met Frans Timmermans en diens opvattingen. Eerder leek me dat hij – door de beperkingen van zijn eigen betoog niet te zien – Timmermans liet ontsnappen met een bastonnade vanwege onbenul aangaande de begrippen die hij hanteert. In plaats van het betoog van Timmermans (cum suis) de doodsteek toe te dienen met diens eigen waardeoordelen.
In het stuk De dolgedraaide diversiteitspraat van Frans Timmermans fileert Cliteur Timmermans’ gebruik van het woord diversiteit, en hij laat met voorbeelden bekleedt zien dat Timmermans gebruik er van net zo zeer aan diversiteit-beperkende voorwaarden verbonden is als dat van de nationale staten die hij zo graag bestrijdt. Hun onwil zich over te geven aan de toekomst van de diversiteit die de EU pretendeert te kunnen en zullen worden, kenmerkt zich door vergelijkbare voorwaarden als die waaraan Timmermans’ betoog onderworpen is. Dat eindigt in een stevige draai om de oren voor de bekritiseerde spreker:
Wat Timmermans dus niet begrijpt, is dat zijn idealen (als men ze zo mag noemen) helemaal geen Europese waarden en idealen zijn. Hij denkt dat hij de Europese waarden of de Europese politieke filosofie aan het formuleren is, maar niets is minder waar. Alle grote architecten van Europa zouden zich omdraaien in hun graf wanneer ze deze Eurocommissaris aan het woord zouden horen (Schuman, Monet). De waarden die hij formuleert zijn namelijk de waarden van het nihilisme, cultuurrelativisme, postmodernisme, identity politics en andere modieuze stromingen, maar beslist niet de waarden waarop Europa is opgericht. Timmermans’ ideaal, de ongerichte ‘diversity’, is, als we dat serieus zouden nemen, wat Europa naar de afgrond zou brengen.
Dat geldt overigens niet alleen voor Europa, het geldt voor elk statelijk of quasi-statelijk verband dat de dolgedraaide diversiteitsmanie van Timmermans zou accepteren. Sinds Ernest Renan (1823–1892) weten we dat een staat een natie nodig heeft.
En dit was het punt waarop Paul Cliteur zelf vol gas de bocht uit vloog, want een staat heeft helemaal geen natie nodig. Cliteur verwijst naar Renan, maar dit is een klassiek geval van een roos die een bloem is (iets wat andersom lang niet altijd waar is). Want heeft een staat een natie nodig? De geschiedenis zit tjokvol staten die bewezen geen natie nodig te hebben. Sommigen daarvan bestonden slechts kort, maar succesvolle staten die geen natie vormden behoorden èn behoren tot de meest succesvolle staten uit de wereldgeschiedenis.
Heeft Frans Timmermans dan toch gelijk? Nogmaals: het Vliegend Spaghetti-monster verhoede dat. De (beperkende) oplossing is niet ingewikkeld. Zij ligt zelfs zozeer voor de hand dat we geneigd zijn er over heen te zien, hoewel het van eminent belang is haar hier te noemen: het is de liberale rechtsstaat die een natie nodig heeft!!
Wat Frans Timmermans bepleit is heel wel mogelijk tot stand te brengen, maar het resultaat zal geen liberale rechtsstaat zijn. Nooit. Daarmee is het betoog van Cliteur alsnog gestut, en hebben we Frans Timmermans op de plek waar we hem hebben willen: die van dictatoriale kommissar die de naties van Europa zal trachten zijn wil op te leggen uit naam van die poging tot een staatsverband die we thans kennen als de EU. Heel herkenbaar ook, gezien de rol die Timmermans op dit moment binnen de Europese Commissie speelt.
Dat de EU in haar huidige incarnatie geen democratie genoemd kan worden, en zeker geen liberale, staat wat mij betreft verder buiten kijf. Alleen een kleine meerderheid parlementariërs binnen het Europarlement weigert dat in te zien, maar daarvoor worden ze dan ook vorstelijk betaald.