Niet zo slim
De Britse regering is haar inzet om de bevoegdheden van Brussel te beperken begonnen met een pleidooi voor een rode-kaart-systeem. Een deerniswekkende misser, die haar duur zal komen te staan.
William Hague, de Britse minister van Buitenlandse Zaken, heeft in een speech in Berlijn uiteengezet wat de inzet van de Britse regering wordt bij haar poging de macht van Brussel ietwat te kortwieken. Het primaire doel is de bevolking er van te overtuigen dat de regering van Hare Majesteit nog steeds de baas is op haar eigen eiland, en dat moet dan tevens er voor zorgen dat het eurosceptische UKIP de wind uit de zeilen wordt genomen.
UKIP wordt langzamerhand toch wel een dringend probleem. Gisteren werd een poll bekend, die UKIP nog slechts 4% achterstand op de Tory’s gaf, 25% om 21%. Dat is voor een districtenstelsel binnen de foutmarge van gelijk op gaan. Labour leidt overigens comfortabel, en de LibDems hebben het met 6% nog nooit zo slecht gedaan.
De gedachte van het rode-kaart-systeem is direct afgeleid van de al bestaande mogelijkheid dat parlementen met een gele kaart aangeven dat ze willen dat Brussel bepaalde wetgeving nog eens goed overweegt. En dat is inderdaad net zo zinloos, ineffectief en futiel als het klinkt. Een niet-werkend wapensysteem een zwaarder kaliber geven is alleen in sprookjesland zinvol, en een sprookjesland is de EU nog slechts voor haar ambtenaren. Hert enige risico dat UKIP zal lopen in haar campagne ertegen, is dat men het zo weinig serieus vindt dat de kiezers onvoldoende belangstelling zullen tonen voor wat de partij er over te zeggen hebben wil.
De EU-methode is welbekend: luchtballonnetjes, sonderen, nog een proefvoorstel, en als het verzet er tegen moedeloos wordt, beukt men er een compleet voorstel doorheen. Het is geen kwestie van gele of rode kaarten, maar een compleet andere aanpak waarom het gaan moet. Naar alternatieve manieren om Brussel haar zin te laten doordrijven hoeft geen onderzoek te worden gedaan, want er is geen behoefte aan. Niet bij de bevolkingen van de Europese staten, althans.
Want het is niet geheel onmogelijk dat men in Brussel concludeert dat aangezien het staande gele-kaart systeem ineffectief is, een rode-kaart aanpak evenmin zal werken. Zodat men het Britse voorstel zal omarmen, en overgaat tot de orde van de dag.
Zou de Britse regering dat niet beseffen, of heeft zij eenvoudig niet beter? Of is zij reeds voldoende in staat van ontbinding, dat het belangrijk blijft om de LibDems geen gelegenheid te geven het kabinet op te blazen met voor haar achterban begrijpelijke redenen?
Dat laatste is onwaarschijnlijk, aangezien het dubieus is of een breuk in de coalitie de LibDems goed bekomen zou. Als zij niet beter heeft, kan Cameron de eerstvolgende verkiezingen op zijn buik schrijven. Nu al is in het nieuws in Engeland voortdurend berichtgeving dat allerlei Tory’s overwegen naar UKIP over te stappen. Maar als zij werkelijk denkt, met dit type voorstellen de Britse bevolking voor zich te kunnen winnen, wordt het de hoogste tijd Cameron te vervangen door Boris Johnson.
Dat is een sprong in het duister, zeker waar. Johnson wil de Tory’s graag leiden, maar heeft ook aangegeven dat hij Cameron steunt zolang deze partijleider is. Geen verzekering die Cameron veel steun geeft. Johnson is een charmante campaigner, zo heeft hij tijdens zijn verkiezing en vooral zijn herverkiezing tot burgemeester van Londen bewezen. Maar hij is zeker niet meer gekant tegen de EU dan Cameron is. En dat zal komende jaren in Groot-Brittannië een belangrijke factor worden naar het zich laat aanzien.
Eerder verschenen op Dagelijkse Standaard.