De olifant in het parlement
De olifant in het parlement die gisteren door niemand werd genoemd is natuurlijk de noodzaak een referendum bij de hand te hebben in de huidige omstandigheden. Dat is iets waar zowel de voor als tegenstanders angstig om heen draaiden, aangezien het benoemen van dit dier de discussie fundamenteel zou veranderen. Eigenlijk in een partijtje welles-nietes brullen.
Maar ging het nu om het referendum an sich, of over een ander principe?
- De tegenstanders van het referendum betoogden vol vuur dat een parlementaire democratie helemaal geen referendum nodig heeft.
- De voorstanders betoogden dat een referendum het ultieme democratische middel is om het volk zeggenschap te geven in het bestuur van het land.
- Wat is de olifant die ik in de titel aankondigde? De vraag: in hoeverre onze parlementaire democratie nog voldoet aan de eisen die we er ooit aan stelden.
De ironie van D66 dat het eigen kroonjuweel tot een ordinaire kiezel reduceerde is ook, dat toen D66 werd opgericht er nauwelijks behoefte leek aan een referendum. De parlementaire democratie werkte naar vrijwel ieders tevredenheid, en het referendum werd gezien als een mogelijkheid dat zelfs nog te verbeteren. Ietsje.
Die situatie is sterk veranderd. Dat de parlementaire democratie steeds meer mankementen ging vertonen bleek tijdens de komeetachtige opkomst van Pim Fortuyn. Fortuyn benoemde een aantal zaken die in onze parlementaire democratie overduidelijk onder tafel werden gehouden (daarmee een zwakte weergevend die groter was dan vermoed). Daarmee kwamen die zaken weliswaar op tafel, maar dat betekende niet dat er vervolgens ook serieus mee om werd gegaan.
Nu, bijna twintig jaar na Fortuyn, is overduidelijk dat de in Nederland regerende klasse niet genegen is daadwerkelijk iets te doen aan de door Fortuyn gesignaleerde onderwerpen, en dat mankement het mankement wil laten. Het afschaffen van de mogelijkheid zelfs maar een raadgevend referendum te houden illustreert slechts dat men in Den Haag niet eens lastig gevallen wil worden met hoe de bevolking over iets denkt. Want qua beslissingsbevoegdheid verandert de intrekkingswet van Ollongren niets. Een raadgevend referendum doet – indien voortdurend genegeerd – nog steeds niets anders dan demonstreren dat er een kloof gaapt tussen regeerders en gereegerden. Hoe langer die kloof wordt genegeerd, hoe breder zij wordt.
Een duidelijker voorbeeld van een gemankeerde en slecht werkende parlementaire democratie is moeilijk te verzinnen. In een goed werkende democratie heeft het raadgevend referendum nauwelijks toegevoegde waarde. Maar in een stelsel dat nog slechts pretendeert een parlementaire democratie te zijn, is het plotsklaps een staatsgevaarlijk element geworden. En omdat een referendum een corrigerende functie heeft (of hebben kan) is de behoefte er aan groot.
Meer dan iets anders signaleerde het debat gisteren de behoefte aan een referendum, al is het maar als uitlaatklep voor ontevredenheid. De intensiteit van het debat bewees de noodzaak. De intrekkingswet van Ollongren is daarom een fout. Niet alleen tegen de democratie, maar meer nog tegen het gezonde verstand.
De dame wil maar twee dingen: het volk de vrijheid van meningsuiting afpakken en Rusland demoniseren!
@reageerbuis: na twee dingen, voor het derde:
dat antidemocratische “EU”-konstrukt overeind houden.
Daarvoor moet deze coalitie overeind blijven, en daarvoor moet alles wijken.
Juvenalis; goed opgemerkt en de kern van de kwestie:
“In een goed werkende democratie heeft het raadgevend referendum nauwelijks toegevoegde waarde. Maar in een stelsel dat nog slechts pretendeert een parlementaire democratie te zijn, is het plotsklaps een staatsgevaarlijk element geworden.”
@LT:
raadgevende- en bindende referenda, verbeteren, naast algemene verkiezingen,
sowieso, altijd de democratie.
De olifant in de Nederlandse samenleving; de staat!