Definities, DNA en precedenten – Grapperhaus
Dit is een verhaal over definities, DNA en precedenten. Maar ik zou graag eerst de vraag beantwoord willen hebben wanneer men met DNA gaat goochelen.
Want laten we wel zijn, als bijna overal DNA-onderzoek voor kan worden ingezet, dan voert de overheid een achterhoedegevecht. Dit soort maatregelen is daarom niet meer dan een maskerade.
Wanneer wordt een zo groot onderzoek opgestart dat men vrijwillige medewerking vraagt om DNA af te staan? Gezien de kosten – helaas bij het moderne OM een maar al te vaak essentiële factor – kun je alleen verwachten dat die dringende noodzaak tot verplichting hand in hand zal gaan met de vraag om vrijwillige medewerking. De facto wordt de wet zowel principieel als in brede zin opgerekt.
Hier wordt ons derhalve een rad voor ogen gedraaid, en dat moet minister Grapperhaus worden aangerekend. Dat hij feiten uit het verleden van zijn ministerie die bepaald niet kosher (Poch, Wildersproces2) waren, niet (of nauwelijks) lijkt te verdonkeremanen is geen garantie voor een beter eigen beleid. Druk vanuit de Kamer lijkt leidend in deze kwestie:
Als er geen sprake is van zo’n noodzaak, blijft vrijwillige medewerking het uitgangspunt. Grapperhaus had al eerder gezegd dat hij een verplichting wilde onderzoeken. Hij deed die toezegging na de doorbraak in de zaak-Nicky Verstappen.
Dat de Kamer leeft van de waan van de dag is nu eenmaal een feit. Betreurenswaardig genoeg, maar veel Kamerleden zijn intellectueel nu eenmaal onder de maat, al zou je het ook emotioneel uitgedaagd kunnen noemen. Wat die nodig hebben is iemand die hen met gezag duidelijk maakt dat sommige zaken het begin van een hellend vlak zijn. Dat Grapperhaus zich niet in een positie lijkt te bevinden waarin hij dat ronduit zegt is een slecht signaal, en vind ik hem te moeten aanrekenen.
Hoe vreselijk een misdrijf ook, er zijn grenzen die je niet moet willen overschrijden. Marteling van verdachten is niet toegestaan, en hoewel je dit daarmee niet gelijk kunt stellen is het een overschrijding van grondrechten die evenmin wenselijk is. Wat hier opnieuw opspeelt is de discussie, dat mensen die niets te verbergen hebben er geen bezwaar tegen zouden kunnen hebben. Dat dat geen deugend argument is zou bekend moeten zijn. Een minister van Justitie moet dat zeker beseffen. Nadenken over definities, DNA en precedenten doet Grapperhaus niet. Integendeel, hij stuurt direct aan op een gewenst resultaat. Hierbij is dat even onwenselijk als een martelkamer.
Grapperhaus maakt slachtoffers hiermee ook al bij voorbaat schuldig.,dus het zal de aangiftes gaan terugdringen lijkt hij te hopen.
Het lijkt mij tevens evident dat grapperhaus het voordeel van de twijfel in een vonnis hiermee tracht terug te dringen.Een gevaarlijk precedent.
Dit is gewoon de zoveelste stap in de richting van het afschaffen van de rechtstaat en de vorming van een surveillance/politiestaat.