In naam van de islam, de vrouw en de homo
Frans Groenendijk legt twee Amerikaans-mohammedaanse vrouwen die vermindering van islamitische restricties bepleiten onder de loep. Hun oproep, die klinkt als een strijd voor ‘westerser waarden’, bevat echter nogal wat inconsequenties en tegenstrijdigheden.
In 1995 schreef Bart Croughs het boekje In de naam van de vrouw, de homo en de allochtoon. Het bevatte een stevige kritiek op het ‘politiek-correcte’ denken en enkele scherpe waarnemingen. Het boekje was helaas volledig doordrenkt van sarcasme. Om helemaal zeker te stellen dat zijn kritiek geen enkele rol zou vervullen in het maatschappelijk debat, viel de auteur zelfs Bernadette de Wit aan op haar anti-racistische standpunten en voegde hij een hoofdstukje toe waarin hij gedetailleerd uitleg gaf over hoe je kleine, slecht opgevoede kinderen stiekem kunt mishandelen, indien/omdat je te laf bent om ouders aan te spreken op het gedrag van hun kinderen. Ook dat was waarschijnlijk humoristisch bedoeld.
Het abjecte Westen
Desondanks waren het wel scherpe waarnemingen. Bij wijze van ontmaskering van het gedachtegoed achter het doordraaiende cultuurrelativisme formuleerde Croughs twintig jaar geleden twee ‘wetten van het progressieve denken’: 1) De wet van het abjecte Westen. Deze wet luidt: ‘Bij een conflict tussen westers en niet-westers kiest de progressieve intellectueel voor niet-westers‘ en 2) De wet van de onderdrukte minderheden. Deze wet luidt: ‘Bij een conflict tussen een minderheid en een meerderheid kiest de progressieve intellectueel voor de minderheid‘. Ook scherp: Croughs vroeg zich expliciet af wat er gebeurt wanneer de twee wetten met elkaar botsen: “wanneer vrouwen of homo’s (tweede wet) met vrouw- en homovijandige moslims (eerste wet) in conflict komen“. Op basis van een viertal voorbeelden concludeerde hij
… dat er een zekere tendens is om de tweede wet zwaarder te laten wegen dan de eerste wet, maar om te zeggen dat hier van een wetmatigheid sprake is, gaat te ver (…) het feit dat er nog steeds geen algemeen verbod is op het dragen van hoofddoekjes in de scholen, geeft aan dat hier geen sprake is van een wetmatigheid.
Maar dat was in 1995.
Inmiddels moeten we vaststellen dat de eerste wet toch echt duidelijk boven de tweede gaat. Vandaar de volgorde in de titel. De leer van Mohammed en het gedrag van zijn volgelingen zijn in de afgelopen 20 jaar steeds meer de perfecte antithese van “het” verderfelijke Westen geworden, “Het Westen” dat, in tegenstelling tot “De Islam” wèl bestaat. En niet-mohammedaanse allochtonen zijn nep: het zijn potentieel in het Westen geïntegreerden.
Maar geloof mijn woorden niet over deze onderwerpen; ook niet over de verhouding tussen die eerste en tweede wet. Luister naar twee direct betrokkenen: een Egyptische en Indiase moslima die enkele dagen geleden een dringende, doch kansloze, oproep deden aan vrouwen wereldwijd om alstublieft niet mee te doen aan het “draag ook eens een hoofddoek” spektakel onder het mom van ‘interfaith solidarity’.
Ik geef simpelweg een, enigszins ingekorte, vertaling van het artikel dat Asra Q. Nomani en Hala Arafa in The Washington Post gepubliceerd kregen. Daarna ga ik heel kort in op één typische reactie op hun verhaal. Ik sluit af met een paar héél verschillende punten van commentaar. Ik heb mijn stinkende best gedaan om de dosis sarcasme beperkt te houden.
O ja, over de plaats in het rijtje voor de homo’s hoeven we het niet meer te hebben hè?
Als moslima’s, vragen we in naam van interreligieuze solidariteit de ‘hijab’ juist niet te dragen
Vorige week betraden drie vrouwelijke religieuze leiders – een joodse rabbi, een bisschoppelijk vicaris en een Unitarian dominee – en een mannelijke imam, ofwel islamitisch gebedsleider, de fraai betegelde preekstoel van het Khadeeja Islamic Center in West Valley City, Utah. De vrouwen glimlachten volop en hun haren waren bedekt met helder gekleurde sjaals, in het kader van hun steun aan “Wear a Hijab” dag.
