Dromen over serieuze hervorming van het mohammedanisme
Mijn essays van 28 november jl (over Irshad Manji) en 25 december jl (over de zoveelste gloednieuwe ‘hervormingsbeweging’), waren nogal sceptisch over ‘hervormers’ van de leer van Mohammed.
Begin 2015 schreef ik een (E-)boek, getiteld IS, the Kurds and the Caliphate, subtitel Turkey: from sick occupant to paranoid neighbor. Over de geschiedenis van de Koerden, vrij veel over de Atatürk (de ‘vader van de Turken’), de Eerste Wereldoorlog, de tekortschietende kritiek op IS, het bizarre verschil in de behandeling van de Palestijnen en de Koerden (door het Westen), het zieke concept van ‘regionale grootmachten’, maar ook over de rol van het mohammedanisme.
Hieronder een Nederlandse versie van een deel van het slothoofdstuk. Daarin beschrijf ik op een nog iets fundamenteler manier dan in die twee essays, waarom we ons weinig illusies moeten maken over de kans op het noodzakelijke type hervorming. Daaronder nog enkele opmerkingen specifiek over meneer Nawaz, de ‘poster boy’ van die hervorming. Tijdens het zoeken van een illustratie ging hij steeds meer lijken op Tariq-nu-nog-even-niet-stenigen-Ramadan.
Hervorming van het mohammedanisme?
Op heel verschillende manieren toont de realiteit van IS en van de strijd tussen soennieten en sjiieten aan, dat de interpretatie van het mohammedanisme en de manier waarop verschillen van mening wel of niet besproken worden, van cruciaal belang is. Dit brengt ons bij de (on)mogelijkheid van hervorming van het mohammedanisme. Ik heb het dan natuurlijk over de hervorming van de ‘theorie‘: individuen en gemeenschappen die een vorm van het gedachtegoed in de praktijk brengen zonder IS-achtige interpretaties, bestaan al heel lang. Hun invloed varieert echter sterk in de tijd.
Indien ze in de jaren ’60 van de vorige eeuw geconfronteerd zouden zijn met een beschrijving van het huidige succes van de pre-middeleeuwse groepen als een voorspelling van de toekomst, zouden de meeste mensen dat hebben beschouwd als een zieke grap; minstens als misplaatste paniekzaaierij.
Het taboe op takfirisme [zie daarover het stuk over Manji] is een belangrijk obstakel voor het gewenste type hervorming: een type dat garandeert dat het accepteren of zelfs propageren van praktijken zoals heilige oorlog, Jodenhaat, genitale verminking, kind-huwelijk, tot seks-slavernij brengen van niet-mohammedaanse vrouwen en vrouwenhaat in het algemeen, uitgebannen worden. Graag definitief.
In de 21e eeuw spreken individuele of kleine groepjes mohammedanen soms openlijk over de wenselijkheid van hervorming van de leer. In het Westen worden hun intenties verwelkomd en vinden ze gemakkelijk platforms om ze te publiceren. In 2015 staat de Britse Maajid Nawaz in de schijnwerpers. Op zijn Facebook-pagina schrijft hij:
Wij moslims moeten toegeven dat er Koran passages bestaan die vandaag de dag toe zijn aan herinterpretatie. Laten we gebruik maken van bestaande exegese instrumenten, zoals specificiteit, beperking, opheffing (abrogatie) en metafoor. Nietszeggende letterlijkheid als methode van interpretatie moet worden afgeschaft. Die methode is failliet. Alleen door de afwijzing van dat literalisme zijn we in staat om IS-stijl slavernij, onthoofding, zweepslagen, amputatie en andere middeleeuwse praktijken (die allemaal in de Koran voorkomen) voor altijd principieel te veroordelen. Dit is een strijd binnen de islam. Ofwel de hervormers zullen winnen, en religie-neutrale politiek realiseren, of ze verliezen, en zullen geconfronteerd worden met ISIL-stijl theocratie.
