Het belang van ouders
Los van de vanzelfsprekende waarde die ouders hebben in biologische en verzorgende zin – een kind op de wereld zetten, het voeden en voorzien van alle noodzakelijke levensbehoeften, het overdragen van een basale kennis van mens & maatschappij vanuit de eigen ervaringswereld of met behulp van de opvoedingsdeskundigheid van artsen, pedagogen, psychologen en anderen die er hun beroep van hebben gemaakt – doel ik met deze titel vooral op de juridische betekenis van het ouderschap.
In onze kind-gecentreerde samenleving is het een vanzelfsprekendheid geworden dat er niets kostbaarder en heiliger is dan het onschuldige en onbedorven kind dat beschermd moet worden tegen een boze buitenwereld, om te beginnen tegen de eigen ouders. Het ‘belang van het kind’ is in die zin dan ook het belang van zijn/haar ouders overstegen en is in de eerste plaats komen te liggen in de schoot van de zorgprofessionals, of iedereen die zichzelf zo durft te noemen. De rechtspositie van ouders in het civiel recht is bij voorbaat een verdachte entiteit, vooral wanneer het een strijd betreft tussen jeugdbeschermers en ouders. Het recht van de ouder staat nagenoeg gelijk aan egoïsme en pedagogische blindheid, want het recht van het kind staat er diametraal tegenover aan de kant van de jeugdbeschermers. De professionals moeten de minder begaafde ouders (dat wordt vaak gesuggereerd) uitleggen wat ze ‘verkeerd’ doen en waarom zij met hun denken en handelen een gevaar zijn voor het belang van hun kind.
Veel gelukkige kinderen in Nederland
Mijn voorstel is om het eens om te draaien en het belang van het kind primair te leggen bij het eigen gezin en de mensen die de verantwoordelijkheid hebben genomen om een kind op de wereld te zetten en er voor te zorgen. Opvoeden gaat niet altijd goed en daarom moeten er instanties zijn die er op toezien dat het in extreme gevallen mogelijk is dat de ouders (tijdelijk) van hun taak als opvoeder worden ontheven. Maar we weten ook dat in Nederland net als in een paar Scandinavische landen de gelukkigste kinderen ter wereld wonen, dus de aanname dat ouders vaak een bedreiging vormen voor de veilige ontwikkeling van het kind, is per definitie een verkeerd vertrekpunt. Het uitgangspunt behoort te zijn dat ouders het over het algemeen goed doen en het beste met hun kinderen voor hebben, maar dat ze de opvoeding door omstandigheden zoals ziekte, echtscheiding, schulden, kind-eigen problematiek (autisme, ADHD, laag IQ, etc) niet altijd naar hun beste vermogen invullen. Indien ze daar op tijd hulp bij krijgen die toepasselijk is en georganiseerd vanuit de gezinsdynamiek, zullen de meeste ouders het al gauw weer op eigen kracht kunnen. Zoals hoogleraar Ido Weijers heeft gesteld hoeven ouders geen perfecte opvoeders te zijn, maar de opvoeding moet goed genoeg zijn. Niemand kan voldoen aan het ideaal van de pedagogische boekjes, ook de gezinsmanagers zelf niet (en vaak hebben die niet eens kinderen).
