DE WERELD NU

Moordenaars en zo. Waartoe, waarheen?

Moordenaars, moorden

Moordenaars en zo, wat moet je er mee? Dat vraagt onze regering zich ook af.

Niks te vroeg dat onze regering zich dat ook afvraagt, ben je geneigd te zeggen. Maar ik vrees dat het iets ingewikkelder ligt.

Laat ik eens beginnen met moord en doodslag uit elkaar te halen. Moord is gepleegd met voorbedachte rade. Doodslag is over het algemeen een gevolg van driftig gedrag. Dat betekent dat een moordenaar een reden of vooropgezet plan had – en uit de aard van zijn daad daarom selectief te werk ging. Iemand die in zijn drift zich bij gelegenheid niet in kon houden en een ander doodsloeg, -stak of anderszins om bracht –  doodslag dus – is daarom voor een nieuwe omgeving veel gevaarlijker dan een moordenaar. Want bij iemand die in zijn drift doodslag beging is herhaling een groter risico. Toch zul je bijna niemand die overweging horen maken.

Natuurlijk is het niet fijn als je weet dat je buurman iemand heeft vermoord. Maar is het nuttig dat te weten? Van een pedofiel weet je dat herhaling een groot risico is, en dat je daar niet naast wilt wonen – zeker niet in wijken met veel jonge kinderen – is niet vreemd. Maar wat er gebeurt met pedofielen die hun celstraf hebben uitgezeten en waarvan in hun nieuwe omgeving bekend is wat ze hebben gedaan hebben we een aantal jaren geleden in Eindhoven gezien. Moeten we met moordenaars die hun straf hebben uitgezeten dezelfde kant op gaan? Het lijkt me nuttig noch wenselijk. Want je eindigt met een volkomen gesegregeerde maatschappij, waarin daders van allerlei vergrijpen na uitzitten van hun straf bijeen worden gezet. Niet alleen krijg je dan een moordenaarswijk, een dievenwijk en een pedofielenwijk, maar ook een jihadiwijkje – of nee, daar kwamen ze juist uit.

U ziet waar dat heen gaat: het is zowel onwerkbaar als weinig functioneel. Mensen zullen altijd iets over houden om over te griezelen. Dat kun je als overheid zoveel mogelijk proberen te beperken, maar uitbannen zal je nooit lukken.

Waar het wel mee verbonden is, is het gevoel dat de straffen voor deze mensen te kort zijn geweest. Want als iemand twintig jaar opgeborgen is geweest, lijkt hij (of zij!) daarna een stuk minder angstwekkend. Nu vinden mensen het eenvoudig vaak nog te vroeg; iemand die in de kracht van zijn leven al een moord of doodslag achter de rug heeft en alweer vrij rond loopt, dat geeft een gevoel van overheidsfalen. Wat het in zekere zin ook is.

Het is allemaal een gevolg van het jaren zeventig-credo dat iedereen een tweede of zoveelste kans verdient. Of dat waar is betwijfel ik, maar het is hier de discussie niet. Dat LOVING nu gehoor vindt is niet meer dan een pleistertje vanwege overheidsfalen en slecht beleid. Dat zie je ook terug aan de reacties van de Reclassering, maar vooral aan die van Slachtofferhulp. Waarom resocialisatie in de oude omgeving zou moeten plaatsvinden is me een raadsel, maar er zal ongetwijfeld een socioloog zijn die daar een piekfijne theorie over heeft. En inderdaad, als je mensen in aparte wijkjes onder gaat brengen, is het volgende stadium dat je die wijkjes wilt afsluiten om elk verder risico te vermijden. Dan is lang in de gevangenis en gegarandeerde anonimiteit na vrijlating een betere aanpak. Waarbij het mij lijkt dat we niet te kinderachtig moeten doen met risico-gevallen – die moeten maar gewoon in de gevangenis blijven, waar ze zich wel eens het beste op hun plek zouden kunnen blijken.

Dit vragen om segregatie is niet meer dan symptoombestrijding. Logisch, maar werken gaat het niet. Wellicht is het tijd alle theorieën waarop de uitvoering van ons strafrecht is gebaseerd eens integraal in heroverweging te nemen. Want het begint er op te lijken dat we na een jaar of veertig, vijftig full circle zijn gekomen. Stafrechtpleging moet ook de maatschappij veiliger maken zou je zeggen. Wat nu gebeurt kan er daarom nooit de bedoeling van zijn geweest.