De Salt Lake Tribune publiceerde een foto [zie boven] van tienermeisjes in het publiek bij de moskee, die geen moslima waren, hun haar bedekt met lange sjaals. KSL TV meldde later: “De hijab – of hoofddoek – is een symbool van bescheidenheid en waardigheid. Wanneer Moslim vrouwen een hoofddoek dragen, zijn ze gemakkelijk te herkennen als volgelingen van de islam.”
Voor ons, als mainstream moslimvrouwen, geboren in Egypte en India, was het spektakel in de moskee een pijnlijke herinnering aan de poging van conservatieve, niet om geld verlegen zittende moslims om moderne islamitische samenlevingen te domineren. Deze hedendaagse beweging verspreidt een ideologie van de politieke islam, het zogenaamde “islamisme”, en schakelt daarbij goedbedoelende interreligieuze wereldverbeteraars en media in, bij het uitdragen van het denkbeeld dat de “hijab” een soort “zesde zuil” van de islam is, na [sic] de traditionele “vijf zuilen” van de shahada (de geloofsbelijdenis), het gebed, de vasten, de liefdadigheid en de bedevaart [naar de Zwarte Steen]. Wij verwerpen de voorstelling van zaken dat de “hijab” slechts een door trouwe, vrouwelijke volgelingen van de islam zèlf aangenomen symbool van bescheidenheid en waardigheid zou zijn.
Deze hedendaagse beweging, vormgegeven door Iran, Saoedi-Arabië, de Taliban in Afghanistan en de Islamitische Staat, heeft het Arabische woord hijab ten onrechte synoniem gesteld met “hoofddoek”. Deze samensmelting van hijab met het seculiere begrip hoofddoek is misleidend. “Hijab” betekent letterlijk “gordijn” in het Arabisch. Het staat ook voor iets of iemand “verbergen,” “belemmeren” en “isoleren”.
Hijab wordt in de Koran nooit gebruikt om een hoofddoek aan te duiden.
In gangbaar Arabisch, is het woord voor “hoofddoek” tarha. In het klassieke Arabisch wordt “hoofd” aangeduid met al-ra’as en bedekking met gheta’a. Hoe je het ook wendt of keert, “hijab” staat nooit voor hoofddoek. De media moeten stoppen met het verspreiden van deze misleidende interpretatie.
Geboren in de jaren zestig in conservatieve, maar open-minded gezinnen (Hala in Egypte en Asra in India), zijn wij opgegroeid zonder een gebod om onze haren te bedekken. Maar, sinds de jaren 1980, na de Iraanse revolutie van de sjiitische minderheidsstroming in 1979 en de opkomst van de rijke Saoedische geestelijken uit de soennitische meerderheidsstroming, zijn we onder druk gezet om onze haren te verbergen voor mannen en jongens. Vrouwen en meisjes, die soms worden aangeduid als “enforce-hers” of als “Muslim Mean Girls,” gaan nog verder door vrouwen, van wie zij vinden dat ze de hoofddoek niet op de juiste manier dragen, belachelijk te maken en hen aan te duiden als “hijabis” in skinny jeans of als “ho-jabis”, waarin “ho” staat voor “hoer.”
Maar in de interpretaties van de 7e eeuw tot vandaag hebben theologen – van de overleden Marokkaanse geleerde Fatima Mernissi tot Khaled Abou El Fadl van de UCLA, Leila Ahmed van Harvard, Zaki Badawi uit Egypte, Abdullah al Judai uit Irak en Javaid Ghamidi uit Pakistan – duidelijk aangetoond dat moslimvrouwen niet verplicht zijn om hun haren te bedekken.
De hijab ter discussie
Voor ons staat de “hijab” symbool voor een interpretatie van de islam die wij verwerpen; 5) een interpretatie die gelooft dat vrouwen een seksuele afleiding vormen voor mannen; mannen die zwak zijn, en daarom niet verleid mogen worden door de aanblik van onze haren. Wij accepteren dit niet. Deze ideologie bevordert een houding die mannen vrijspreekt wanneer ze vrouwen seksueel lastigvallen en bij het slachtoffer de plicht legt om zichzelf te beschermen door zich te bedekken. De nieuwe Islamitische Hervormingsbeweging, een wereldwijd netwerk van leiders dat pleit voor mensenrechten, vrede en seculier bestuur, ondersteunt het recht van moslimvrouwen om wel of niet een hoofddoek te dragen.
