DE WERELD NU

Nationale identiteit

nationale identitei

Hoe moeilijk is het voor een immigrant zich aan te passen aan een nieuwe nationale identiteit? Geen eenvoudig vraagstuk vindt Toon Kasdorp, zeker niet als een conclusie over die nationale identiteit niet al duidelijk is.

Frank Ankersmit was hoogleraar geschiedfilosofie in Groningen. Hij schreef een tijd geleden  in het NRC Handelsblad over de speech van de echtgenote van onze toenmalige kroonprins en over het rapport van de WRR dat tot onderwerp had de identificatie van immigranten met hun nieuwe en ons oude vaderland. Ik had dat artikel uitgeknipt en lees het nu nog eens.

Dat hij het met dat rapport en ook met prinses Maxima niet eens was verbaasde me niet erg. Erg goed vond ik dat rapport ook niet en het was bovendien wel erg dik. Daarom eerst even dat rapport.

De WRR heeft voor een wetenschappelijk adviesorgaan een wel erg sociologische inslag. Uitdrukkingen die vallen in zo’n rapport als “een investering in een geïnformeerde publieke opinie” en de erkenning dat “islamitisch activisme potentieel een constructieve politieke en juridische factor is” komen op mij niet over als wetenschappelijk en objectief. Evenmin als “de zorgplicht” die de overheid zou hebben “ter verwezenlijking van de vrijheid van godsdienst”. Dat doet denken aan de rapporten van de gemeente Amsterdam, die aan het onderwerp vrijheid van godsdienst en scheiding van kerk en staat zijn gewijd. Vrijheid van godsdienst betekent juist dat de overheid niet voor de godsdienst zorgt of er zich anderszins mee bezig houdt. Doet ze dat wel dan krijgen we vreemde zaken als toen in Amsterdam de lokale overheid op slinkse manier een miljoenensubsidie gaf aan de haar welgevallige Turkse liberale moslims. Toen daarna de moskee in kwestie orthodoxer werd heeft de gemeente geprobeerd die subsidie weer in te trekken. Een dergelijk ingrijpen van de overheid in de  kleur van de godsdienst is voor een normaal mens niet met de scheiding van kerk en staat in overeenstemming te brengen, hoe veel argumenten er ook voor worden aangevoerd.

Als ik me probeer voor te stellen wat bedoeld kan worden met bijvoorbeeld “mogelijke nieuwe arrangementen voor de relatie tussen publiek domein en religie waar islamitisch activisme wellicht aanleiding toe geeft”, word ik wantrouwig.

Ik sta er ook van te kijken dat zoveel mensen beweren het rapport te hebben gelezen. Praktisch niemand heeft er in het openbaar op gereageerd, terwijl het toch de wereld zoals we die kenden op zijn kop zet. Het was niet erg helder geschreven. Ik had moeite om er doorheen te komen terwijl ik daar toch alle tijd voor heb genomen. Wanneer ik geïnformeerd wil worden over de diversiteit van de islam, heb ik besloten, dan lees ik toch maar liever Snouck Hurgronje of Ignaz Goldziher en niet mevrouw Meurs en haar WRR. Dat betekent aan de andere kant niet dat ik het met Ankersmit eens ben, die ook kritiek had op het rapport.

De redenen waarom Ankersmit zegt het met Mevrouw Meurs en met Maxima niet eens te zijn, vind ik opmerkelijk. Zijn gedachtegang is nieuw en niet overal even gemakkelijk te volgen. Hij schrijft:

In 1870 ontstond uit een bonte verzameling zelfstandige staten en staatjes het verenigde Duitse Keizerrijk. Dat….bezat nog niet een geschiedenis die zijn identiteit vastlegde. De catastrofes die Duitsland in twee wereldoorlogen aanrichtte zijn in belangrijke mate het gevolg van een land dat zijn politieke identiteit niet kende, daarom terugviel op zijn culturele identiteit en cultureel verschil vertaalde in termen van politieke agressie. 

Met deze beschouwing wilde hij aantonen dat het niet hebben van een eigen Nederlandse identiteit minder onschuldig is dan prinses Maxima en mevrouw Meurs wilden doen geloven.