Zou Nawaz beseffen dat het eerste Koranvers dat in deze opzet zou moeten worden aangepakt niet gaat over slavernij, onthoofding, zweepslagen of amputatie maar over die ‘nietszeggende letterlijkheid’ zelf: vers 3: 7 dat expliciet gewijd is aan die letterlijkheid? De letterlijk te nemen voorschriften zijn belangrijker dan de metaforische, zegt de Koran in dat vers.
Ondertussen hebben ‘orthodoxe’ mohammedanen reeds hun commentaar op Nawaz’ ‘inspanningen gegeven door hem een islamofobie-prijs te geven. Blijkbaar is volgens hun interpretatie van die termen, een moslim ‘islamofoob’ noemen geen ongeoorloofde laat staan een onmogelijk vorm van takfirisme. De organisatoren van de wedstrijd legden hun keuze uit aan hun lezers:
Maajid Nawaz, mede-oprichter van de anti-islamitische denktank Quilliam, wekte de toorn van medemoslims op door een cartoon van de profeet Mohammed te tweeten en hem samen met westerse satirici belachelijk te maken.
De organisatie Quilliam noemt zichzelf expliciet anti-extremistisch. In feite doen ze zelfs heel erg hun best om te ‘bewijzen’ dat ze niet anti-moslim of anti-islam zijn *). Obstakels zoals vers 3:7 **) en die prijs zijn onbetekenend in vergelijking met de echte tekortkomingen van de goedbedoelende would-be hervormers. Het echte probleem is dat ze doen alsof ze de eerste mensen zijn die ooit op het idee kwamen van hervorming.
In 2007 begon een groep mensen de organisatie Muslims Against Sharia. Hun website suggereerde grote ambities: de startpagina had een zijbalk met foto’s van meer dan 40 vlaggen die even zo veel links zouden gaan worden naar vertalingen van de site. Hun site, ‘Reformislam‘, had daadwerkelijk een lijst met honderden Koranverzen die ze geschrapt wilden hebben of tenminste gemarkeerd als ‘verouderd’: drie volledige soera’s (hoofdstukken) en meer dan 400 verzen.
De site had ook een poll die bezoekers vroeg een oordeel over de organisatie te geven. Eén op de vijf van de deelnemers, die zichzelf identificeerden als moslim, koos voor de optie ‘moet worden onthoofd‘. In 2010 hield de site op te bestaan. [de inhoud van de site kan nog bekeken worden door in de zogenaamde wayback machine te zoeken op de toenmalige URL: http://www.reformislam.org].
Indien ze serieus willen werken aan het noodzakelijke type hervorming, zouden mensen als Nawaz moeten beginnen met het bestuderen van het waarom en het hoe van het mislukken van initiatieven zoals Muslims Against Sharia. Beter nog: met het bestuderen van wat bijvoorbeeld Detlev Khalid daarover schreef: een vrome moslim van de twintigste eeuw die een aantal aspecten onderzocht van het Neo-Mutazilism. Kort door de bocht geformuleerd staat mutazilisme voor “mohammedanisme met veel ruimte voor rationaliteit”. Khalid schreef over pogingen om het mutazilisme weer tot leven te wekken nadat het door ‘de conservatieven’ ongeveer duizend jaar effectief het zwijgen was opgelegd. Hij schreef over een debat van rond 1900; zijn artikel werd gepubliceerd in 1969.
Een interessant onderwerp in dat debat van honderd jaar geleden was de rol van de beheersing van de Arabische taal onder de Arabische versus de niet-Arabische moslims. Tot vandaag vormt beheersing van de Arabische taal “een van de belangrijkste pijlers van de juridische theorie“, vooral voor degenen die zich willen bezighouden met ijtihad, het type (her)interpretatie, ‘hervorming’ zo je wilt, van het mohammedanisme dat officieel toegestaan is door de kaste van islamgeleerden.
