De nieuwe Joden?
Het is een populair argument bij de Internationale Socialisten en hun medestanders: “Moslims en migranten zijn de nieuwe Joden.” Veel mensen voelen aan hun water dat die vergelijking niet deugt, maar waarom dat zo is blijkt niet altijd even makkelijk te verwoorden. Ten geleide.
De vergelijking tussen de vervolging van Joden tijdens WW II en de pogingen illegale migranten buiten de deur te houden, wordt met regelmaat misbruikt door IS en medestanders. Natuurlijk is het een Godwin, en nog wel in zijn puurste vorm, aangezien hierna geen discussie meer mogelijk is. De aangesprokene wordt immers beschuldigd een immens harteloze bruut te zijn – in het gunstigste geval. Dat de vergelijking niet alleen geen steek houdt, maar eerder een bewijs van het omgekeerde is, valt in het vuur van de uitwisseling van argumenten niet makkelijk staande te houden. Als er al iemand luisteren wil, want wie is gebrandmerkt als een gore nazi, verdient geen gehoor. Ook daarin wordt een communis opinio door deze relschoppende activisten slim misbruikt.
Maar enfin, we hebben het nu niet over onfrisse praktijken, maar over de argumenten sec.
Om te kijken waar het wringt, moeten we naar de kern van de zaak. De impliciete beschuldiging die deze gewraakte vergelijking als grondslag heeft, is dat vreemdelingen hier niet worden geaccepteerd om hun vreemdeling-zijn. Ergo, de basis van de vergelijking is dat Joden die de vervolging ondergingen in essentie vreemdelingen waren in de maatschapij waarin ze werden vervolgd. Als dit kan worden gefalsifieerd, houdt de vergelijking geen stand.
Waren Joden vreemdelingen – in bijvoorbeeld – ons land? Velen kwamen in de jaren voor de oorlog vanuit Duitsland naar Nederland. Deze mensen vluchtten voor de nazi-terreur, maar waren deze vluchtelingen ons werkelijk vreemd? Cultureel stonden deze mensen de bevolking van de steden waar zij het meest naartoe reisden mogelijk nader dan de boeren uit Drenthe dat deden. Zij maakten deel uit van de Europese beschaving op dezelfde manier als andere delen van de maatschappij dat deden. Het religieuze element, en het verondersteld afwijkende etnische element – waar zoveel op valt af te dingen dat ik het eigenlijk niet zou mogen noemen – betroffen dermate kleine verschillen, dat vanuit Nederlands perspectief een opgaan in de al hier aanwezige bevolking geen enkel probleem op zou mogen leveren. Hetgeen in de praktijk precies klopte. Een opsomming van de verschillen tussen Joods en Moslimimmigranten vindt U hier.
Ook Joden die in de 16e en 17e eeuw naar ons land vluchtten, bleken in de praktijk uitstekend in staat zich aan de lokaal heersende cultuur aan te passen.
Als we dat vergelijken met veel immigranten heden ten dage, zijn de verschillen enorm. De islamitische mentaliteit mag niet onvermeld blijven, aangezien deze is gebaseerd op een dwaas meerderwaardigheidscomplex dat nergens op is gebaseerd dan het aanhangen van een bepaalde godsdienst. Een directe vergelijking met het Jodendom laat zien dat hier een enorme hindernis voor integratie aanwezig is. Dit ondersteunt de stelling dat de religie van immigranten een factor is bij de vooruitzichten voor een succesvolle integratie.
Minder nadrukkelijk aanwezig, maar desalniettemin eveneens nog goed merkbaar, is het verschil in mentaliteit tussen de autochtone bevolking in Nederland en immigranten uit Afrika. De agressie die benodigd is om in Afrika sociaal succesvol te zijn, is in West-Europa een handicap, aangezien wij niet langer een dergelijke houding waarderen. Onze maatschappij heeft zich verder ontwikkeld dan dat, en stilletjes beoordelen we het als primitief. Dat het dat dan ook is, word je niet geacht hardop uit te spreken. Maar daarmee faciliteren we bijna ongemerkt de postmoderne idioterie, dat alle culturen gelijk zijn.
Wellicht kun je argumenteren – heel discutabel op zijn minst – gelijkwaardig, maar zeker niet gelijk. Maar deze nuance verdrinkt in de felheid van de argumenten, die niet veel meer zijn dan instinctieve emoties die hun oorsprong vinden in de misvatting dat alle mensen hetzelfde zijn. Dat alle mensen gelijk zijn in attitude, karakter en intenties is een onhoudbare stelling, maar o zo makkelijk in debatten, waarin tegenstanders worden zwartgemaakt omdat zij nuances aan willen brengen in het gelijkheidsdenken.
Daarmee zijn we terug op een punt dat bekend moet worden verondersteld: gelijkheid is een gevaarlijke mythe waar we ons niet aan kunnen overgeven zonder het risico te nemen de waardevolle elementen van onze eigen cultuur niet langer overeind te houden.
Wie bovenstaand betoog tot zich laat doordringen zal moeten begrijpen dat de kreet dat migranten de nieuwe Joden zijn, is gebaseerd op verderfelijke misleiding. Wie zich tevens verdiept in de modus operandi van clubjes als de Internationale Socialisten en hun enge medestanders, ziet ook waarom dit discours zo wordt gestuurd. Diep onder een spekvette laag domheid vinden we een waarachtige kwaadaardigheid die angstwekkend is.
Er is maar één legitieme vorm van gelijkheid: de gelijkheid voor de wet van individuen. Daarbij teken ik aan dat een staat op het punt van burgerrechten ook nog onderscheid mag en moet maken tussen staatsburgers en niet-staatsburgers. In Nederland kiezen Nederlandse staatsburgers vertegenwoordigers in de Tweede Kamer. Zouden we ook moeten doen bij gemeenteraadsverkiezingen. Klassieke grondrechten gelden dan weer voor iedereen.