DE WERELD NU

Uit het verplichte pensioenfonds

Moet je je pensioen zelf doen?

Helft werkenden wil uit pensioenfonds kunnen stappen. Berichtte vanmorgen de Telegraaf.

Er is al enige tijd een beweging gaande, om mensen in staat te stellen hun eigen pensioen op te bouwen, buiten de verplichting van staatsgecontroleerde molochs die veel te duur zijn en steeds minder uitkeren. Dat klinkt allemaal wel heel mooi natuurlijk, maar er zitten meer haken en ogen aan dan men zo op het eerste gezicht beseft. Waarover de Telegraaf berichtte klinkt allemaal heel liberaal – als een fonds naar jouw mening onvoldoende presteert, stap je over naar een beter presterend fonds – maar zo eenvoudig is het toch niet:

1) Een oudedagsbelegging is een lange termijn strategie. Helaas kun je daarbij ook niet eens garanties geven dat het zijn waarde voldoende behoudt. Een fraai voorbeeld is de min of meer ter ziele gegane gedachte van veel kleine ondernemers uit de jaren zestig tot en met negentig, dat hun zaak en bedrijfspand garant zouden staan voor een onbezorgde oude dag. Veel van dergelijke bedrijfjes werden echter door de tijd ingehaald, of waren gevestigd op punten waar niemand nog een nieuw bedrijf wilde beginnen.

2) Wie gaat beleggen met de gedachte steeds op een beter rijdende trein te springen, zal in circa 75% van de gevallen uiteindelijk slechter af zijn. Voor de 1% echte winnaars zal gelden, dat ze waarschijnlijk hun roeping hebben gemist (beleggingsadviseur).

3) Er zijn maar weinig beleggingsfondsen die echt slecht presteren – niet zelden veroorzaakt door verruimde beleggingsmogelijkheden, waar de zittende fondsmanagers uiteindelijk onvoldoende kaas van hadden gegeten.

4) Het voordeel van collectieve fondsen is dat niet alleen de lasten beter worden verdeeld, maar het soms ook extra baten oplevert. Niet iedereen kan tot op hoge leeftijd van zijn pensioen genieten – al is dit statistisch in de premies verdisconteerd.

5) Zoals hierboven gememoreerd, is een volledig private pensioenopbouw niet zonder risico’s.

6) In de meeste Europese landen geldt een staatspensioenstelsel, dat niet hetzelfde is als AOW. Maar waar men dan bij voorkeur niet al te veel over zegt, is dat die fondsen eveneens met grote en groeiende tekorten kampen. En dit zal op afzienbare termijn de meeste grote landen enorme problemen bezorgen – ook Duitsland.

Er is niets tegen een voorzichtige hervorming van het pensioenstelsel, maar een voortdurend heen en weer schieten achter het hoogste rendement aan, zal uiteindelijk slecht aflopen. Dat zijn juist de zaken die men aan de pensioenfondsmanagers moet kunnen uitbesteden – en om uw zorg voor te zijn: ja, dat moet wat mogen kosten. Want ook dat zal een onontkoombare consequentie van zo’n nieuw pensioenstelsel zijn.

En een laatste punt, waar men het bij veranderingsgezinden niet graag over heeft: een deel van de waarde van ons pensioen wordt mede bepaald door de stand van zaken in onze economie. Maar de eis om in eigen land te investeren, voorkomt ook dat fondsmanagers zich begeven in investeringen die ze nooit zagen en waarvan ze geen verstand hebben. Het huidige stelsel is zo gek nog niet.