Gezinsleven staat niet centraal
Er zijn twee redenen waarom jeugdbeschermers in de praktijk deze gezinsgerichte benadering niet als uitgangspunt nemen. Ten eerste is de focus van de jeugdzorg in Nederland afwijkend van veel landen om ons heen uitgesproken negatief. Niet het welzijn van het kind, maar het belang van het kind staat centraal. Het ‘belang van het kind’ is een juridische formule en geen psychologisch/medische diagnose. Het kind krijgt nadrukkelijk een belang toegewezen dat afwijkt van het belang van zijn/haar ouders, terwijl dat kind-belang ook voor een aanzienlijk deel samenvalt met het belang van de ouders (recht op gezinsleven). Het welzijn van het kind, zou namelijk anders dan het belang van het kind, zowel de veiligheid van het kind als de inbedding in het gezinsleven omvatten en goede integrale gezinshulp als prioriteit hebben. Dat is nu niet het geval, omdat het kind door het systeem juridisch wordt geïsoleerd met haar taalgebruik. De obsessie van hulpverleners met het ‘gevaar voor het kind’ en de ‘veilige ontwikkelingsbedreiging’ (met vanzelfsprekend de biologische ouders als hoofdverdachten) wordt veroorzaakt door de fanatieke mishandelingslobby die alle hulpverlenende instanties één voor één in gijzeling neemt. De tweede reden voor de negatieve insteek bij gezinshulp is de handelingsverlegenheid van jeugdzorg/ jeugdbeschermers zelf, bij gezinnen waar het gevaar voor het kind evident is. Daar waar te laat wordt ingegrepen bij zware en aantoonbare kindermishandeling, vallen er slachtoffertjes die de krantenkoppen halen en van de weeromstuit leidt dat weer tot een doorgeslagen jeugdzorgbeleid, waar een ‘Taskforce-kindermishandeling’ de schijn moeten wekken dat er nu wel professioneel zal worden gehandeld. In werkelijkheid leidt het meestal tot meer verdachtmaking van normale ouders, die door jeugdbeschermers worden behandeld alsof ze ieder moment een psychose kunnen krijgen of er al jarenlang een pervers genoegen in scheppen hun eigen kind ziek te maken (De Veilig Thuis-razzia’s die grote sympathie genieten van de huidige minister van VWS). [1]
Hulpverlener als roofdier
Het belang van de ouder/ ouderschap is een waarde (vrijwel zonder rechtswaarborg) dat van verdachtmaking vrijgemaakt moet worden. Het mag niet bij voorbaat een egoïsme zijn, maar dient opgevat te worden als een natuurlijke behoefte om te strijden voor -en het beschermen van- het eigen kroost. De vijand is niet altijd een bloeddorstig wild dier of een mens met criminele intenties, want het kan in ons huidige stelsel van jeugdhulpverlening net zo goed de hulpverlener zelf zijn die het grootste gevaar vormt voor het gezinsleven. Met het ondermijnen van de rechtspositie van ouders, bestaande uit het schrappen van het recht op een advocaat tot het moment dat het dossier naar de Raad voor de Kinderbescherming wordt gestuurd, in samenhang met het systematisch toepassen van ‘drang & dwang’ door wijkteams, waarbij ouders vaak niet weten wat ze te wachten staat als ze niet ‘vrijwillig’ meewerken omdat ze niet worden voorgelicht over procedures of hun rechtspositie, is het ouderschap feitelijk vogelvrij verklaard. Het mag geen verbazing wekken dat dit soort methoden juist in Rotterdam zijn begonnen toen Hugo de Jonge hij daar wethouder van jeugdzaken was, die ze nu als minister met een misselijkmakend enthousiasme ook op landelijk niveau bezig is aan te prijzen. Dreigen met de rechter indien ouders een meningsverschil hebben met de ‘hulpverleners’ in het vrijwillige kader gebeurt nu nog vaker dan bij het oude en gehate Bureau Jeugdzorg en van ‘Eigen Kracht’ – dat het toverwoord was om ouders, maar ook Kamerleden over de streep te trekken bij die verfoeilijke Transitie – is al helemaal geen sprake meer, want alles wat goed is wordt door dezelfde spelers van weleer (Bureau Jeugdzorg = G.I.) ingekapseld in hun ongewijzigde mentaliteit en juridische structuur.
