Regeren. Maar hoe?
In tijden dat de democratie onder druk staat – zoals tegenwoordig onmiskenbaar het geval is – ben ik geneigd terug te grijpen op ideeën die ik daarover ooit las, en die nog eens tegen het licht te houden.
Een interessante man met scherpe observaties was de Amerikaanse SF-schrijver AE van Vogt (1912-2000). Wellicht zijn bekendste uitspraak is “The right to buy weapons is the right to be free” (1942), en zoals zo vaak met dergelijke uitspraken duurt het even eer de diepere waarheid er van tot je doordringt. Het zou een Libertarisch tegeltje kunnen zijn, maar Van Vogt gebruikte het niet ongeclausuleerd, zoals libertariërs maar al te vaak geneigd zijn te doen.
Het boek waarin bovenstaande quote verscheen, bevatte ook nog deze:
Our belief is that people always have the kind of government they want and that individuals must bear the risks of freedom, even to the extent of giving their lives.
Dit heeft consequenties. Uiteindelijk komen die neer op: als mensen niet tevreden zijn met de wijze waarop ze geregeerd worden, moeten ze die wijze veranderen.
Deze gedachten ontstonden in een tijd (het Interbellum) dat democratie niet langer als hoogste doel en eindpunt van een ontwikkeling werd gezien. Dictaturen, soms gebaseerd op een democratische façade, bepaalden het wereldbeeld. De manier waarop in de Tweede Wereldoorlog de strijdende partijen zich uiteindelijk groepeerden, betekende dat vrijwel vast stond dat ook na de oorlog deze situatie in stand zou blijven. En dat was vóór er ooit sprake was van het ontstaan van communistisch China.
Het citaat dat regeringen veranderd moeten worden indien men er niet tevreden mee is, is niet speciaal kort door de bocht, maar de implicaties zijn niet direct naadloos passend in wat wij gewend zijn te denken. In de eerste plaats is daar de onderliggende gedachte van volkssoevereiniteit op een heel basaal niveau. Dat verschilt nogal van de manier waarop regentesk Nederland denkt dat de wereld georganiseerd moet worden, en is er eigenlijk in volkomen tegenspraak mee. Want de Nederlandse regenten laten bij voortduring merken, dat wat de bevolking vindt hen maar matig interesseert. Het gaat meer om het volgen van elkaars geursporen. En dan nog alleen de geursporen van regenten met invloed in Den Haag.
Dat roept de vraag op, in hoeverre een oligarchische kliek zoals de Haagsche, werkelijk democratischer is dan een welwillende dictatuur die zich nadrukkelijk op de hoogte houdt met wat onder de bevolking leeft. Democratie is immers meer dan een vierjaarlijks uitje naar de stembus om de hoek. De essentie zou moeten zijn, dat de wijze van regeren uitdrukking geeft aan de wensen van de bevolking, met in acht name van mogelijkheden en beperkingen. Ook, vooral eigenlijk, met het oog op ontwikkelingen op de lange termijn. Democratie zou daardoor meer gebaat zijn met een debat over de toekomstige richting van beleid, dan met de tweede decimaal achter de komma in de koopkracht van een uitkeringsgerechtigde – waar men in de politiek van de jaren tachtig nog wel eens in verviel.
Wie dat afzet tegen de wijze waarop onze huidige democratie is georganiseerd, ziet weinig anders dan een heen en weer rennen van gedienstige baasjes. Zij proppen ons enerzijds van alles in de mond wat we geacht worden te waarderen, maar geven ons anderzijds niets van wat wij minstens zo hard nodig hebben: het besef van een doel waarnaar we streven – als natie, vooral. Als het daarover gaat worden die gedienstige baasjes plotsklaps hautaine regenten – te arrogant om toe te geven dat ze werkelijk geen flauw idee hebben waartoe en waarheen zij ons leiden willen of zullen.
Instinctief weten de gedienstige regentjes namelijk wat hen boven het hoofd hangt. Ze zullen er worden uit gegooid als je het aan de mensuh overlaat. Dat ze in staat zijn de bevolking met repressie en staatspropaganda in het gareel te houden, en denken dat dit altijd werken zal, is wat overwonnen moet worden. De voortdurende demonisering van mensen die een debat op gang willen brengen dat tot ‘ophef’ zou kunnen leiden, is extreem ongezond.
Artikel met SPIRIT !
bedankt.