Maar waarom zouden miljarden ***) volgelingen van Mohammed zich door de oelema laten uitsluiten van het beoefenen van deze ‘ijtihad’? Dat heeft verschillende redenen. De meeste mensen kozen en kiezen voor een fatsoenlijke praktijk en dachten en denken nooit na over de noodzaak van hervorming van de theorie. Dankzij het optreden van IS, Boko Haram en dergelijke groepen, groeit intussen wellicht het aantal volgelingen van Mohammed dat de noodzaak ziet voor die hervorming. Een misschien nog wel belangrijker factor is het ontbreken van een hoogste autoriteit tegen wie in opstand te komen: een ander aspect van dat taboe op takfirisme.
Maar dan kun je je afvragen: hoe kan hervorming geblokkeerd door de oelema terwijl die niet de hoogste autoriteit vormen? Hoewel de oelema als groep niet ‘het’ gezag vormt, is de invloed van deze groep mannen veel groter dan de kracht van hun argumenten dankzij hun speciale relatie met het ‘wereldlijk gezag’ in de landen waar ze wonen. Denk aan de Egyptische president Sisi die expliciet de islamgeleerdheid uitnodigde om te komen met een ‘hervorming’ van de islam, daarmee in feite steun verlenend aan hun claim dat het mohammedanisme van hen is.
6 Juli gaf president Obama in het Pentagon een toespraak over de strategie tegen IS. De meest bekritiseerde regel eruit luidde: “Ideologieën worden niet verslagen met wapens; ze worden verslagen door betere ideeën, door een aantrekkelijker en meer overtuigende visie“. Die zin ontlokte reacties zoals: “President Obama brings a mouth to a knife fight“. Ik ben het oneens met de suggestie dat deze regel de meest twijfelachtige was uit de toespraak van Obama. Op een abstract niveau, had de president zelfs gelijk. De erop volgende regels waren, naar mijn mening, alarmerender. Hij slaagde erin om op een of andere manier de vrijwillige leden van de bende van moordenaars en verkrachters neer te zetten als slachtoffers van de IS-verleiders: “reaching out to and recruiting vulnerable people around the world“, terwijl ook Obama kwam met een speciale rol voor degenen die zich juist verzetten tegen de noodzakelijke hervorming: “Het zal aan de islamitische gemeenschappen zijn, met inbegrip van hun ‘scholars and clerics’, om verwrongen interpretaties van de islam te blijven verwerpen, en hun zonen en dochters te beschermen tegen werving.”
Obama’s benadering is kenmerkend voor bijna alle westerse leiders. Oppervlakkig lijkt het op het tegenovergestelde van Kemal Mustapha’s botte aanpak van een eeuw geleden. Terwijl Atatürk het gezag van de oelema zowel gebruikte als verafschuwde, nodigen politici als Obama en Sisi ze gewoon uit om hun gezag aan te wenden tegen extremisme, waarmee ze dat gezag versterken.
Er is echter ook een fundamentele gelijkenis: geen van beide benaderingswijzen focust(e) op de werkelijke inhoud van de leer. Beide lever(d)en zodoende heel weinig op voor het onschadelijk maken van het mohammedanisme. Beide richten zich op praktische uitvoeringskwesteis. Geen van beide draagt bij aan het voorkomen van het opnieuw opduiken van pre-middeleeuwse vrouwenhatende, jihadistische interpretaties. In het beste geval is er sprake van wat ik de impliciete aanpak noem: het geven van een indicatie van wat de islam niet hoort te zijn; zeg maar: alles dat IS omhelst als kenmerk van het mohammedanisme. Daar komt bij dat er verbazingwekkend weinig aandacht bestaat – vooral in het Westen – voor de mate waarin de islam op zich al werd voorgesteld als een soort reformatie; een contrareformatie nauwkeuriger gezegd.
