Stigmatiseren – je hebt woorden en je hebt woorden
Je hebt woorden die van start af stigmatiserend zijn, en woorden die het mettertijd werden. Stigmatiseren? Soms is dat alleen maar een gevoel.
Een vriend merkte in de mail op dat er toch een heel verschil is tussen of je mensen uitkeringsgerechtigden noemt, of uitkeringstrekkers. Het verschil met de situatie die ik gisteren besprak, dat de PvdD in Rotterdam protesteerde tegen het gebruik van het woord “ongedierte” zal bijna iedereen duidelijk zijn. In het geval van uitkeringsgerechtigden of uitkeringstrekkers gaat het er om hoe je van start af in de toekomst de begunstigden kwalificeren gaat. En dan zijn mensen als uitkeringstrekker veel sterker gestigmatiseerd dan als uitkeringsgerechtigde. Hoe kwamen we daar vandaag op? Oh ja:
Verder heeft BIJ1 het voortaan liever niet meer over ‘werklozen’ in de banenplannen van de gemeente, maar over ‘mensen zonder baan’, die volgens de fractievoorzitter vaak een grotere bijdrage leveren aan de samenleving dan werkenden.
Gaap.
Maar. dat stigma kàn veranderen. Neem nu het woord “allochtoon”. Sinds kort (al bijna drie jaar, zag ik tot mijn schrik. Ik heb er al meer over geschreven.) is het ambtenaren verboden dat woord nog te gebruiken. Tegenhanger autochtoon is trouwens nog steeds in gebruik – alsof dat de stigmatisering niet verder vergroot – maar waar het mij om gaat: die stigmatisering betrof bij aanvang al niet het woord, maar het concept. Je behoeft derhalve geen visionair te zijn om te voorspellen dat elke term die “allochtoon” opvolgt en als zodanig herkend wordt (en anders is het woord niet effectief, dus zo mogelijk nog zinlozer), zonder twijfel hetzelfde stigma gaat krijgen. Hier is een andere, nieuwe term zoals u ziet zinloos – wat progressieven niet zal weerhouden het toch te bepleiten.
Het gaat met “allochtoon” om stigma’s die zich reeds tussen de oren hebben genesteld. En zo lang ze daar niet tussenuit komen is alle streven zinloos. Toch biedt die constatering hoop voor de toekomst, maar niet de hoop die de luitjes van PvdD en Bij1 nastreven. Een stigma als dit zit tussen de oren van iedereen, en verdwijnt pas als er geen reden meer voor is. Daaruit kun je al (en zou je moeten!) concluderen dat het met kleur weinig te maken heeft. Dat is een schop tegen het verdienmodel van Simons cs, maar dat zou de kwestie niet mogen zijn.
Hoe ontstaan dergelijke stigma’s? De simpletons van extreemlinkse huize beweren strijk en zet dat een kleurtje het enige criterium is. Waarom zijn sommige stigmatiserende uitdrukkingen dan uit het dagelijks taalgebruik verdwenen, op zodanige wijze dat je minstens zestig moet zijn om ze nog naar waarde te kunnen schatten? Terwijl de kleurtjes de kleurtjes bleven?? Ik denk nu speciaal aan de bevolkingsgroep die ooit werd betiteld met termen als ‘ploppers’ en ‘blauwen” (en spleetoog hoor je helemaal nooit meer). Weinig mensen van onder de 50 zullen die woorden nog herkennen; je moet boven de zestig zijn (of uit Den Haag komen) om ze nog volledig op waarde te kunnen schatten. Waarom zijn deze termen zo goed als verdwenen? OMDAT HET ONDERSCHEID DAT DIE TERMEN – in zekere mate – FUNCTIONEEL MAAKTE WEG IS. Als kleur nog het enige verschil maakt, is onderscheid maken niet van belang, behalve als algemene aanduiding zonder inhoudelijke connotatie.
Zoals u ziet: is er hoop. Zoals u ook zien zult, komt die niet van de zeloten die voor het veranderen van etiketten pleiten. Die moeten helaas worden herschoold, en van hun raciale vooroordelen worden verlost.
Wij autochtonen hebben uitkeringstrekkers altijd uitkeringstrekkers genoemd. Zoals het ook gewoon was te spreken over ‘trekken van Drees’ als je aow kreeg. Nu er hier allochtonen zijn moeten we (zeggen ze) spreken van uitkeringsgerechtigden omdat het denigrerend zou kunnen zijn of kwetsend of zelfs discriminerend. Ik heb trouwens zelf ook ooit gebruik gemaakt van mijn recht om ‘te trekken’ van mijn recht op een uitkering. Moet ik me nu met terugwerkende kracht gedenigreerd, gekwetst of gediscrimineerd voelen?
Woord-gebruik, woord-gebruik, woord-gebruik ….
De werkelijkheid kun je lang ontlopen. Maar de gevolgen daarvan, kun je niet ontlopen’ –
Hannah Ahrendt.