Kind plaatsen zonder dossier
Ik heb zo langzamerhand een broertje dood aan het belang van het kind. Het is een nietszeggende term die door ‘Jan en alleman’ geclaimd wordt en die ieder voorstel voor betere jeugdhulp – hoe krom en ondoordacht ook – sympathiek maakt en altijd extra subsidie kan losmaken omdat niemand kindertjes in de kou wil laten staan. We zijn geen harteloze mensen, maar wel een beetje kortzichtige mensen. Wie niet het juridische ‘belang van het kind’ voor de bijziende ogen houdt, maar het integrale welzijn van het kind, zal zich richten op de begeleiding van kinderen tot aan de volwassen leeftijd. Dan hoeven we niet als konijnen in de koplampen van een auto te staren naar het onmiddellijke gevaar (dat we ‘vermoeden’) waar het kind van gered moet worden ten koste van alles. De meeste ‘redders’, zowel melders als hulpverleners, hebben na drie tot vijf jaar geen idee meer hoe het met het kind gaat, waar het woont, wie zijn verzorgers zijn, etc. Het kind verdwijnt in de molen van het systeem en wordt een ‘herhalende breuk’. De stoornis waarmee het ooit uit huis werd geplaatst is niet professioneel behandeld en het kind blijft problematisch gedrag vertonen, zodat het bij meerdere instellingen en pleegplaatsingen mis blijft gaan. “Het verleden, daar praten we niet meer over” zei recentelijk een hulpverlener die de verantwoordelijkheid heeft gekregen voor een kind dat zwaar getraumatiseerd werd afgeleverd bij een pleeggezin (dat er niet eens het dossier bij kreeg!) dat nooit behandeling had gekregen. Reden dat het kind ook hier weer ‘mislukte’ en dat de pleegouders, ondanks alle liefde en inspanningen voor het kind de handen er vanaf moesten trekken, omdat het eigen gezin eronderdoor dreigde te gaan. En dan spreken we over kinderen waar er werkelijk iets aan de hand is in de thuissituatie, niet over de vals beschuldigde ouders die hun normale kind naar de ondergang zien gaan in het falende jeugdzorgsysteem.
Wiens belang wordt eigenlijk gediend?
‘Waar is hier het belang van het kind?’, vraag ik me regelmatig af als verhalen zoals deze mij uit eerste hand bereiken. Een kind uit een gezin weghalen is makkelijk, maar een kind rehabiliteren is blijkbaar een stuk moeilijker. Niet-behandelde kinderen met zwaar (seksueel) trauma zijn in de jeugdzorg helaas geen zeldzaamheid en het leerniveau van veel van deze kinderen gaat in de instellingen vaak flink naar beneden, soms van VWO naar Vmbo-niveau. In pleeggezinnen kan het goed gaan, maar om verschillende redenen is het niet altijd een succes, met name als het kind vervreemd wordt van de eigen afkomst. Ondanks dat er een permanent tekort is aan goede pleegzorg blijft men doorgaan met ‘meer kinderen op de radar krijgen’ van de zorgprofessionals, aangestuurd door de mishandelingslobby en een zeloot van een minister. Zelfs de Augeo Foundation, de ‘Moeder aller meldingshysterici’ begint door te krijgen dat kinderen onder toezicht van jeugdzorg niet altijd beter af zijn, dus hoe lang duurt het nog voordat men zich realiseert dat kinderen geen nummer zijn op de kaart van de afhaalchinees? Er zijn talloze voorbeelden van het claimen van een bepaald belang, een historische erfenis of de stem van een maatschappelijke groep, door de meest onwaarschijnlijke personen of partijen. De middeleeuwse heldin Jeanne D’ Arc werd achtereenvolgens geclaimd door de katholieken, de socialisten en de rechts-extremisten, maar ook de Republikeinse president Nicolas Sarkozy identificeerde zich nadrukkelijk met de Maagd van Orleans tijdens de verkiezingen. De Vaderlandse zeeheld Michiel de Ruyter werd tijdens de Tweede Wereldoorlog op affiches afgebeeld om Nederlanders te rekruteren voor de Waffen-SS, om te gaan vechten tegen de communisten aan het Oostfront. We weten dat De Ruyter staatsgezind was met sympathie voor de liberale ideeën van de gebroeders De Witt, dus zeker geen fascist, maar dat maakte niet uit voor degenen die zijn nagedachtenis konden gebruiken voor hun eigen doeleinden.