De tweede van de monotheïstische religies van het Midden-Oosten was onweerlegbaar een hervorming van de eerste: het Christendom was niet (langer) gereserveerd voor de culturele/etnische groep van de Joden en was veel minder legalistisch en hard. Mohammed, de man van het derde monotheïsme, deed heel expliciet aan het ‘corrigeren’ van joden en christenen omdat die zich niet zouden houden aan wat hun eigen religie hen voorschreef. Vergeleken met de christelijke ‘hervorming’ betekende het mohammedanisme een terugkeer naar een meer legalistische, hardere aanpak. Het introduceerde een nieuwe, maar wederom erge sterke wij-zij-verdeling: nu tussen degenen die wel en degenen die niet zijn profeet volgden.
De manier waarop de drie Abrahamitische ‘religies zich tot elkaar verhouden wordt het best geïllustreerd door hun kijk op de kwestie van steniging als straf voor overspel. Één van de beroemdste en meest karakteristieke zinnen toegeschreven aan Jezus Christus gaat hierover: “Laat iemand van u die zonder zonde is als eerste een steen werpen” (Johannes 8: 7). Het was een bijzondere manier om de joodse ‘schriftgeleerden’ terecht te wijzen: hun houding werd aan de kaak gesteld. Jezus viel ze goed beschouwd heel rechtstreeks aan. Hij speelde op de man zelfs.
Verschillende ‘hadith’ over dezelfde kwestie worden toegeschreven aan Mohammed. De meest opmerkelijke daarvan kan worden gevonden in Sahih al-Bukhari, volume 8, boek 82, nummer 809:
Een Jood en een Jodin werden voorgeleid aan de apostel van Allah op beschuldiging van illegale seksuele gemeenschap. De Profeet vroeg hen: ‘Wat is de juridische straf (voor deze zonde) in uw boek (Torah)?” Ze antwoordden: “Onze priesters hebben de straf uitgevonden [innovated] om de gezichten zwart te maken met houtskool en Tajbiya.’ ‘Abdullah bin Salam zei: “O Allah’s Apostel, laat ze de Thora hier brengen.” De Thora werd gebracht, en vervolgens hield een van de joden zijn hand voor het Goddelijke Vers over de Rajam (steniging tot de dood) en begon te lezen wat eraan voorafging en wat er op volgde. Daarop zei Ibn Salam tegen de Joden, ‘Til uw hand op.” En zie! Het Goddelijke Vers over de Rajam was verborgen onder zijn hand. Allah’s Apostel beval dus dat de twee (zondaars) gestenigd zouden worden tot ze dood waren, en dus werden ze gestenigd. Ibn ‘Umar voegde toe: Dus beiden werden gestenigd bij Balat en ik zag dat de Jood de Jodin beschermde.
Het gebruik van het woord ‘uitgevonden’, ‘innovated’ is het meest verhelderend. Het verwijst naar een minder agressieve praktijk die dus geadviseerd zou zijn door ‘joodse priesters’. Het verwijst tegelijk naar de bijzondere betekenis van dat woord innovatie: als het aan de oelema ligt, staat dat voor menselijke afwijking van wat er goddelijk verordend is. Iets een ‘innovatie’ noemen is in deze benadering een aanklacht op zich; een hoeksteen van de mohammedaanse orthodoxie. In deze context dit woord in de mond van de beschuldigde Joden leggen, is zo ongeloofwaardig dat het grenst aan het hilarische.
Overigens is deze visie op steniging niet in de Koran opgenomen. Onder mohammedaanse geleerden bestaat echter slechts ‘een heel kleine minderheid’ die de Hadith niet accepteert als een belangrijke bron van mohammedaanse kennis. Zoals geldt voor de meeste onderwerpen die van belang zijn voor niet-islamgeleerden, hangen de meningsverschillen over dit onderwerp niet samen met de tegenstellingen tussen de soennieten en de sjiieten.
Tot zover IS, the Kurds and the Caliphate.
Mijn kritiek op Nawaz was, zoals u zag, bijzonder ingetogen. Sinds het schrijven ervan is de ster van Nawaz nog verder gerezen. Zelfs bij GeenStijl is hij omarmd. Daar vind je toch niet je gemiddelde wensdenker.