De leer die hij met dit voorbeeld illustreert lijkt mij een nieuwe geschiedopvatting in te houden. Nieuw is zij in elk geval op de volgende punten:

  1. Geschiedenis is in de ogen van Ankersmit niet zozeer het verhaal van een land en een volk, maar het verhaal van een juridische constructie, i.c. de Duitse staat. Niet alleen Duitsland maar het merendeel van de Europese landen zou op grond van deze definitie geen geschiedenis meer blijken te hebben.
  1. Er dient een verschil te worden gemaakt tussen de politieke identiteit van een land en zijn culturele identiteit. Op grond hiervan moeten we aannemen dat die tientallen metersdikke Duitse geschiedenissen die in de negentiende eeuw geschreven zijn, uitsluitend betrekking gehad hebben gehad op de culturele geschiedenis van Duitsland. De Duitsers zelf zagen dat anders doen dat nog steeds. Die zien Duitsland als een oud land dat bestaat sinds de negende eeuw en haar volk als een oud volk. In de negentiende eeuw was de agressieve nieuwe staat Pruisen de kern geworden terwijl eerder Oostenrijk het centrum was geweest. In die Duitse geschiedenis was de staatkundige continuïteit van het nieuwe keizerrijk gelegen en daarom werd de Duitse eenheidsstaat door de bevolking met zo veel enthousiasme begroet. De nieuwe Duitse keizer zelf was overigens in 1870 veel minder happy met het tot stand komen van zijn nieuwe rijk dan Bismarck en het merendeel van zijn Duitse onderdanen. Die wijze oude heer zag minder voordelen in de identificatie van het nieuwe Duitsland met het Pruisen van zijn voorvaderen. Maar keizer Wilhelm I was ook in zijn eigen familie een uitzondering. De politiek van zijn kleinzoon, de laatste Duitse keizer, lag weer helemaal  in het verlengde van de agressiepolitiek van Frederik de Grote. Het Duitsland van na 1870 wees de Kantiaanse visie van een vreedzame coöperatieve wereldsamenleving af en ging de concurrentie aan met iedereen en alles.
  1. De catastrofes die Duitsland in twee wereldoorlogen aanrichtte zijn in belangrijke mate het gevolg van een land dat zijn politieke identiteit niet kende. Dat is een nieuwe en onbewezen stelling. Het is waar, en misschien is dat wat Ankersmit bedoelt, dat Duitsland door zijn toegenomen bevolking, maar meer nog door zijn snel gegroeide industrie een nieuw element was in de Europese politiek, dat het bestaande evenwicht verstoorde. Na de Napoleontische oorlogen was op het Weense congres veel aandacht besteed aan het evenwicht tussen de Europese machten. Engeland had de handhaving daarvan tot kern van haar buitenlandse politiek gemaakt en legde haar gewicht steeds daar in de schaal waar een verstoring dreigde. Dat gebeurde met name aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog, doordat Engeland belangrijke geschillen met Frankrijk en Rusland bijlegde en toetrad tot de anti-Duitse coalitie. Maar anders dan prins Maurits in het gedicht van Vondel had Engeland niet langer ‘een zwaard dat zo zwaar was van gewicht dat al het andere viel te licht’. Duitsland bleek opgewassen tegen Frankrijk, Engeland en Rusland samen  en pas toen Amerika tot de coalitie toetrad werd de nieuwe Europese grootmacht verslagen. Pruisen had een uitstekend ambtenarencorps en de beste archieven van Europa. Gebrek aan kennis van het verleden kan nooit de oorzaak zijn geweest van de twee verloren oorlogen of van de ongemene hoeveelheid mensenlevens die zij gekost hebben. Historische gebeurtenissen zijn zelden monocausaal te verklaren, ook de twee wereldoorlogen niet, maar dat zij gevoerd werden omdat Duitsland zijn identiteit niet kende, lijkt me als stelling niet alleen onbewezen maar ook nogal onwaarschijnlijk.

Dit artikel verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp

2 reacties

  1. Dick Ahles schreef:

    het is met de identiteit van een volk/bevolking een beetje als met de begrippen intelligentie en objectiviteit.
    zodra je het gaat definiëren ontstaan oeverloze discussies en het gevoel wat is dat nu eigenlijk, terwijl iedereen weet wat intelligentie is en wat objectiviteit. duidelijk is dat taal en vooral taalbegrip niet bestaat of ontstaat door woorden/begrippen in een woordenboek te definiëren; mensen leren van nature uit de context snel en meestal zonder al te veel missers de betekenis van begrippen. Daarom gaan we ook achteloos probleemloos om met heel veel homoniemen in de taal.

    en als we al moeite hebben met het uitleggen van wat we met objectiviteit en intelligentie bedoelen dan is het frappant dat we nooit moeite hebben te begrijpen waar ‘niet-intelligent’ en ‘niet-objectief’ op van toepassing is.

    en zo is het ook met nationale-identiteit!

  2. Carthago schreef:

    De wrr erkent dat het islamitisch “activisme “potentieel een constructieve , politieke en juridische factor is.Wrr bedoelt met islamitisch activisme natuurlijk terreur en tirannie ,en probeerde er iets leukers van te maken.