Gered van de Fiscal Cliff, maar verder…?
De eerste hysterie rond de Fiscal Cliff is voorbij, het NOS-journaal meldt tevreden dat die stoute Republikeinse dwarsligger zelfs niet langer door zijn eigen partij wordt gepruimd, en de aandelenmarkten schieten omhoog. Is er iets te vieren dan? Wat woensdag werd bereikt, was weinig meer dan dat de veroordeelde zijn laatste borrel alvast kreeg, en nu nog enige tijd van de nawerking kan genieten. Maar uitstel van executie betekent geen afstel, en over uiterlijk twee maanden gaat het circus weer verder.
Hoe weinig er uiteindelijk werd bereikt wordt nog het fraaist geïllustreerd met onderstaand overzicht uit de Washington Post. Per saldo kwamen er geen bezuinigingen, slechts een miniem stimuleringspakket en werden vooral de belastingen voor de hogere inkomens ietwat verhoogd. En dat was het. En dat is op geen stukken na genoeg.
Wat ten enenmale ontbreekt, zijn de hoogst noodzakelijke bezuinigingen om het begrotingstekort te verminderen. Komende maanden zal de Amerikaanse Treasury er met knip en plakwerk in slagen om te zorgen dat men niet door het plafond van het maximaal toegestane leenbedrag breekt, maar uiterlijk 1 maart dienen de betrokken partijen overeenstemming te hebben bereikt over de toekomst. Gezien het gedrag van zowel de president, als de Republikeinen in het Huis van Afgevaardigden tijdens deze feitelijke generale repetitie, zal een nieuwe loopgraven oorlog onvermijdelijk zijn. En al lijkt het er in eerste instantie op dat de Republikeinen publicitair onder liggen: mettertijd zal Obama steeds meer een ‘lame duck’ worden. En met wat nu plaatsvindt, zal die transformatie eerder plaatsgrijpen dan onder normale omstandigheden mocht worden verwacht. De bestuurbaarheid van de USA zal er in ieder geval niet op vooruit gaan.
Wie zijn de winnaars en verliezers van het gevecht van afgelopen weken? Winnaars zijn de welgestelden, uitkeringstrekkers, ouderen en dokters. De welgestelden profiteren van een verhoogde belastingdrempel, uitkeringstrekkers ontsnappen aan noodzakelijke bezuinigingen, evenals de Amerikaanse ouderen. Dokters profiteren vooral indirect: via Medicare vloeien enorme bedragen naar de zakken van de Amerikaanse medische stand. Zowel Republikeinen als Democraten weten dat hieraan iets gedaan moet worden, maar hun rivaliteit heeft tot nog toe voorkomen dat men zakelijk overlegde over de gewenste koers van de toekomst.
Maar zoveel winnaars, van zulke diverse pluimage, is in een tijd van bezuinigingen een bijzonder slecht teken.
De grote verliezer is dan ook de economie. Steeds meer wordt de Amerikaanse financiële huishouding een Griekse bende, waarover men meer en meer het overzicht verliest. Sinds het aantreden van Obama is er nog geen begroting door het Congres aangenomen, en een coherent beleid ontbreekt. De draaiend geldpersen van Bernanke’s Fed houden het land gaande, maar de vraag hoe lang dat nog goed kan gaan wordt steeds prangender. Met deze overeenkomst krijgen daardoor ook de voorvechters van een gezonder overheidsbeleid een draai om de oren.
Politieke verliezers van deze deal waren er vele. In de eerste plaats de beide grote partijen, die opnieuw veel aan prestige inboetten. Ook linkse Democraten die het liefst de Republikeinen frontaal te lijf waren gegaan, voelen zich door Obama in de kou gezet. En beter zal het voor hen niet worden. De enigen die met de huidige overeenkomst werden geholpen zijn de Democratische senatoren van van oudsher Republikeins-gezinde staten. Deze deal ontlast hen van de verplichting een keus te maken tussen hun partijloyaliteit, en de loyaliteit aan hun kiezers.
Kort gezegd is de conclusie dat er weer eens een beetje tijd is gekocht. Waarheen dat leidt? Vroeg of laat: naar de verdommenis. De politici lijken te hopen dat het laat zal worden, en lijken uitstel van alles en nog wat – besluiten, pijnlijke maatregelen, douceurtjes, en wat niet al – tot hun levensdoel te hebben verheven. Veel problemen hebben traditioneel de neiging inderdaad te verdwijnen als er maar genoeg over gezwegen wordt, maar dat hieraan de voorwaarde hangt dat de overheid een gezond functionerende moet zijn, is iets waarover men zelfs niet langer denken wil.
Over een week of vier, vijf zal opnieuw veel drukte ontstaan op de economische pagina’s. Over het probleem Amerika. Daarmee implicerend dat het in de EU zoveel beter gaat, wat in het geheel niet waar is. Maar onze problemen liggen nog voor een jaartje ondergronds te rijpen, tot ze in de lente van volgend jaar plotseling uit de grond zullen schieten en binnen de kortste keren in volle bloei zullen staan.
Tot die tijd zullen wij ons hoofdschuddend kunnen verbazen over wat de Amerikanen zichzelf aan doen. En zullen we (tevergeefs!) hopen dat onze regeringsleiders beter weten wat ze al dan niet aan het doen zijn.
Eerder verschenen op Dagelijkse Standaard.