Voor mij extra aansporing om toch nog wat verder te zoeken naar achtergrond en prestaties van de man. Wat ik in mijn boek over hem schreef klopte: hij spreekt zich niet uit over het waarom en het hoe van het mislukken van eerdere initiatieven. Wel blijkt hij zich eens min of meer uitgelaten te hebben over ijtihad en mutazilisme. Met name in een boekje van hem en de bekende atheïst Sam Harris.
Het is om heel verdrietig van te worden. Hier zijn commentaar. Hij maakt er gewoon een typisch mohammedaans woordspelletje van. De soennieten kennen geen geestelijkheid. Dat is het antwoord. De deuren van de ijtihad zijn gewoon niet gesloten. Sam Harris heeft er goed beschouwd geen weerwoord op. Die gaat gemakshalve maar uit van de integriteit van Nawaz.
– – – –
*) Zo pleit Quilliam bijvoorbeeld tegen een verbod voor extreme groepen zoals Hizb ut-Tahrir in Groot-Brittannië. Premier Cameron heeft zelfs in het Britse Parlement de voorzitter van Quilliam geciteerd in het kader van een betoog over het niet verbieden van Hizb ut-Tahrir Zie verder deze pdf
**) 3:7 volgens Kramers: “Hij is het die op u de schrift heeft nedergezonden. Een deel ervan welgevoegde tekenen die de moeder van de schrift zijn en nog andere, meerzinnige. Maar degenen in wier harten afwijking is die gaan na wat er meerzinnig van is in begeerte naar verzoeking en in begeerte naar de uitlegging ervan. Maar niet kent de uitlegging ervan een ander dan god en de stevigstaanden in de kennis die zeggen: wij geloven erin het is alles vanwege onze heer. Maar geen anderen laten zich manen dan de verstandige.”
***) Het getal verwijst naar alle mohammedanen die in de afgelopen veertien eeuwen leefden.
Interessant en leerzaam artikel.
Bedankt.
Artikelen als dit zijn broodnodig en het bestuderen meer dan waard.
Op andere sites, o.a. FUBAR.mobi, lees ik ook alarmerende berichten
over deze hr. Nawaz.
p.s.: wat is het ISBN-no. van het boek
F. Groenendijk, “IS, the Kurds and the Califate”.
Dank je wel Pete.
Ik heb geen ISBN nummer aangevraagd.
Het E-book is alleen verkrijgbaar via Amazon (link aan begin van het artikel)
Er zijn een paar bemoedigende signalen:
http://likud.nl/2015/12/de-islamitische-cultuur-is-doordrenkt-van-geweld-en-haat/
Dat jullie boekje http://likud.nl/2015/12/lovende-recensies-voor-150-palestijnse-fabels/ goed ontvangen en verkocht wordt, vind ik een bemoedigender signaal dan het feit dat deze Ibrahim Al-Buleihi dit mag zeggen zonder onthoofd te worden.
Mensen die serieus debatteren over de leer van Mohammed en het gedrag van de volgelingen daarvan hier en elders geven als ‘geruststelling’ wel eens aan dat het ergste tuig ‘te vroeg pieken’: dat een deel van die volgelingen het niet kan laten om nu al de eigenlijke agenda in alle openheid te volgen.
Daar kan ik wel enige hoop uit putten.
Niet uit mussen die bijna of al heel, heel lang dood zijn of uit extreme verdraaiingen a la Halsema (zie mijn eerdere stuk over haar kinderhand).
Het lijkt mij tevens heel belangrijk, aandacht aan ex-moslims te besteden.
Met het Humanistisch Verbond probeert Boris v.d. Ham dat,
en er is een Steuncomite Ex-moslims.nl; en CEMB.org.uk.
Maar hoe kunnen we daar een groter en algemener platform aan bieden ?
Bijv. het noemen ervan op de site Elsevier.nl, en/of een rubriek op deze site ?
We zullen met z’n allen samen moeten werken.