Het kind als professionele vrijbrief
Het ‘belang van het kind’ is als term ondertussen zelf een mishandeld en misbruikt kind geworden, want het kan niet tegenspreken. Het kan niet vertellen dat de volwassenen die haar claimen spreken voor hun eigen salaris en organisatiebelang/ reputatiebelang, wraakzucht en geldingsdrang (ouders en hulpverleners) en niet op de eerste plaats voor haar welzijn en integraal levensgeluk. Het kind wordt onder de twaalf jaar in de rechtszaal niet gehoord en zelfs als het mag spreken weten we niet door welke volwassenen en met welke motieven het is beïnvloed, op een leeftijd dat het de eigen lange termijn-belangen nog niet kan overzien en denkt dat de volwassenen die het dichtste bij zijn, weten wat goed is. Welk belang is er gediend als een kind door het ontbreken van behandeling wel moet mislukken in het jeugdzorgtraject en zo jarenlang een bron van inkomsten vormt voor allerhande van hulpverleners en organisaties? Welk belang wordt gediend met hulpverlening die de ouders in de houtgreep neemt, met de dreiging naar de rechter te stappen als ze niet meewerken aan de voorgestelde standaardhulp, terwijl de ouders zelf een goed stel hersens hebben en graag een bepalende stem hebben in hoe en wat er voor het kind gedaan kan worden? Is gehoorzaamheid aan het juridische apparaat van jeugdzorg in het belang van het kind of is het kind het alibi waarmee jeugdzorg gehoorzaamheid kan afdwingen? Ik stel natuurlijk vragen waar het antwoord al in besloten ligt, precies zoals jeugdzorg haar onderzoeken uitvoert; “Waardoor wordt de ontwikkeling van het kind bedreigd?” Het brein gaat op zoek naar de ‘dreigende signalen’ want het is geprogrammeerd door de evolutie om met antwoorden te komen of pogingen daartoe.
Het welzijn van het kind
De juiste vraag voor hulpverleners moet zijn: “Hoe kunnen we bijdragen aan het welzijn van het kind?” Dan kunnen veel problemen al snel verholpen worden of hulpvragen beantwoord. In veel gevallen kan dan met vrijwillige hulp worden volstaan, die ook nog eens door vrijwilligers geleverd wordt (homestart, maatjeshulp, etc). De professionals kunnen zich dan concentreren op de gezinnen waar écht iets aan de hand is en daar mag dan wat meer tijd en geld aan besteed worden. En omdat de hulpvraag/gevaar voor het kind daar duidelijker zichtbaar zijn, hoeven ‘onderzoeken’ niet zo lang te duren en kan meteen dwang worden ingezet als ouders geen inzicht hebben ‘in de eigen problematiek’. Dan moet dat wel bevestigd worden door alle betrokkenen eromheen, zoals huisarts, therapeut, sociaal werk, school, buren, familie en niet het resultaat zijn van teamoverleg in het ‘stamcafé’ (vergaderkamer) van de Gecertificeerde Instelling, want natuurlijk zijn die het met elkaar eens. Het welzijn van het kind moet leidend zijn en dat kan soms betekenen dat het gescheiden wordt van de ouders, maar slechts voor zolang als dat nodig is.
