Bezuinigen op openbaar vervoer
Bezuinigingen op openbaar vervoer klinken verstandig en soms populair, maar hoe realistisch gaat men daar normaal gesproken eigenlijk mee om?
Frank Kalshoven van de argumentenfabriek legde in de Volkskrant[1] uit waarom de reacties van de grote gemeenten op de lagere rijksbijdragen aan de kosten van hun gemeentelijk vervoer zo onterecht zijn. Kalshoven vindt eigenlijk iedere specifieke subsidie op vervoer binnen de gemeenten onzin. Eerst maar eens kijken wat vervoer tegen kostprijs oplevert aan een nieuwe mix van fietsers, autorijders, voet- en tramgangers. Als die mix vanwege de inkomenseffecten of om andere redenen niet bevalt kun je gericht gaan subsidiëren of heffen. Bijvoorbeeld door de parkeertarieven te verhogen of de ouden van dagen subsidie te geven op hun OV-jaarkaart.
Theoretisch lijkt me zijn voorstel wel goed, vooral ook omdat we nu niet weten hoe de verdeling over de verschillende vervoersmogelijkheden spontaan zou uitvallen. Maar in de praktijk zal het moeilijk blijken. Natuurlijk kan het openbaar vervoer en de bekostiging efficiënter, maar voor we daar in de praktijk aan gaan beginnen zouden we eerst moeten leren hoe er efficiënt bezuinigd kan worden. Het belangrijkste probleem daarbij lijkt te zijn dat de overheidsfinanciën zo onoverzichtelijk in elkaar zitten en helemaal niet op bezuiniging en efficiency zijn ingesteld. Dat gemeenten en hun openbaar vervoerbedrijven meteen tramlijnen gaan afschaffen en busdiensten opheffen als er bezuinigd moet worden heeft met efficiency niets van doen.
Sta er maar even bij stil. Die bussen en trams zijn er toch, dat geldt ook voor de rails en de remises. Het personeel wordt niet ontslagen, dus cashwise is een kostenbesparing van het GVB in Amsterdam door het opheffen van lijnen eigenlijk oplichterij. Pas na verloop van tijd als zaken later of niet meer worden vervangen, minder mensen worden aangenomen etc. worden ook de uitgaven minder en tegen die tijd is iedereen deze bezuinigingsronde al weer vergeten. Nee, echt bezuinigen zou moeten beginnen met het op de schop nemen van de overheidsfinanciën. Begrotingen en kosten- en batenrekeningen van gemeenten, provincies en het rijk zouden met het oog op bezuinigingen moeten worden ingericht en liefst met een gemeenschappelijk systeem, zodat het onderling vergelijkbaar wordt. Daarna pas kunnen uitgaven in volgorde van prioriteit worden opgesteld. Ik vind dat kostenplaatsen waarop het meest efficiënt bezuinigd kan worden apart gefinancierd zouden moeten worden. Dan is de controle erop maximaal, zodat er niet meer zo gemakkelijk verschreven kan worden. Want verschreven wordt er, van plaatsen waar bezuinigen zonder bezwaar mogelijk zou zijn naar plaatsen waar het pijn doet.
Opheffen van lijnen doet pijn, zoals dat ook het geval is als de vuilnisdienst staakt. Dat is de reden waarom U van dat soort dingen bij bezuinigingen meteen wat merkt en U over ontslagen en salarisstops meestal niets hoort. Dat ambtenaren bij de gemeentelijke economische dienst gaan staken komt weinig voor en van het ontslag van parkeerwachten bij de gemeenten hoort U ook nooit. Dat is wel begrijpelijk want ambtenaren zijn net als andere mensen, ze verdedigen hun stek en als U ze wil dwingen het efficiënter en goedkoper te doen dan moet U het eerst zo inrichten dat efficiënter voor hen ook gemakkelijker is.
Als de bijdragen van de rijksoverheid aan de gemeentefinanciën zouden bestaan uit het betalen van de salarissen in plaats van bijdragen aan het openbaar vervoer was dat bezuinigen een stuk gemakkelijker. Gemeenten krijgen met ingang van 2017 bijvoorbeeld 200 miljoen minder geld voor salarissen en zie maar waar je bezuinigt in de tussentijd, of je de mensen ontslaat of op een andere manier de loonkosten vermindert. Maar denk er wel om dat met de prioriteiten uit de begroting rekening moet worden gehouden. Anders wordt de korting nog groter en verschrijven wordt voortaan strafrechtelijk vervolgd.
Het beste zou zijn om eerst op de technische universiteiten als postdoctorale studie een richting bezuinigingen en overheidsfinanciën op te zetten. Postdoctoraal voor mensen met een echte ingenieursopleiding want anders worden het toch weer sociologen. De mensen zouden een paar jaar de tijd moeten hebben om het onderwerp goed te bestuderen en dan zou uit de afgestudeerden een afdeling voor bezuinigingen kunnen worden gerekruteerd, dat onder financiën zou kunnen komen te vallen, of onder de rekenkamer. Dat bezuinigingen een terugkerend onderwerp is, dat is wel zeker en zo’n studierichting is denk ik een must.
- Van 2/7/11
Dit artikel verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp