Jansen Steur
De vrijspraak voor neuroloog Jansen Steur blijft in stand, zo heeft de Hoge Raad besloten. Zuur voor de slachtoffers, juridisch dienen uit deze zaak vooral lessen te worden getrokken.
Dat de slachtoffers teleurgesteld zijn kan ik me levendig voorstellen. Weinig wekt meer afkeer dan een prutsende dokter. Je geeft je met huid en haar aan een arts over als je je behandelen laat, daar helpt geen second opinion aan.
Daar staan wel wat puntjes tegenover die in deze zaak klaarblijkelijk niet konden worden meegenomen in de rechstpleging. Dat het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel door schuld al verjaard bleek lijkt me gebaseerd op een lacune in de wetgeving. een prutsende afts kan schade toebrengen die pas veel later duidelijk wordt, zodat de wet op dit punt eigenlijk aanpassing behoeft.
Een ander heikel punt in het verlengde hiervan, is de omerta die nogal eens gewoonte is in de artesenijkunde. Dat moet stafbaar worden – zeker even zwaar als het vergrijp zelf – al was het alleen maar om te zorgen dat het minder voorkomt dan nu het geval is. Want de gewoonte van artsen elkaar te dekken leidt er toe dat de verjaring eerder plaats kan vinden dan er maatregelen tegen de kwakzalver plaatshebben. Dat ondervang je door het bijzonder onaantrekkelijk te maken een andere arts te ‘dekken’.
Maar wat de Hoge Raad stelde moet onaangetast blijven:
„Die beslissing kan in cassatie niet worden overgedaan. Na weging van alle omstandigheden kon het hof tot vrijspraak komen. Die vrijspraak heeft het hof voldoende gemotiveerd”
Als je hier aan gaat morrelen, is het einde zoek. Compenserende veroordelingen die fouten moeten herstellen zijn de bijl aan de wortels van de rechtsstaat. In die zin vrees ik dat de cassatie – hoe sympathiek ook – geen verstandige zet was. Al is inderdaad moeilijk te zien hoe het OM anders had kunnen handelen na de verontwaardiging die na de vrijspraak door het Hof onstond. Maar desondanks had het OM dit toch moeten laten. Nu schoof het de verantwoordelijkheid door naar de Hoge Raad.
Maar wat ik nog erger vind: het hield de hoop bij de slachtoffers op genoegdoening levend. Als er niet langer redelijke mogelijkheden zijn om een zaak rond te krijgen, moet je de slachtoffers ook de kans geven daarme in het reine te komen zodat ze verder kunnen met hun leven. Hoe hard dat wellicht ook klinkt.
In asbest rechtzaken zijn echter uitspraken geweest bij de Hoge Raad die de verjaring ervan wel hebben gestuit doordat het ziektebeeld zich pas veel later heeft geopenbaard.