Crimineel gewoon, een maatschappij in ontbinding
De regering heeft een rapport op laten stellen over de criminaliteitscijfers dat ontluisterend is. De werkelijkheid lijkt de officiële cijfers met een factor vijf te overstijgen.
Dat het nieuwe rapport is gebaseerd op een onderzoek onder burgers is kenmerkend. Ook een vernietigend element uit het rapport is de hoeveelheid zaken waarmee niets wordt gedaan: 57% van de aangiftes en 70 van de internetaangiftes wordt verder genegeerd omdat er te weinig aanknopingspunten zijn.
Ik kan dat niet anders lezen dan als dat de oplossing zich niet op een presenteerblaadje aandient. Alsof je de dienstdoende wachtcommandant verzuchten hoort: “Moeten wij ook nog voor u uitzoeken wie verantwoordelijk is voor het in brand steken van uw auto? Maar die laat je in zo’n wijk toch niet buiten staan?” Als je aangifte doet van een gestolen fiets die je niet in beton goot alvorens haar langs een Amsterdamse gracht te parkeren, kijken ze je aan of je gek bent.
Zó gek is de Nederlandse bevolking dus allang niet meer. Aangifte doen is een hobby geworden voor in je vrije tijd: vaak heb je iets beters te doen waarmee je meer bereikt, maar soms doe je het uit een onbestemd gevoel van dat het je recht is om het te doen.
De meest pijnlijke conclusie die je uit de nu beschikbare gegevens trekken moet, is dat de Nederlandse burger de overheid niet alleen niet vertrouwt, maar daarin ook nog eens volkomen gelijk heeft. Als nu al circa tweederde van de misdrijven niet eens wordt aangepakt, wat betekenen die dalende criminaliteitscijfers waarmee Van der Steur staat te pronken als een kalkoense haan dan anders dan een ontluisterend brevet van onvermogen.
Ook de zo geroemde automatisering, die het mogelijk maakt om via internet aangifte te doen blijkt tegen de burger te werken, want als er geen gezicht bij is, blijkt men nog minder hard te lopen dan anders helaas al het geval is.
Onderwijl is de overheid extreem efficiënt in het ontfutselen van geld aan de burgers via een uitgekiend boetesysteem voor ‘verkeersdelicten’. Waar de prioriteiten van de overheid liggen hoef je de Nederlandse burger dus niet te vertellen. En aangezien men het in de beleidsstukken over die ‘verkeersdelicten’ ook altijd vrolijk heeft over de streefcijfers voor de boetes die men denkt te innen, is ook hier geen twijfel over mogelijk.
Ik heb de politie eerder wel eens “voorheen je beste kameraad” genoemd naar aanleiding van de labbekakkerige behandeling van een bedreiging van Geert Wilders door de politie in Drachten, maar in hoeverre ik dat had moeten uitbreiden naar de overheid als geheel had ik me toen onvoldoende gerealiseerd. Als deze cijfers ook maar benadering kloppen is er iets heel grondig mis. Overigens niets dat de meeste burgers uit eigen observatie niet al wisten, maar toch leuk dat de overheid zich het nu ook begint te realiseren. Als je daarbij optelt dat de politie het niet kan hebben dat hun acties worden gefilmd, en wie ongefilmde acties van nabij heeft kunnen bewonderen, weet dat er met de mentaliteit van de politie zó veel mis is, dat het hele corps ontslaan en opnieuw samenstellen met nieuwe eisen en een nieuwe geen overbodige luxe is.
Enfin, de politiek kennende wordt binnenkort mijn gestolen fiets uit 1986 terugbezorgd, nadat bijna nader onderzoek bleek dat die al 30 jaar opgeslagen stond in een depot waar onbeheerd rondslingerende fietsen werden gestald. Maar voor de rest moet ik geen eisen willen stellen.
Dit zijn de gegevens van een maatschappij in ontbinding. In ieder geval van de maatschappij zoals we die kenden. Er is vaker over gesproken, en niemand vindt het een goed idee, maar de logische conclusie van de nu gepresenteerde feiten is dat kleine criminaliteit zal moeten worden opgelost in goed verleg tussen burgers, zonder tussenkomst van instanties. Als de overheid zich terugtrekt verliest ze haar recht van spreken. Ingewikkelder is het niet.
