Politiek Dilettantisme66 en referenda
Het politiek dilettantisme van D66 zou bijna aandoenlijk zijn, als het niet zo gevaarlijk was. Het blijft uiteindelijk een non-descripte middenpartij.
Het punt van non-descripte middenpartijen is dat hun leden wel aan politiek willen doen, maar geen standpunten innemen waarop ze later kunnen worden aangevallen door ‘redelijke mensen’. Hetgeen vanzelfsprekend inhoudt dat de partij principieel mikt op het leveren van kleurloze en autocratische bureaucraten met een vleugje progressiviteit. Goed bedoeld, maar jammer dat progressiviteit uit de mode is. Wat overigens weer als schijnbaar voordeel heeft dat veel stemmers die voorheen de PvdA verkozen tegenwoordig hun stem inleveren ten gunste van circus Pechtold & In ’t Veld c.s.
Probleem van deze mensen is dat het ze werkelijk niet schelen kan wat er uiteindelijk gebeurt, zolang er maar ongeveer koers gehouden wordt op een algemeen gelukkige toekomst – zoals zij die zich ooit droomden. Zie voor voorbeelden de waanzin die Sophie in ’t Veld geregeld debiteert. Gelukkig valt het bijna niemand op omdat ze in Brussel in het EP zit, maar wat een godgeklaagd warhoofd is dat.
Niet dat Pechtold veel beter is. Zijn gekwaak over het Oekraïneverdrag had kunnen worden aangezien voor een bewust bezorgde politicus – tot bleek dat hij het verdrag niet gelezen had, en dat ook niet ging doen. Maar hij heeft er voortdurend het hoogste woord over – wat toch een beetje treurig stemt over de kwaliteit van de parlementaire journalistiek van dit moment. Veel moeite om hem aan mootjes te hakken kan het niet zijn, en soms is zoiets nodig om politici bij de les te houden. Pechtold leutert vrolijk verder, en droomt intussen van een burgemeesterschap van Amsterdam. Je zou het hem bijna toewensen ook – het is ingewikkelder dan Ede-Wageningen kan ik hem verzekeren.
Dat D66-congres dit weekend kwam weer met enige typisch-moderne D66-voorstellen. Over aanpassing van de referendumwet bijvoorbeeld:
Alsof die wet niet al te mager was, en weinig meer dan een excuus om de burger om de oren te kunnen slaan met de kreet: dan organiseer je maar een referendum! Want dat intussen kristalhelder geworden is dat de indieners van die referendumwet er nooit bij hadden stilgestaan dat hun draconische eisen realiseerbaar waren tot GeenPeil anders bewees, valt na afgelopen jaar niet meer te ontkennen. D66 heeft zich daarom voorgenomen om de mogelijkheid van referenda over internationale verdragen uit te sluiten. DIE BETREFFEN DANKZIJ DE EU TEGENWOORDIG MEER DAN DE HELFT TOT DRIEKWART VAN DE WETGEVING. Dat zal de animo over toekomstige referenda stevig fnuiken. Dat is blijkbaar ook de bedoeling, want een referendum over het aantal fietsenplaatsen bij stations zal er wel nooit komen.
Want wat is ook al weer kenmerkend voor kleurloze en autocratische bureaucraten? Dat ze zich niet graag in de wielen laten rijden door mensen die anders denken dan zij. Referenda, met andere woorden, zijn er voor instemming met hùn voorstellen, en nergens anders voor.
Overigens zal dat het CETA-verdrag niet redden als het daarvoor ooit tot ene referendum komt, omdat die dan nog onder de oude wetgeving valt. En invoeren van dit verkiezingsprogramma van D66 kan op zijn vroegst pas tegen de zomer van 2017, dus dan is het alweer te laat. Tenzij het lenteoffensief van GeenPeil D66 alsnog terugbrengt tot de haar toekomende proporties: een zetel of drie. Dat lost het probleem nog veel beter op.