Nederlands vergeten oorlogen – de Padri-oorlog
Nederlands Vergeten oorlogen omvatten vaak bizarre conflicten en ongewilde betrokkenheid bij grotere bewegingen. De Padri-oorlog (1803-1837) is er een voorbeeld par excellence van.
De Padri-oorlog brak uit tijdens een korte pauze in de serie conflicten die we nu kennen als de Napoleontische oorlogen. Belangrijker is dat het ook een voorspel was van de Atjeh-oorlogen aan het eind van de 19e eeuw. Aanvankelijk was het een lokaal conflict op Sumatra in het gebied van de Minangkabau. Gaande het conflict ging het koninkrijk Pagaruyung ten onder, en de opstandige wahabieten (tegenwoordig beter bekend als salafisten!!!), die na de hadj naar Mekka ook in hun land van herkomst de sharia wilden invoeren, leken de overhand te krijgen. Dat deed de regerende adel van Minangkabau besluiten zich in 1821 voor hulp tot de Nederlanders te wenden.
De herkenbaarheid tegenwoordig van wat de Padri’s wilden is voor wie het zien wil onmiskenbaar:
The Padri movement had formed during the early 19th century and sought to purge the culture of traditions and beliefs its partisans viewed as un-Islamic, including syncretic folk beliefs, cockfighting and Minangkabau matrilineal traditions.
Sumatra was nog maar nauwelijks onder Nederlandse invloed, zodat de vraag om hulp welwillend in overweging werd genomen en de Nederlandse troepen de Sumatraanse adel met aanvankelijk groot succes bij kwamen staan. Echt doorgzet werd er nog nie, want het koloniaal bestuur had nog andere beslommeringen:
Dutch involvement in the war came about because it was “invited” by the Adat faction, and in April 1821, Dutch troops attacked Simawang and Sulit Air under captains Goffinet and Dienema on the orders of James du Puy, the Dutch Resident in Padang. Between 1821–1824, skirmishes broke out throughout the region, ended only by the Masang Treaty. The war cooled down during the next six years, as the Dutch faced larger-scale uprisings in Java
Tot circa 1831 gebeurde er verder weinig, maar toen werden er ook spijkers met koppen geslagen:
The conflict broke out again in the 1830s with the Dutch gaining early victories. Soon after, the war centred on Bonjol, the fortified last stronghold of the Padris. It finally fell in 1837, after being besieged for three years, and along with the exile of Padri leader Tuanku Imam Bonjol, the conflict died out. During the last phases of the conflict, most of the Adat factions, due to the brutality and corruption of the dutch and their own religious awakening, subsequently joined with the padris in facing the Dutch.
De val van Bonjol beëindigde deze oorlog, en zorgde er voor dat de Nederlanders hun greep op Westelijk Sunatra versterkten. Maar minder plezierig was de grotere samenhang tussen islam en lokale elite die een gevolg was van dit conflict, vooral veroorzaakt doordat de Sumatraanse adel haar positie grotendeels verloor. Dat probleem zou een vervolg krijgen met de Atjeh-oorlog.
Publicatie 15 oktober 2017
Eerdere afleveringen van deze onregelmatig verschijnende serie over Nederlands vergeten oorlogen vindt u hier.
Wederom bedankt, vervelende islamieten zijn van alle tijden blijkt maat weer. Hier is het keurig opgelost.