DE WERELD NU

De omgeving van Roermond

Roermond, Foeigesprek, Herinneringen, Limburg, Van Rey

Vanuit Roermond kun je naar België zwemmen en naar Duitsland wandelen. Dat zwemmen via de Maasplassen kon in mijn tijd nog niet, maar ik ben verschillende keren naar Duitsland gewandeld, soms ook wel eens per ongeluk. De bossen aan de oostkant van de stad zijn uitgestrekt en officiële grensovergangen zijn er maar sporadisch te vinden.

Toch gingen we niet vaak naar Duitsland, al was het nog zo dichtbij. Het was, toen ik jong was, oorlog, of vlak na de oorlog en van Duitsland ging iets dreigends uit. In België kwamen we vaker, maar toch ook niet heel erg vaak. Maaseik, wat het dichtste bij lag, was een oninteressant provinciestadje en Hasselt lag net wat te ver weg. Wie er eens uit wilde ging naar Maastricht of naar Eindhoven. Niet naar Venlo, dat was nog een graadje saaier dan Roermond.

Dat opgesloten zitten in Nederland was iets nieuws voor Roermond. Vanouds was de stad georiënteerd geweest op het Duitse achterland, dat via de Roer goed bereikbaar was. Wie goederen te vervoeren had van Aken naar Maastricht ging via de Roer naar Roermond en dan weer via de Maas terug naar Maastricht. Dat was goedkoper dan over de weg. Op de linker Rijnoever tussen Aken en Maastricht waren een kleine twintig Duitse plaatsen met een Roermonder Strasse, maar in Nederland vind je alleen straten of wegen met Roermond in de naam in Weert of in Venlo, de twee buursteden.

Het is duidelijk dat Roermond alleen een Nederlandse stad is geworden omdat het op de verbindingsweg lag van twee steden die vanouds ( gedeeltelijk) Hollands waren, Venlo en Maastricht. Ik kom er nog wel eens, omdat mijn ouders er begraven liggen en ik er mijn jeugd heb doorgebracht. Ik denk niet dat er een plaats in Nederland is, die zoveel veranderd is als Roermond. Als ik er ben logeer ik in een hotelletje aan de weg naar Elmpt, waar de eigenaar van mijn leeftijd is en het Roermonds spreekt van mijn jonge jaren. Dat dialect kan hij met zijn kinderen niet meer spreken zegt hij, en dat spijt hem zo te zien behoorlijk.


Deze column verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp