DE WERELD NU

Handhaven van illusies

Bedreigingen, eenheid van prijs, een land van deugers, Academisch tuig, Stalinisme, Duitsland, Applestore overval, Olympische Spelen, Rechters, wereldregering, Oekraïne, Therapeutenangst, Qatar, Cultuur en politiek, Onveilig, basis, Politiek, Zwart, Overlast, Vrouwen en kinderen

Handhaving van regels dient objectief gezien maar één doel te hebben: het leven zo gladjes mogelijk te laten verlopen, voor iedereen. Dit zou in ieder geval moeten volgen uit de essentie van regels, die als het goed is juist dat beogen. Overheden die dit doel uit het oog verliezen hebben andere belangen dan hun burgers ontwikkeld, of begrijpen het doel van hun eigen bestaan niet langer.

Een voorbeeld van het laatste kwam manifesteerde zich eergisteren weer eens in een berichtje in de Belgische krant De Standaard, waarin door de auteur werd herkend dat de uitkomsten van een onderzoek van de Universiteit van Gent toch ietwat merkwaardig zijn, in het licht van de hierboven gestelde doelen van overheidsoptreden. Een Belgische politieman werd als volgt geciteerd:

‘Omdat cijfers zo belangrijk zijn, ga ik geregeld in burgerkledij de straat op. Zo kan je veel meer vaststellingen doen dan wanneer je in uniform bent’ (…) ‘De mensen zien je anders afkomen en passen dan op hun tellen. In burgerkledij heeft niemand je gezien. Elke keer als ik zonder uniform de straat op trek, tikt dat geweldig aan.’

Een typisch voorbeeld van overheidsoptreden waarop niemand zit te wachten, behalve de leidinggevenden die willen kwantificeren dat in hun eenheid hard wordt gewerkt.

Niemand zal bestrijden, dat het zeer moeilijk tot vrijwel onmogelijk is om in cijfers te vangen hoe effectief politieoptreden is, al maakt de Nederlandse politie het met de (zeer lage) oplossingspercentages van misdrijven het dan wel zeer bont. Dat men in Nederland in de afgelopen kabinetsperiode echter besloot de verkeerscontroles sterk terug te brengen, omdat onder de bevolking steeds sterker het idee begon te leven dat deze weinig anders zijn dan een verkapte vorm van belastingheffing, komt dit probleem al voor een belangrijk deel tegemoet. Maar wat dit Belgische onderzoek nog het meest pijnlijk duidelijk maakt, is dat politiemensen door dergelijke effectiviteitseisen het zicht op de essentie van hun werk verliezen.

Ter illustratie een van mijn favoriete anecdotes over effectief overheidsoptreden:

De Romeinse gouverneur Plinius de Jongere (61- ca. 113) kreeg een klacht voorgelegd over christenen in zijn provincie Cilicië. Na onderzoek kwam hij tot de conclusie dat deze mensen niets gedaan hadden dat zijns inziens vervolging rechtvaardigde, en hij schreef een brief naar keizer Trajanus waarin hij de zaak uiteenzette, en verzocht om advies hoe te handelen. Het antwoord was verhelderend: christenen waarover geklaagd werd hadden de openbare orde verstoord, zodat tegen hen moest worden opgetreden. Om dezelfde reden werd het Plinius ten strengste verboden om christenen op te sporen om te kunnen berechten, want ook dat zou de openbare orde meer verstoren dan wenselijk was.

Dit belicht de essentie van een goed functionerende overheid. Daaruit kun je maar één conclusie trekken: als de politie ophoudt een maatschappelijk smeermiddel te zijn, heeft ze haar functie verloren. Dat dat veel vraagt van de gemiddelde politieagent mag duidelijk zijn, maar er is meer dan dat. Het vereist ook een duidelijke terughoudendheid van regeringswege wat betreft regelgeving door de overheid.

Dit is een besef dat bij onze parlementariërs te zeer ontbreekt, in een tijd dat ze zich sterk laten opjutten door de media, en beleidsmedewerkers die uit zijn op voortdurende verbetering van een bestaande situatie. Iets verbeteren wat goed functioneert is alleen nastrevenswaardig als de verbetering meer dan gradueel is, aangezien de opschudding die dit veroorzaakt meer nadelen dan voordelen heeft.

 

 

Eerder verschenen op Dagelijkse Standaard.