Tussen harde angst en lieve angst
Cartoonisten die worden afgeslacht, politici en critici onder doodsbedreiging, atheïstische bloggers die worden doodgehakt of zweepslagen ontvangen: de angst voor Islam, en onmiddellijker, de angst om Islam te bekritiseren is al talloze keren bewezen een rationele angst te zijn.
Harde angst en ontkenning
Behalve dood is er ook het geweld dat vaak nog onder de media-radar heerst: mishandeling, intimidatie, spugen, tegels gooien (deze ramadan toch in beeld gekomen). Deze werkelijkheden erkennen betekent het erkennen van je angst om het in de ogen te zien. Om onze veiligheid en gemoedsrust te beschermen, maar vooral het ego, is ontkenning onweerstaanbaar. “Weg met die realiteit van gezichtsverlies! Ik ben gewoon geen tokkie!”.
In Nederland mogen we misschien toch een beetje trots zijn dat deze persoonlijke aanvallen dankzij Fortuyn enige tijd erkend werden in delen van de media. In de meeste Westerse landen gebeurt dat nu pas schoorvoetend, en dan voornamelijk nog via het internet. Deze nare dagelijkse ervaringen zouden anders vaak nog steeds worden weggezet als de zorgen van een rand-groepje “arbeiders” (niet opgeleid tot multi-cult clerus). Dit heeft alleen geen overredingskracht meer vanwege de overgrote hoeveelheid mensen die het zelf hebben ondergaan, of een slachtoffer kennen. Deze groep mensen bleek groot genoeg om alternatieve nieuwsmedia te ondersteunen die het mainstream media-establishment dreigen te gaan overstijgen in invloed. Dit blijkt ook uit de val van het linkse narratief. Aanvankelijk was de reactie (behalve het wegschreeuwen van de waarheid) om het gebrek aan bronnen aan te duiden, en vervolgens om de bronnen zelf van de hand te wijzen. De reacties op de nieuwjaarsnacht in Keulen, en de openbaring van media-stilte inspireerde asserties dat mensen die hier iets om gaven “eigen redenen” hadden (dat klopt; we willen dat dit niet gebeurt).
Misschien was dit de druppel, of misschien was het publiek plots te rationeel en onafhankelijk in denken om nog door deflectie en obfuscatie in verwarring gebracht te worden. Het lijkt waarschijnlijker dat mensen oren en ogen hebben, dat het multicult-narratief té zeer haaks staat op de dagelijkse realiteit. Iets is niet langer een persoonlijke anekdote, wanneer deze door een meerderheid is beleefd. Als de multicult deze anekdote-tsunami nu nog van de hand wijst, verklaart zij dat een substantieel deel van de bevolking niet op haar woord vertrouwd kan worden. Daarmee zou zij zichzelf feitelijk marginaliseren.
Lieve Angst en onwil
Ik vermoed zelfs dat persoonlijke anekdotes juist een reden zijn geweest dat struisvogelgedrag zo hardnekkig lang kon blijven bestaan. Om een persoonlijke dynamiek aan het licht te brengen zal ik een eigen persoonlijke anekdote, en algemene beleving van interactie met moslims geven uit de vroege 2000’s. Bij mijn baan destijds waren de oudere, Marokkaanse heren religieuze moslims. Behalve het zeer vriendelijke informeren hoe het met mij en mijn familie ging en vaderlijk adviezen, viel me ook een andere gedeelde karakteristiek bij veel van hen op. Humor was nooit ten koste van een ander en werd niet beantwoord met een schaterlach; eerder bestond humor uit gedeelde observaties en gezichtsuitdrukkingen. Mogelijk heeft dit te maken met deze Hadith (excuses voor parafrasen, ik geloof dat dit de kern is):
“Jonge mannen van de Quraish bezochten Aisha toen zij in Mina was en zij lachten. Aisha zei: “”Waarom lachen jullie?”. Zij antwoorden: Een persoon struikelde over het touw van een tent en stond op het punt zijn nek te breken of zijn ogen te verliezen. Aisha antwoorde: “Lach niet, want ik hoorde Allah’s boodschapper (vrede zij met hem) zeggen: als een Moslim in ernstige problemen komt, dan is er zeker een hogere rang voor hem en zijn zonden vernietigd”.
En:
‘Wees fatsoenlijk in je gedrag en minacht dit niet, ook al gaat het er maar om je broeder met een vriendelijk gezicht tegemoet te treden.”
Dit kan de zachtheid en beleefdheid verklaren die ik vaak mis in het directe, steeds onbeleefder en vaak banale Nederlandse gedrag. Maar het was toen ook al universeel bekend dat gewelddadige misdaden en intimidatie buitenproportioneel door jongeren en jonge mannen van Turkse en Marokkaanse afkomst werden gepleegd. Een deel van het gedrag van deze jonge mannen was duidelijk haram (bier drinken is het duidelijkste voorbeeld). Hoe moesten we dit begrijpen? De Islam kwam op de voorgrond via de rapportages over Islamitische jeugd die elf september toejuichten, na de moord op Theo van Gogh, en het groeiende gevoel bij sommigen dat Islam een antiwesterse identiteit in hield, als een uitdrukking van xenofobie tegenover de Westerlingen tussen wie zij leefden. Als tegenpool leken traditionele, religieus geklede moslims zich aan een sociale gedragscode te houden die we al enige tijd misten. Dit was een verwarrend probleem.
Er was onwil om te spreken over de overduidelijke sociale problemen omtrent immigratie en gebrek aan integratie van Islamitische immigranten, dat niet te verminderen met het opgroeien van nieuwe generaties. Ik vermoed dat deze onwil niet alleen vanuit de rationele angst voor geweld was, of de narcistische angst om een faux-pas te maken, maar ook vanuit een “lieve angst”. Een angst dat het aankaarten van de problemen de gevoelens van zachte, aardige mensen zou kwetsen. Maar dit is niet rationeel. Door het probleem te negeren zijn we helemaal niet vriendelijk voor deze mensen geweest, via cultureel relativisme hebben we zelfs de deur open gehouden voor Wahhabisme om zich in hun midden te verspreiden. En daarbuiten hoort het duidelijk te zijn voor goede, ethische mensen dat de ernst van de gebeurtenissen en situatie kritiek op een ideologie en haar gevolgen noodzakelijk maakt, en dat “niet alle moslims” vanzelfsprekend is, maar daarom ook niet steeds apart benoemd zou moeten hoeven worden.
Hoe langer we de realiteit ontkennen, des te verder zal de harde angst de lieve angst eroderen. Dit zullen we terugzien in de onvermijdelijke aanpak die te wachten staat. Stel aardig zíjn boven aardig líjken en erken de realiteit. Want om een oud punt te herhalen: we slenteren richting een continentaal Sarajevo.
Amen.