Evolutionaire godsdienst
Toon Kasdorp ziet een functie voor een sociale wetenschap die zich bezig zou houden met evolutionaire godsdienst.
Ik kwam vandaag ergens tegen dat Frits, de zoon van wijlen Adriaan Kortlandt, in Leiden evolutionaire taalwetenschap doceert, als een soort offshoot van Algemene Taalwetenschap. Een uitstekend idee, dacht ik. Vrijwel alles in onze samenleving is een product van de evolutie en taal is dat niet alleen in cultureel maar ook in genetisch opzicht. Hoe heeft de Algemene Taalwetenschap het ooit zonder kunnen doen?
Wat we ook nodig hebben dacht ik toen meteen, is een evolutionaire godsdienst wetenschap.
Fundamentalistische gelovigen wijzen de evolutieleer af, omdat die niet met de scheppingsmythe van hun godsdienst in overeenstemming is te brengen. Maar biologie, biochemie en ook maatschappijleer zijn niet goed te begrijpen zonder de evolutieleer en dat maakt die leer tot een toetssteen voor iedere gelovige wetenschapper: hij moet kiezen. De meesten kiezen voor de wetenschap, maar op de manier van Descartes: ze houden wetenschap en geloof voor twee gescheiden categorieën, voor waarheden die naast elkaar bestaan en zij mijden een discussie over het onderwerp.
Dat kan maar tot op zekere hoogte want er zit voor de gelovige bioloog nog een probleem aan het bestaan van de evolutieleer: het kan niet anders of ook voor zijn geloof moet een evolutionaire verklaring bestaan. Religie komt in praktisch alle menselijke samenlevingen voor, al varieert de inhoud.
Mensen blijken sterker aan hun geloof te hechten al naar gelang hun samenleving grotere problemen ondervindt. De inhoud van de religie schijnt daarbij irrelevant te zijn, maar de intensiteit is belangrijk. Hoe meer van de gelovigen wordt gevraagd en hoe meer zij bereid zijn voor hun geloof te doen, hoe sterker de heilzame werking op de samenhang van de gemeenschap.
Dawkins en anderen twijfelen aan de werking van de evolutie op een ander terrein dan dat van de individuele mens, maar die theorie kan onmogelijk juist zijn. Samenlevingen ondergaan veranderingen en passen zich aan hun omgeving aan. Samenlevingen zijn voor hun leden het belangrijkste aspect van de wereld waarin zij leven. Het is daarom voor de hand liggend dat de genetische selectiedruk op leden van de samenleving veranderingen in hun gedrag en het overige fenotype veroorzaakt die van invloed zijn op samenlevingen. Een dergelijke tweetraps aanpassing is vergelijkbaar met veranderingen op cellulair niveau, die aan veranderingen in gedrag of uiterlijk van individuen ten grondslag liggen. Die veranderingen zijn wel degelijk genetisch van oorsprong en het lijkt voor de hand te liggen dat dit ook bij veranderingen in de samenleving mogelijk is.
Hoe dan ook, genetisch of cultureel, godsdienst lijkt een door de evolutie geproduceerde aanpassing te zijn van menselijk samenlevingen die deze in staat stellen beter te overleven. De aard van dat voordeel zou een onderwerp van studie horen te zijn maar wel een die een nieuw conflict tussen gelovigen en wetenschappers zou kunnen veroorzaken. Niet voor de gelovigen die, als Spinoza, het geloof op een wetenschappelijke manier in hun leven een plaats hebben gegeven, maar dat zijn er maar weinig.
Dit artikel verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp
Dawkins heeft die opvatting over evolutie, maar Daniel Dennett (waar ik mijn zoon naar hebt vernoemd!) ziet ook op cultuur (waaronder collectief geheugen en doorgeven van vaardigheden aan volgende generaties) de evolutionaire processen van toepassing en die daarmee onderdeel zijn van de evolutie van de mens.
Voor taal en godsdienst geldt dat natuurlijk dan ook.
De vraag is wat een religieus bewustzijn van de mens van belang is (geweest) voor de evolutie. Hebben (hogere) diersoorten ook iets van een religieus bewust zijn. Is bijvoorbeeld kudde-vorming in het dierenrijk daar een uiting van?
Lees van Dennett : “het gevaarlijke idee van Darwin” en de nieuwste: “Van bacterie naar Bach en terug – De evolutie van de geest”.
@Dick H. Ahles
‘De vraag is wat een religieus bewustzijn van de mens van belang is (geweest) voor de evolutie.’
In beginsel (voor religie gekaapt wordt door machts-(f)actoren) zorgt de (vermeende) aanwezigheid een opperwezen voor bescheidenheid en relativisme.
Als ik om mij heen kijk. mijn oren en ogen ten luister leg, is de meerderheid onze soort, de mens, al een hele poos megalomaan betreffende onze rol op deze planeet, zeker in verhouding tot deze planeet de Aarde, en alles dat deze planeet heeft voortgebracht. Deze planeet/de natuur/God kan prima zonder ons, maar wij niet zonder deze planeet.
Theocratie evolueert en floreert wanneer een maatschappij ten gronde is gegaan door tolerantie en apathie, zei de imam laatst nog in de moskee.