De strijd met jeugdzorg
Het belang dat ouders hebben bij hun kind mag nooit verdacht worden gemaakt, tenzij onomstotelijk is bewezen dat ouders door zware persoonlijke problematiek het welzijn van hun eigen kinderen niet kunnen waarborgen. Maar zelfs dan hebben ouders en kinderen recht op begeleide omgang, met een frequentie die niet leidt tot vervreemding. Er zijn biologische ouders en pleegouders die een goede verstandhouding hebben met elkaar, dus het lijkt een logische aanname dat juist veel ‘strijdende ouders’ (het toppunt van kind-beschadigend gedrag volgens jeugdzorg) in veel gevallen goede redenen hebben om zich te verzetten tegen de hulpverlening. Namelijk, een rechtmatig belang bij de opvoeding van hun eigen kind en het recht om niet beoordeeld/veroordeeld te worden op basis van aannames, roddels, veronderstellingen, onderbuikgevoelens of regelrechte leugens. Weggezet op basis van professionele ‘zorgen’ omtrent het kind, waarvan de inhoud zich vaak pas bewijst als het kind al onder de hoede is van de ‘beschermers’. Het nieuwe kabinet is net als de voorgaande kabinetten bezig de rechten van ouders verder te ondermijnen en ze bedreigt daarmee het welzijn van kinderen. Overheid en jeugdbeschermers hanteren een vocabulaire dat consequent een wig drijft tussen ouders en kinderen, omdat de hulpverleningsindustrie dit wenst en de overheid liever de andere kant op kijkt, terwijl ze woorden bezigt die betrokkenheid suggereren. Het gaat vooral om de indruk die gewekt wordt. Even huilen om het kinderleed, even stoer doen met een nieuwe Taskforce en dan dezelfde amateurs hun goddelijke gang laten gaan als voor de Transitie. Lekker bezig Hugo!
Dit essay verscheen eerder op Dark Horse Essays
- …voor de intensivering van de taken van Veilig Thuis naar aanleiding van de aanscherping van de meldcode en de radarfunctie Veilig Thuis. Het gaat om een bedrag van € 11,9 miljoen in 2018 oplopend tot € 38,6 miljoen structureel vanaf 2021
Uitmuntend artikel over de veilig thuis penoze.
En denk maar niet dat ze Marokkaantjes van 2 die om 10 uur ’s avonds nog op straat lopen uit huis plaatsen.
Nee hoor, alleen maar blanke kindertjes. Blanke kindertjes zijn handel, want die zijn makkelijker plaatsbaar bij “gast” ouders, dus leveren meer gelden op.
Ik heb dit persoonlijk meegemaakt, dus ik weet waar ik het over heb.
Uitstekend artikek. Ook ik heb hele slechte ervaringen. Als sportinstructeur heb ik het meegemaakt dat na een echtscheiding de kinderen aan de moeder werden toegewezen. De kinderen functioneerden goed, de moeder zorgde voor hen, maar de vader stond buiten spel en was het er niet mee eens. Het gebeurt vaak.
Helaas dacht deze man het op te lossen door regelmatig klachten over mishandeling in te dienen. Gezien het feit dat de kinderen aan judo deden en ook aan wedstrijden meededen hadden ze wel eens blauwe plekken en dat was voor jeugdzorg een reden om extra op te letten.
Een dag had een van de jongens de pech om echt ongelukkig terecht te komen en brak zijn arm (overigens een zeldzaamheid, in 25 jaar lang 20 uur per week lesgeven plus wekelijks toernooien aflopen was dit de tweede keer dat dat voorkwam, maar goed), moeder gebeld en naar het ziekenhuis. Moeder al in paniek over de confrontatie met jeugdzorg. Dus heb ik een brief geschreven met uitleg over de situatie waarin ik ook aangaf te willen getuigen indien nodig. Hielp geen zier. Nooit contact gehad, nooit antwoord gehad op mijn telefoontjes. Wel de kinderen van judo omdat dat de enige manier was om ze bij de moeder te laten blijven.
Belang van het kind? Laat me niet lachen. Belang van jeugdzorg om maar te kunnen stellen dat ze zo goed opletten is waarschijnlijker.