Chinese apenstreken
Het succes van Chinese wetenschappers bij het klonen van aapjes wordt door de westerse concurrentie beschouwd als apenstreken. En plotseling horen we nu een keur aan bezwaren die nogal klinken als kinnesinne.
ik heb het nog niet aan mijn volksvertegenwoordigster gevraagd – die van Ouwehand, u weet wel – maar ik vrees dat ze er niets in ziet.
“De technische barrière voor het klonen van apensoorten, inclusief mensen, is nu doorbroken.” De woorden van de onderzoekschef Mu-Ming Poo zijn helder: de geboorte van twee gekloonde aapjes in China is een doorbraak.
De Chinezen zijn er dus nogal trots op. Ik begrijp dat, zo trots ben ik ook wel eens.
Wereldwijd is er lof vanuit de wetenschap, maar vooral ook felle kritiek op de creatie van de gekloonde makaken Zhong Zhong en Hua Hua. “De technologie is zó complex en maakt het klonen bijzonder inefficiënt”, zegt Joost Gribnau in het NOS Radio 1 Journaal. Volgens de hoogleraar ontwikkelingsbiologie is de techniek bovendien riskant voor de gezondheid van de proefdieren.
Sinds wanneer is complexiteit een bezwaar bij het behalen van wetenschappelijke resultaten? Dat moet me echt worden uitgelegd. Het zou onder andere de strijd tegen kanker en de ziekte van parkinson verbeteren. Maar westerse wetenschappers vinden dat de Chinezen dit beter kunnen vergeten.
Bij het normale leven zijn er twee ‘resetmomenten’ tijdens de embryonale ontwikkeling. Bij het kloonproces is dat er maar één. “Dus er is heel weinig tijd om alle aan het dna gekoppelde informatie te verwijderen en nieuw leven mogelijk te maken.” Met andere woorden: er staat dan te veel informatie op de harde schijf van een dier. “Daardoor krijgen veel gekloonde dieren gezondheidsproblemen.”
Ja, dat is oprecht vreselijk. Maar hoe werkt dat voor proefdieren die eerst in de vrije natuur werden gevangen? Hoe ziet hun post-pensioenperiode er uit? Leven die echt zoveel beter? Het blijven proefdieren, nietwaar?
Het vereist bovendien veelpogingen voordat een dier überhaupt levend wordt geboren. Gribnau vindt het daarom zo inefficiënt. “Het is eerst heel vaak misgegaan”, geeft onderzoekersleider Poo toe, “voordat we een manier vonden om succesvol een aap te klonen.”
Aha. OK? Het blijft klinken als heel wetenschappelijk, en baarde oefening behalve aapjes niet ook kunst? Er komt zo echter langzamerhand wat meer uit de mouw:
Hij voegt eraan toe dat er geen intentie is om op dezelfde manier mensen te klonen. Volgens China-correspondent Marieke de Vries is dat waarschijnlijk uit strategische overwegingen. “Ze weten dat er een ethisch debat over is in de rest van de wereld. Maar in China speelt dat vrijwel niet.”
Het probleem is dus vooral ethisch, niet Chinees. En inderdaad:
Dat het klonen van mensen mogelijk is, staat voor hoogleraar Gribnau buiten kijf. Het gekloonde schaap Dolly was in 1996 de grote doorbraak die daarvoor de basis legde. “Dat liet zien dat je zoogdieren kon klonen. Als daarna katten, muizen en nu ook apen volgen, dan is dat voor de mens niet anders.”
Maar ethiek heeft alles met wenselijkheid te maken, zo blijkt. Ik vind het ook wel interessant. Zou je een kloon van Alexander Pechtold op kunnen voeden als een normaal mens, of is die irritante arrogantie hem letterlijk aangeboren? Vragen, vragen. Die niet voor iedereen wenselijk blijken.
Of het ook wenselijk is, is voor Gribnau een ander verhaal. Vanwege de grote gezondheidsrisico’s voor de kopieën moeten we dat als maatschappij volgens hem niet willen. Andere wetenschappers zijn bezorgd dat het klonen van mensen weer een stapje dichterbij is gekomen. “Maar er zijn ongetwijfeld mensen in geïnteresseerd om het toch te doen”, zegt Gribnau.
Aan de andere kant: een parlement vol Pechtolds? Met daartegenover een PVV die geheel uit Geert Wilders Mark I tot en met 76 bestaat? De ethiek slaat toe waar je bij zit. En vertrouwen op apenliefde lijkt me niet helemaal wat ik zelf wenselijk achten zou.