Hou je Antillianen thuis
Sheila Sitalsing maakt in haar column in de Volkskrant van 19-10 André Bosman belachelijk. VVD’er Bosman pleit ervoor “‘kansarme bewoners’ van Curacao, Aruba en Sint Maarten de toegang tot Nederland te ontzeggen.”
Bosmans initiatiefwetsvoorstel daartoe heeft het niet gehaald, stelt ze tevreden vast. En vervolgt op honende toon, nu wil hij dat Nederland ‘de verdere dekolonisatie’ van de ex-kolonie ter hand neemt.
Daarmee maakt Bosman zich in haar ogen schuldig aan een vorm van neokolonialistische lafheid. Want hebben Bosmans voorouders niet ‘de piraat uitgehangen’? Hebben die zich niet ‘verre buitenlanden’ toegeëigend? Lokale bevolkingen uitgemoord, mensenhandel bedreven, eeuwenlang de ‘dikke baas’ uitgehangen? Dat dekoloniseren gaat zo maar niet zegt ze ferm: “Betalen zullen hij en zijn nazaten (en) zorg dragen voor een fatsoenlijke levensstandaard.’
Ik begrijp Bosman wel. Ik heb jarenlang in de Bijlmer gewoond. Criminele Antillianen waren daar jarenlang een fenomeen. Ze waren jong en absurd gewelddadig. Een politieman vertelde over een oudere man die was beroofd en niet meer kon lopen. De overvallers, die later werden gepakt, hadden zijn achillespezen doorgesneden. ‘Dan kon hij ons niet meer achtervolgen’, was de logische verklaring van een zestienjarige dader. Mijn buurman, ook een oudere man, werd vier keer beroofd; lopend van de metro naar huis. Ik heb hem de vierde keer door de muur heen horen snikken.
Jong, ongeschoold, het Nederlands nauwelijks beheersend werden ze ondergebracht bij tantes of oma’s die ze niet in bedwang konden houden. Op straat kwamen ze hun soortgenoten tegen en versmolten tot ad hoc gangs die in wisselende samenstelling mensen beroofden. Mensen beroven was zo gewoon dat zij het onderling hadden over ‘even een 312’je doen’, naar het artikel in het wetboek van strafrecht diefstal met geweld.
Menigeen bij politie, reclassering of maatschappelijk werk vroeg zich in de jaren negentig al af of we niet moesten voorkomen dat deze jongens naar Nederland kwamen. ‘Wij kunnen niet zomaar naar de Antillen, maar voor hen bestaan geen beperkende maatregelen.’
En het ging maar door.
“Het gaat, heel concreet, om jongeren zonder scholing uit een stuk of drie Curaçaose achterstandswijken. Uit die groep faalt bijna 100 procent. Iedereen ziet dat aankomen. Toch laten we ze naar Nederland komen en de vernieling in gaan. We hebben jarenlang geprobeerd afspraken te maken met de Curaçaose overheid om de instroom van die jongeren te beperken. Want dat bleek niets anders dan een onbeperkte import van problemen. Dat is nooit gelukt. Ik vind het belachelijk dat de Antilliaanse overheid daartegen nooit heeft kunnen of willen optreden.”
Die woorden tekende de Volkskrant ruim negen jaar geleden op uit de mond van toenmalig oppositieleider in Rotterdam Bert Cremers (PvdA).
Vorig jaar stond in Elsevier een groot artikel over Hoe Antilliaanse bendes in Nederland te werk gaan. Het straattuig uit de tropische sloppen zet hun cultuur van geweld, bling bling en extreem lange tenen voort in tochtige portieken en op verregende parkeerterreinen.
En dat allemaal omdat onze voorouders zo nodig de piraat moesten uithangen. Omdat we ons ‘verre buitenlanden’ hebben toegeëigend. Lokale bevolkingen hebben uitgemoord, en mensenhandel bedreven en bovendien eeuwenlang de ‘dikke baas’ hebben uitgehangen.
Lieve mevrouw Sitalsing buitenlanden toe-eigenen deden de Grieken en Romeinen al, om nog te zwijgen over de Perzen, de Chinezen of de Arabieren. Ik laat de Spanjaarden in Nederland maar even buiten beschouwing. Sterke landen spelen nu eenmaal de baas over zwakkere landen. Dat heet geschiedenis. En bij dat ‘toe-eigenen’ gebeuren vaak nare dingen. Dat heet geschiedenis. Trouwens, vaak konden die verre buitenlanden onder ‘koloniaal’ gezag komen omdat de lokale bevolking in de blanken medestanders zag tegen de heersende, lokale en vaak wrede machthebbers. En die ‘dikke baas’, ja, die kennen we uit de marxistische cartoons. Maar vaak waren het magere kerels die zich het schompes werkten.
Na de Tweede Wereldoorlog hebben we een golf van dekolonisaties gezien. Afgezien van een aantal gedeeltelijke successen (India, Kenia) zijn er ook veel staten geweest die nauwelijks op eigen benen konden staan, kijk alleen maar naar de corruptie index.
En wij en onze nazaten zouden nu moeten betalen en zorg dragen voor een fatsoenlijke levensstandaard in dat soort corrupte landen? Ik dacht het niet mevrouw Sitalsing. Ik dacht het niet.