Bolkestein stelde als eerste politicus het probleem van de ongeremde immigratie van niet westerse allochtonen aan de orde.

De ongeremde immigratie werd een probleem omdat immigranten in aparte wijken gingen wonen – zoals de Bijlmer of Nieuw West – en de oorspronkelijke bewoners daar verdreven. Omdat ze een hoog percentage criminaliteit te zien gaven, een groot percentage schoolverzuim en werkloosheid en omdat ze zorgden voor een overmaat aan geweld op straat. Iedereen zag wat er gebeurde maar B en W van Rotterdam waren de eersten die met voorstellen kwamen om de wildgroei te beteugelen. Dat mocht niet, want het onderwerp was taboe. Vijf jaar geleden herdachten vier oud-medewerkers van Bolkestein het doorbreken van dit taboe in het publieke debat.

Dankzij Bolkestein kan er nu over het probleem en over oplossingen worden gesproken zonder dat degene die dat doet verketterd wordt. Zolang hij het rustig doet tenminste. Zolang is het nog niet geleden dat het Hof in Amsterdam meende dat een andere oud- medewerker van Bolkestein, het Kamerlid Wilders, terecht hoorde te staan voor de manier waarop hij het debat voerde. Maar er is vooruitgang. Wilders werd vrijgesproken. Een generatie eerder werd Hans Janmaat nog wel veroordeeld in twee instanties.

Arnon Grunberg vond dat Mohammed Atta, de leider van de 11 september aanslagen, meer had gedaan voor het doorbreken van het taboe op het immigratiedebat dan Bolkestein. Hij vergeleek diens optreden met een voorstel om Robert M. vrij te laten omdat seks met baby’s ook een taboe is. Hij houdt Bolkestein voor een intellectuele onbenul. Hoor wie het zegt!

Grunberg zie ik als de Nederlandse kandidaat voor de Nobelprijs voor literatuur voor de komende generatie.  Ieder jaar opnieuw en iedere keer tevergeefs. Harry Mulisch, de vorige intellectueel van zijn kaliber, is dood en de Nederland literaire wereld heeft altijd behoefte gevoeld aan dit soort kandidaten. Het is niet voor niets dat er nooit zo’n prijs aan een Nederlander is uitgereikt. Dat komt niet omdat we geen goede schrijvers zouden hebben. In feite kost het weinig moeite om er uit het blote hoofd een paar op te noemen van hogere kwaliteit dan een aantal buitenlanders die de prijs wel gehad hebben. Maar die zijn nooit voorgedragen. Terecht heeft het comité daarom onze kandidaten altijd overgeslagen.

We hebben de reputatie een voorkeur te hebben voor de middelmaat en daar past Grunberg naadloos in. Zijn Nederlands is niet slecht, maar iets zinnigs heb ik hem niet vaak horen beweren.

---

Dit artikel verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp