Heiligen en hun counterpart
Een Hindoe Swamiji, die dertig miljoen volgelingen had, de meesten in zijn vaderland maar ook een paar duizend in Nederland, logeerde bij een vriend in Nederland. Die had mij in verband met dat bezoek uitgenodigd. Er was een religieuze bijeenkomst die plaats zou vinden in zijn tuin in Bosch en Duin.
Ik ben zelf niet zo godsdienstig, maar kom uit een familie die dat wel is en godsdienst als verschijnsel interesseert me. Ik heb van de gelegenheid gebruik gemaakt om een lang gesprek met deze Swamiji te voeren.
Het heeft mij altijd verbaasd dat mensen in Nederland en andere westerse landen zich tot oosterse godsdiensten wenden waar ze geen culturele verwantschap mee hebben terwijl het christendom als het ware tailor made aanwezig is. Ik vroeg hem daarnaar.
Het antwoord dat hij me gaf was dat het christendom geen heiligen meer leverde en dat een godsdienst zonder heiligen geen bestaansrecht heeft. Hij bleek geen onderscheid te maken tussen stichters van godsdiensten, heiligen, profeten, wonderdoeners en Swamiji’s als hij zelf. Voor een buitenstaander zoals ik was dat een verhelderend inzicht. Voor het bevorderen van het goede op aarde zijn heiligen nodig. Het is de gemeenschap van de gelovigen, die meer dan de stichter of de profeten en heiligen het geloof creëert, maar de gelovigen gebruiken hun heiligen als focuspunt.
De Swamiji vertelde mij dat de vormgeving van de sekte die hij leidde een zaak was geweest van zijn volgelingen en niet van hem. Zelf deed hij waartoe hij zich geïnspireerd voelde en met steun van zijn gelovigen waren dat soms wonderen. Hij vergeleek het met het toneel dat grote acteurs met behulp van hun publiek kunnen creëren en met het effect van grote redenaars. Daar kwamen trucs en professionele hulpmiddelen aan te pas maar het creatieve moment zat in de wisselwerking tussen de wonderdoener en zijn publiek. Hij vond de meest godsdiensten goed en in elk geval beter dan een leven zonder godsdienstige inspiratie.
Voor iemand zoals ik met een half roomse, half calvinistische achtergrond en zonder godsdienstige voorkeuren was een dergelijke opvatting nogal verrassend, zeker uit de mond van iemand die zelf voor een profeet doorgaat bij zijn volgelingen. Vooral omdat het volkomen voorbij ging aan het inhoudelijke aspect van de religie. Misschien deed hij dat alleen voor mij, omdat hem een gesprek op basis van zijn eigen godsdienstige uitgangspunten met mij niet mogelijk leek, maar toch.
De Swamiji vond godsdienst goed omdat het aan een als dringend gevoelde behoefte voldoet. Hij begreep heel goed wat mijn landgenoten bij hem kwamen zoeken. Iets in elk geval wat ze bij zijn Nederlandse collega’s niet konden vinden. Ik heb over dit gesprek nagedacht en ben tot de conclusie gekomen dat hij gelijk moest hebben. Heiligen en hun counterparts, de echt slechte mensen, zijn een focus voor goed of slecht in de samenleving waar ze deel vanuit maken. Ze maken langs die weg hun samenleving beter of slechter.
Hitler is een goed voorbeeld van een slechte focus. Niet omdat hij, zoals veel van zijn biografen ons willen doen geloven, een soort wandelende verzameling was van slechte eigenschappen. Dat zou niet hebben gewerkt. Iemand die aanhang heeft bij het grote publiek moet over een flinke voorraad goede eigenschappen bezitten, anders volgen ze hem niet. Hitler had één dominante slechte eigenschap, hij was letterlijk vervuld van haat. Hij haatte en minachtte Fransen en hun Verdrag van Versailles; hij haatte de volkeren van Oost Europa die de Duitse Habsburg-monarchie hadden opgeblazen; hij haatte de Tsjechen en hij haatte vooral de Joden, de twee serieuze economische concurrenten van de Duitsers in het Wenen van zijn jonge jaren. Hij haatte de kosmopolitische wereld, de westerse beschaving, met zijn wereldwijde democratie en mensenrechten, zijn socialisme en kapitalisme, die de etniciteit van zijn Duits-Oostenrijkse geboorteland waren komen vervangen.
Voor de joden was de humanistische wereld de bevrijding uit het etnische getto van Oost Europa. Zij speelden een hoofdrol in de meeste belangrijke aspecten van de moderne wereld. Voor onze westerse wereld, die in Amerika en West Europa onbetwist liberaal en humanistisch is geworden, is de basis van Hitlers jodenhaat niet goed meer in te voelen, maar de Arabieren in Palestina en ook de Serven in Kosovo hebben er minder moeite mee. Die basis is etnisch en de sleutel voor het ontstaan van haat vervulde samenlevingen als die van de nazi’s en de moslims zijn focuspunten als Hitler en Bin Laden, bekers gevuld met haat.
—————————————————————————————–
Eerder verschenen op het Blog van Toon Kasdorp