Wildersproces2 – wraking
Wat uit Wildersproces2 tot nog toe blijkt, is dat binnen de magistratuur een zeer sterk sentiment tegen Geert Wilders en alles waarvoor hij staat bestaat.
Geert-Jan Knoops had in een interview voorafgaand aan het tweede Wildersproces over wraking gezegd, dat hij geen Bram Moszkowicz is. Dit was een veelzeggende uitspraak, omdat hij er mee aangaf dat een ontregeling van het proces achter het proces voor hem geen doel was, maar hij vrijspraak nastreefde op puur juridische gronden. Dat Knoops gisteren daarom toch tot wraking van rechter Van Rens overging, kun je wel zien als een verrassing. Hieronder daarom de gehele ondervraging van getuige-deskundige Paul Cliteur:
Knoops gaf vanmiddag aan dat hij al meerdere malen reden genoeg had gehad om te wraken, maar dat de kennelijke onkundigheid van Van Rens op een cruciaal punt, gepaard aan haar activistische manier van achter een punt aangaan hem weinig keus liet, aangezien wat hem betreft de grens van vooringenomenheid ruim overschreden was.
De wrakingskamer vanmiddag vond dat allemaal niet bezwaarlijk, en ging volgens Knoops ook niet op de essentie van het punt in.
Dat Knoops nu overweegt zich uit dit proces terug te trekken is een zware kwestie. Het is mogelijk dat hij daarmee het proces enorme vertraging bezorgt omdat een volledig nieuwe verdediging de tijd moet krijgen zich in te lezen en een nieuwe strategie te bepalen – die van GJ Knoops heeft nu al dusdanige averij opgelopen dat dat een verdedigbare aanpak zou kunnen zijn.
Gaat het proces daarmee op de lange baan? Dat is niet onmogelijk, maar de manier waarop het OM er met man en macht aan werkt om Geert Wilders veroordeeld te krijgen maakt dat je vrijwel elk lid van de rechterlijke macht zo ongeveer uit hoofde van het lidmaatschap van die rechterlijke macht zou kunnen wraken. Dat is minder grappig dan dit op het eerste gezicht leest, omdat het een failliet van de Nederlandse rechtsstaat impliceert dat niemand op zijn geweten zou moeten willen hebben.
Maar wat mij door het achterhoofd spookt is het commentaar van Gerard Spong afgelopen week bij Pauw: dat de tijd die het OM heeft uitgetrokken voor de behandeling van deze zaak – twaalf zittingsdagen – eigenlijk absurd is. Absurd, omdat voor de behandeling van veel ernstiger zaken een middagje het maximum is dat rechters er aan besteden willen. Als er iets is dat de suggestie van een politiek proces zonder verder aarzelen over verdere definities voor mij duidelijk maakte was dit het wel. En het is een politiek proces waarbij een veroordeling al dan niet reputaties kan maken en breken. Voor sommige van de betrokken magistraten zal de uitkomst hiervan hun toekomstige carrière maken of breken.
Gevoegd bij de onwijsheid van het doorzetten van dit proces over de preliminaire verhoren heen – zoals Paul Cliteur gisteren expliciet duidelijk maakte – geven dit tweede Wildersproces een rottingslucht die extreem onaangenaam aandoet.