Complexe stupiditeit
Stupiditeit is niet alleen een mooi woord – ik geloof er ook in als karakteriserend voor onze maatschappij. We worden van jongs af aan zodanig gebombardeerd met de ‘juiste mening’ dat er in een later deel van ons leven weinig ruimte meer blijkt voor reflectie. Reflectie op ‘feiten’ die ons van jongs af aan zijn bijgebracht.
Zoals met veel van dit soort zaken heb je natuurlijke stupiditeit en kunstmatige. De natuurlijke is die van mensen die men op de basisschool al niet kon overtuigen dat twee plus twee vier is, omdat een plus een twee is. Dat levert een beperkt wereldbeeld, maar is daarom niet noodzakelijk een grote handicap. Ik heb massa’s mensen gekend die op basis van een beperkt wereldbeeld heel gelukkig werden. Meer eigenlijk dan mensen met een complex wereldbeeld die gelukkig werden, als ik er goed over nadenk. Want veel mensen hebben het er maar moeilijk mee, zich alle vereisten van een complex wereldbeeld eigen te maken. Zij lossen dat vaak op door het ontwikkelen van kunstmatige stupiditeit.
Deel van die laatste stupiditeit kenmerkt zich door het ontwikkelen van blinde vlekken. Domweg iets niet meer willen herkennen voor de juiste kleur, omdat U weet dat het zwart is. Of bruin. Of rood. Dat iets oranje met schuine turquoise strepen is kunnen mensen dan wel zeggen, maar als je weet dat iets zwart is, is het zwart. En sinds de postmoderne opvatting regeert dat iedere mening waard is om gehoord te worden aangezien je er een hebt – mits van de juiste snit en complexiteit – ben je gerechtigd vol te houden dat iets zwart is als je maar voldoende medestanders hebt. Om nog even terug te komen op dat oranje met schuine turquoise strepen: aangezien dat niet bestaan kan, bestaat het ook niet, want het is zwart, weet u nog? Dat is waarom veel mensen zo’n hekel aan feiten hebben: die doen pijn aan de ogen.
Zo’n oranje met schuine turquoise strepen-feit herkende ik deze week een paar maal bij de uitslagen van het GeenPeil-referendum. Want dat de stembureaus voor het overgrote deel werden bemenst met voorstanders van het JA is weliswaar niet uitgezocht (dat zou me weer een rel opleveren, hoewel het objectief niets zou zeggen), maar het is een feit. Niet zonder reden kwamen op 6 april zelf berichten los van stembureaus waar enige op zijn minst bijzondere onregelmatigheden voorkwamen. Zoals leden van een stembureau die zich laatdunkend uitlieten over het plebisciet waarover ze zelf presideerden, en meer van dergelijke curiositeiten.
Kunt U zich voorstellen dat iemand achter de tafel op een stembureau prominent een grote button van de Nederlandse VolksUnie draagt? Het equivalent kwam op 6 april meerdere malen voor. Dat kun je beschouwen als beangstigend, maar het is vooral bizar. Bizar, omdat het getuigt van denken van het hebben van kennis die de stemmers niet hebben. Van kennis die het referendum onzinnig maakt. Alsof de katholieke kerk een referendum over het bestaan van de hemel houdt, en daarover laat presideren door bisschop Gijssen die na afloop ook de stemmen tellen zal.
Zou die Gijssen zich hebben kunnen voorstellen dat iemand niet in de hemel gelooft? Ongetwijfeld was daar in zijn gedachten geen plaats voor, zodat hij een sterke drang heeft om ongeteld te noteren dat alle stemmers in de hemel geloofden. Precies wat in een aantal stembureaus gebeurde op 6 april. Hoe kun je nu tegen iets zijn dat de EU zo goed voor ons geregeld heeft?
Deze complexe stupiditeit beschermt velen tegen verkeerde denkbeelden. Maar ook tegen het herkennen van oranje met schuine turquoise strepen als men weet dat het zwart behoort te zijn. Met intelligentie heeft dat helaas niets meer te maken.
De spijker op zijn kop, zo kort en zo helder, het verklaard de stupiditeit van onze regering op heel veel punten.
Zij kunnen zich Nederland als zelfstandig soeverein land niet meer voorstellen want dan wordt Brussel boos.
Wat een afgang voor een eens zo trotse natie.!