De roep om een sterke leider?
De roep om een sterke leider wordt immer maar weer toegeschreven aan ‘rechts’. Meer dan een Godwin is dat niet, en dat zie je steeds duidelijker aan de wanhoop op links.
Onmiskenbaar mist men op dit moment aan de linkerkant van het politieke spectrum een sterke leider. Dat de middenpartijen die evenmin hebben is nooit een probleem – dat brengt caretakers als Rutte aan de macht, maar slechts hoogst zelden sterke visionaire types. Van sterke visionaire types moet je er ook nooit teveel tegelijk hebben. Dat we het op dit moment volledig zonder moeten stellen is wel degelijk een probleem. Maar zoals ik in de inleiding impliceerde: voor ‘links’ is dat lastiger dan voor ‘rechts’.
Dat heeft er mee te maken dat in collectieven – vergeef me dat ik een mijner hobby’s er bij haal – leiderschap een andere functie heeft dan bij een verzameling individueel gerichte mensen. Hoe groot die groep individuen ook is. De leider van die laatste zal uiteindelijk nooit meer worden dan een primus inter pares – hoe groot zijn moreel gezag ook zou worden. Ironisch is namelijk dat als de groep hem volgende individuen zou transformeren naar een groep aanbidders, ook het individualistische element van die groep zou wegsmelten tot je eindigt met een amorfe massa met alle kenmerken van een collectief. Het is gelukkig een zeldzaamheid, want onaangenaam om te ervaren. Geert Wilders bijvoorbeeld is als de stichter en leider van zijn partij een categorie apart, maar is hij de voorganger van een relatief amorfe massa volgelingen in het parlement? Heel collectief ziet de PVV er in mijn ogen niet uit., al trekt Wilders wel degelijk mensen die het eigenlijk van hem zouden willen
In een collectief daarentegen is leiderschap vrijwel absoluut, zo lang de groep dat leiderschap erkent. Ook daarom een reden waarom leiders van collectieven zich gedwongen zien.daadkrachtig over te komen – bij ontstentenis van die eigenschap verzwindt hun leiderschap snel. Ideeën en gedachten richting toekomst worden via de leider gekanaliseerd, waarna deze ze aan de man brengt. Noteer als terzijde, dat Jesse Klaver om die reden niet de echte leider van GroenLinks is. Hij is het kanaal, waarmee de leiding op de achtergrond de zaken aanstuurt. Is Lodewijk Asscher een groot leider? Tot ik zijn aanstaande standaardwerk “Mijn diepere gedachten” heb bestudeerd houd ik het er op van niet.
De ouderen onder u kunnen dat vergelijken met mensen als Wim Kok en Joop den Uyl. Ook als ze het niet wisten, wekten ze de indruk het te weten. Dat was voor heel veel mensen genoeg. Met het aantreden van Wouter Bos begon de klad er bij de PvdA in te komen. Aanvankelijk werd hij behandeld als een potentieel groot leider, maar nadat dat afkalfde was het politiek snel met hem gedaan. Op een bepaald moment stond de PvdA onder zijn leiding op 60 zetels, maar een stevig aantal opzichtige aarzelingen en gebrekkige daadkracht later bleef daar te weinig van over om premier te kunnen worden. Cohen? Teveel academicus, zonder de wens iemand anders te zijn. Samsom? Wel de ambitie, maar te veel twijfelend, en in zekere zin te open.
De SP laat zien waar hoe het zowel bij de PvdA als bij GL werkt: Jan Marijnissen was de leider – nog lang na zijn vertrek, eigenlijk tè lang voor de gezondheid van zijn partij. Roemer en Agnes Kant waren de kanalen die werden gebruikt om de boodschap te verspreiden – geen leiders dan in naam. Vergelijk ze met Pechtold – waar ik zelf niets van hebben moet – dan zie je waar het bij hen aan schortte.
Maar de roep om leiderschap bij de linkse achterban is enorm, alsmede bij de mensen die niet werkelijk links zijn, maar grote behoefte hebben aan het morele leiderschap waarin met name de halfzachte collectieven als het CDA in grossieren. Bij hen is de morele waarheid die ze verdedigen het substituut voor sterk leiderschap, dat ze dan ook maar zelden voortbrengen. Frits Bolkestein als een midden-politicus? Onvoorstelbaar.
Ondertussen zit de progressieve linksmens er maar mooi mee. Talloos is het aantal malen dat ik mensen die graag met progressieven om gaan hulpeloos heb zien aarzelen wat wel en niet te doen om geen faux pas of sociale blunders te maken. Men zoekt richtinggeving, die door niemand op links gegeven wordt. Vandaar het relatieve succes van kleine schreeuwers als Sylvana Simons en zo’n lokale paljas als Rutger GW. Want zonder leiding zijn de progressieve kuddes blatend voer voor psychologen.
Bedankt Juvenalis. Jouw visie komt hier overeen met mijn visie.
Scherp!
Vergis u niet :
– een ‘rechtse’ “sterke leider” is zakelijk en heeft een beperkte invloed.
Een dergelijk diktator verdwijnt vaak vanzelf, of is makkelijk te verdrijven.
Voorbeeld : kolonels-regiem Griekenland.
– een ‘linkse’ “sterke leider” is totalitair : staat aan het hoofd van een systeem
dat alles & iedereen, totaal en met geweld, beheerst.
Een dergelijke diktatuur is niet te verdrijven, en kan alleen aan zichzelf te gronde gaan :
alles & iedereen meesleurend. Voorbeeld : Soviet-Unie.
Wilders, hoe zeer ik hem ook waardeer omdat hij de waarheid spreekt, mist het intellect om zijn partij echt groot te maken.
Hij zou bij een Orban, Salvini, Duda of Zeeman in de leer moeten gaan zodat hij zijn partij uit het moeras kan trekken.