Twee hits ‘ijtihad’ op Wij blijven hier:
Als men naar de ontstaansgeschiedenis van het secularisme in Europa gaat kijken dan ontdekt men dat de wortels van secularisme en humanisme in de islamitische wereld liggen. Hij legt uit dat het onderscheid tussen het wereldse en het religieuze al vanaf het begin in de Islam te vinden was. Averroes (Ibn Rushd) staat in het westen bekend als filosoof en rationalist maar men vergeet dat hij ook een islamitische rechter was in Cordoba. Hij wist beide werelden goed te combineren. Het is in zijn ogen daarom vreemd als men nu aan moslims gaat vragen of ze secularisme onderschrijven alsof het een totaal vreemd concept in de geschiedenis en traditie van de islam is.
https://wijblijvenhier.nl/1616/tariq-ramadan-vs-asma-barlas-part-2/
Anti-Islam discours
Omdat Manji de duivelsverzen omarmt, twijfelt zij aan de authenticiteit van de Koran en aan de profeetschap van Mohammed. Want als profeet Mohammed door de duivel is ingefluisterd, is het logische gevolg dat de geloofwaardigheid van de Koran is aangetast. En als de geloofwaardigheid van de Koran nu eenmaal is geschaad, zou het moeten betekenen dat de woorden van God ook niet meer geloofwaardig zijn. Manji gebruikt de duivelsverzen op deze manier. Hierdoor wordt het duidelijk, dat Manji twijfelt aan de fundamenten van de Islam.
Irshad Manji hanteert een anti-islam discours om moslims te hervormen, door terug te grijpen naar een oubollige strategie: die van de duivelsverzen. Manji bereikt met haar werkwijze een paradoxaal dieptepunt. Hoe kun je van Allah houden als je aan zijn woorden twijfelt? En hoe kun je hervormen door het propageren van angst en (daarmee gepaarde) haat?
https://wijblijvenhier.nl/10189/irshad-manji-hervormer-of-provocateur/
@Pete
Ex-moslims vormen een heel belangrijke groep, inderdaad. De vanzelfsprekende leugens over de leer van Mohammed kunnen zij beter ontmaskeren dan wie ook.
Zelfs indirect. Kijk bijvoorbeeld naar de reacties onder dit verhaal: https://vrouw.nl/magazine_glossy/28086/fatima_nam_afstand_van_de_islam
Maar er moet nog veel gebeuren voor we zover zijn.
Nu treden alleen de aller- allermoedigsten naar voren. In de VS bijvoorbeeld Sarah Haider (zoek op exmna dot org) en Raymond Ibrahim. Dat soort mensen is zeldzaam.
Wanneer het mohammedaanse gebouw eenmaal echt begint in te storten, zal de groep ex-moslims op een gegeven moment razendsnel gaan groeien en dan zal het snel wereldwijd gebeurd zijn.
@Ron
Ik heb de ‘juweeltjes’ waar je naar verwijst gelezen. Ik weet niet wat je punt is met je verwijzingen.
Dag mijnheer Groenendijk, ik ben met u bang dat het bij dromen blijft en zij blijven hier, met een onveranderbare doctrine -nee ik droom er niet over: ik ben er overtuigd van dat de doctrine onveranderbaar is-.
Ik hoop dat ‘wij’ onze bestuurders zo kiezen en zo benoemd worden, dat het voor zij onder wij, duidelijk wordt dat doctrine’s prive zijn -en dat de wij,onder ons gezegd, in de meerderheid blijven-.
Bij de eerdere reactie hoort dan ook gezegd te worden dat wij, uit onze naam onze bestuurders, onze doctrine niet al bombarderend aan hen opdringen, dan blijft de stroom mensen van daar die nu hier heen vluchten ons ook bespaard.
De publicaties op sites staan maar kort op de voorpagina: desalniettemin de moeite waard en waarschijnlijk hier niet onopgemerkt gebleven maar toch, op Geenstijl:
Je moet een “islamitisch eiland” zijn, dat kan onderhandelen met het “heidense” vasteland, zonder hun cultuur en gebruik echt toe te laten.
http://www.geenstijl.nl/mt/archieven/2016/01/elvira.html#more