Het gaat steeds beter met de Nederlandse economie; de misdaadcijfers dalen; het consumentenvertrouwen neemt toe; er is vrijheid van meningsuiting; aan de integratie wordt hard gewerkt; we onderdrukken succesvol het hacken van verkiezingen; onze pensioenen zijn veilig voor de EU-graaiers; 1000 piek erbij; we hebben een rechtsstaat; we leven in het beste land ter wereld; we gaan wat doen aan (illegale) migratie; geen ‘oneerlijke’ concurrentie op de Europese arbeidsmarkt; we luisteren naar uw referendumwensen; et cetera, et cetera, et cetera. – de OVERHEID is de grootste leverancier van NEP-NIEUWS met een maximale frequentie en output in de maanden voor nieuwe verkiezingen.
—
Rutte rot op!
—
Laat ons op de Idus van Maart deze nep-politici de doodsteek bezorgen: stemt allen PVV.
Ik hoop dat de PVV met zo’n grote meerderheid verkozen wordt dat de rest er niet omheen kan en tot samenwerking wordt gedwongen. En Wilders heeft gelijk we hebben een “nep”regering!
De politie loopt tegen dezelfde shit op als de rest van de instituten: het managersgilde. De klojo’s die zonder verstand van zaken van managersopleidinkjes afkomen, een plekkie krijgen in de top van een organisatie en vervolgens de boel gaan reorganiseren. Nadat de vorige 500 managers hun eigen reorganisatietje al hadden doorgevoerd. En zo’n reorganisatie loopt altijd uit op…. falende ict-systemen en heeeuuul veel administratie. Vraag het de artsen, de psychologen, en dus de politieagenten.
Plus dat 50% van de capaciteit uitgaat naar het vergaren van de eigen inkomsten. Lees verkeersboetes uitschrijven. En de rest van de capaciteit naar wietplantjes. Want van alle ernstige delicten, van verkrachting tot moord en doodslag, is het roken van een jointje wel zo ongeveer het allerergste dat je kunt doen.
En dan heb je nog al die opgeblazen ego’s op de sociale media die bij het minste of geringste beledigd zijn en aangifte doen.
Kortom: verkeersboetes, wietplantjes en lange tenen faciliteren. Das 75% van de tijd. De rest is administratie.
Alle overige argumenten voor het disfunctioneren van politie en justitie zijn geheel of gedeeltelijk waar. Ik doe daar niets aan af; ik ben immers geen populist, maar neorealist.
Dat gezegd zijnde, is definitief duidelijk dat de overheid niet veel verder kan dalen naar niveau van contractbreuk: het verbreken van het sociaal contract met de burger. https://nl.wikipedia.org/wiki/Sociaal_contract (kijk vooral ook naar noten 2 en 3 en hun context). De reactie van de diverse politiekepartijen is weinig hoopvol. Dit lijkt geen reden voor een kabinetscrisis, Van der Steur overleeft voor 88e keer een kamerdebat – als dat er al komt – en treedt niet af. De extra 300 miljoen euro voor de politie staan ingeboekt, maar dat bedrag een lachertje vergeleken bij wat allemaal moet gebeuren. Eventuele extra uitgaven moeten wachten tot de eerste begroting van het nieuwe kabinet. Sowieso wordt eerst met vreze en beven de verkiezingsuitslag afgewacht.
Dit is in het voordeel van partijen als de PVV, maar dat is me iets te cynisch geredeneerd.
De greep van de criminaliteit op de samenleving en de mate waarin wetsovertreders en overlastgevers vrij spel hebben, rechtvaardigt zo ongeveer het uitroepen van de noodtoestand. De pakkans is een lot in de loterij; de pakkans voor 112 rijden op de A2 (2×5 rijstroken) honderd procent.
Het verbreken van het sociaal contract heeft diverse ingrijpende gevolgen en nare bijwerkingen. Maar wie zien hier nu niet echt een overheid die alles op alles zet om ons ver boven dat benedenpunt te houden. Naast onmiddellijke politieke gevolgen (die ik nog niet verwacht)
Opnieuw weigert de politiek out of the box te denken en buiten de grenzen van de politiek-correcte matrix te treden. Het andere duidelijke hete hangijzer is natuurlijk de nepvluchtelingen, die hier evident niet mogen blijven en toch niet weggaan, omdat ze om allerlei redenen niet willen of kunnen, en intussen complete lokale gemeenschappen ontwrichten. Lees: niet kunnen binnen de poco matrix.
Een regering die het ernst, komt maandag first thing in the morning met zaken als een noodwet en onder andere de expliciete toestemming aan burgers om burgerwachten te vormen, als zij dat nodig achten, met de bevoegdheid om, zonodig, de honkbalknuppel te hanteren.