Bijnamen
Het is in de Verenigde Staten al minstens dertig jaar heftiger aan de gang dan in Nederland, en als gevolg daarvan zijn ook de reacties heftiger. Bijnamen worden vaak gezien als een ongezonde manier van onderscheiden. Maar is dat wel waar?
“Hey, Zwartje!” is gelukkig een onvoorstelbare manier van mensen aanspreken. Tegenwoordig in ieder geval. Want hoewel ik “Hey, Rooie!” en “Hey, Dikke!” nog wel heb meegemaakt, ben ook ik voldoende door de veranderende tijdgeest aangeraakt om dit onplezierig te vinden klinken. Toch is ook dit een uiting van een zekere politieke correctheid, want iemands uiterlijke kenmerken gebruiken in de manier waar op je hem/haar (sic!) aanspreekt, wordt algemeen gezien als iets dat je niet doet.
Toch, bijnamen hebben een functie. Waar namen ogenschijnlijk weinig verband houden met de persoon die ermee werd vereerd bij zijn/haar geboorte, is de kracht van een bijnaam dat je direct de associatie krijgt van de persoon die erbij hoort. Ook in geval van bijnamen die voor buitenstaanders niet direct terug te leiden zijn tot een specifieke persoon of gebeurtenis waarmee die persoon verbonden is, kenmerken dat een goed gevonden bijnaam direct de juiste associatie oproept. Het zijn juist de associaties van de oningewijden, die een probleem kunnen vormen – en dat ook vaak doen.
Een belangrijk kenmerk van een goede bijnaam is dat die op weinig anderen van toepassing kan zijn. Ook daarom is Zwartje eerder uitgestorven dan Rooie ofDikke – er kwamen in de jaren zeventig eenvoudig teveel Surinamers naar Nederland om nog van voldoende onderscheidend vermogen te kunnen spreken. Toen deze mensen in die tijd in autochtone vriendenkringen werden opgenomen dook soms de koosnaam Suri op, maar om dezelfde reden als Zwartje stierf het gebruik ervan snel uit.
Wie in staat is het gebruik van bijnamen in deze context te zien en begrijpen, snapt ook waar het racistische element een rol gaat spelen. Juist indien er teveel mensen rondlopen waarop een dergelijke benaming van toepassing kan zijn, wordt het een veralgemenisering – een typeaanduiding. Dat brengt met zich mee dat aan mensen op grond van hun uiterlijke kenmerken bepaalde eigenschappen worden toegedicht. En dàt is inderdaad een kenmerk van racisme.
Zit wat in.
Rooie hoor je nog wel, dikke niet meer.