Wiskunde zonder knobbel – nou en?
Toon Kasdorp had aardigheid in wiskunde, maar vond dat te veel mensen er om de verkeerde redenen van ontslagen worden het te leren.
Toon Kasdorp had aardigheid in wiskunde, maar vond dat te veel mensen er om de verkeerde redenen van ontslagen worden het te leren.
Wie voldoende hersenen heeft kan wiskunde leren, als hij maar een behoorlijke basisopleiding krijgt. Die basis is heel belangrijk.
Is begrip voor wiskunde genetisch bepaald, of kan goed onderwijs voorkomen dat leerlingen zich voor de materie afsluiten zodat alle streven ijdel wordt?
Of met andere woorden: de wal gaat het schip keren, en een schipbreuk voor de linkse kerk is aanstaande. Gelukkig maar, al is het voor veel zaken te laat.
Ligt het probleem dat meisjes minder goed zijn in wiskunde aan de opvoeding van huis uit? Dit betoog verdedigt dat.
In de negentiende eeuw was een trompe-l’œil iets om aan de wand te hangen; het was een voorwerp dat een vorm van gezichtsbedrog bevatte, iets wat de mensen in die tijd fascineerde.
Wie wiskunde niet begrijpt vindt het meteen ook een vervelend vak. Maar daarvoor is geen noodzaak, vindt Toon Kasdorp.