Helaas, is het idee van de “hijab” als verplichte hoofddoek bevorderd door naïeve activiteiten zoals “World Hijab Day”, in 2013 gestart door Nazma Khan, de Bengalees-Amerikaanse eigenaar van een bedrijf in Brooklyn dat hoofddoeken maakt en door Ahlul Bayt, een sjiitisch tv-station voor ‘bekering’, dat door de Universiteit van Calgary, in het zuidwesten van Canada, wordt gepromoot als ondersteuner van “World Hijab Day.” De tv-zender stelt dat het dragen van een ‘hijab’ noodzakelijk is voor vrouwen om “ongewenste aandacht te voorkomen.”
Ahluly Bayt geeft als bron ook een link naar het verhaal dat “de vrouw awrah is”, of verboden, [mogelijk stelt het origineel dat vrouwen haram zijn] een idee dat leidt tot inperken, ondergeschikt maken, tot zwijgen brengen en onderwerpen van de inbreng van vrouwen in het debat en haar aanwezigheid in de samenleving. Een andere bron betreft “De top 10 excuses van moslimvrouwen die geen hijab dragen en de zwakheden daarvan“. Met daarin het ‘argument’, “Toon berouw, zuster, voordat het daarvoor te laat is.”
(…)
Vorige week droegen middelbare schoolmeisjes in Vernon Hills High School, bij Chicago, een hoofddoek in het kader van de activiteit, “Loop een Mijl in Haar Hijab,” gesponsord door de conservatieve Moslim Studenten Vereniging van de school. Dat beeld van die meisjes met die sjaals verontrust ons.
(…)
Vandaag, in de 21e eeuw, ontkennen de meeste moskeeën in de hele wereld, ook in de Verenigde Staten, ons als moslima, ons islamitische recht om te bidden zonder hoofddoek, discrimineren ze ons door ons de toegang te weigeren indien we onze haren niet bedekt hebben. Net als de katholieke kerk met de hervormingen van het Tweede Vaticaans Concilie van 1965 het voorschrift liet vallen dat vrouwen alleen met bedekt hoofd de kerk in mochten, moeten moskeeën hoofddoek-optioneel worden, als ze echt hun gebedsruimtes “vrouwvriendelijk” willen maken.
Gelukkig zijn er vrouwen die moedig genoeg zijn om tegen deze geboden in te gaan. Begin mei 2014 is een Iraanse journaliste, Masih Alinejad, gestart met een dappere nieuwe campagne #MyStealthyFreedom, om te protesteren tegen wetten die vrouwen verplichten hijabs te dragen. (…)
Belangrijke interpretaties van de koran
Het gebod dat vrouwen hun haar moeten bedekken berust op verkeerde interpretaties van koranverzen. In Arabische woordenboeken, verwijst hijab naar een “barrière”, niet eens per se tussen mannen en vrouwen, maar ook tussen mannen. Hijab verschijnt in koranvers (33:53), tijdens het vijfde jaar van de migratie, of hijra, van de profeet Mohammed naar Medina, toen een aantal bruiloftsgasten te lang in het huis van de profeet bleven rondhangen. Het vers stelde een aantal etiquetteregels met betrekking tot het spreken met de vrouwen van profeet Mohammed: “En wanneer gij hen iets vraagt, doe dat dan van achter een hijab. Dat is zuiverder voor uw hart en voor hun hart.”
Hijab staat dus voor afscheiding. Het woord hijab, of een afleiding ervan, verschijnt slechts acht keer in de Koran als een “obstakel” of “scheidingsmuur” (07:46), een “gordijn” (33:53), “verborgen” (38:32) , slechts een “scheidingsmuur” (41: 5, 42:52, 17:45), “verbergen” (19:14) en “voorkomen” of “geen toegang tot God” (83:15).
In de Koran, verwijst het woord hijab nooit naar een daad van vroomheid. Integendeel, het draagt de negatieve bijbetekenis van een feitelijke of metaforisch obstakel dat de ongelovigen in een duistere ruimte plaatst, en de boodschap luidt dat “onze harten onder hijab zijn“(41: 5), bijvoorbeeld, een scheidingsmuur tussen mensen in de hemel en in de hel (07:46) of “Zeker, ze zullen mahjaboon worden om hun Heer die dag te zien” (83:15). Mahjaboon is een afgeleid werkwoord van hijab. De Saoedische Koran vertaalt het als “gesluierd”. Zoals het hier gebruikt wordt, betekent het eigenlijk ‘toegang geweigerd.’
Het vers dat het vaakst geciteerd wordt om de hoofddoek te verdedigen (33:59) luidt: “Oh, Profeet vertel uw vrouwen en uw dochters en de gelovige vrouwen om hun jilbab dicht om zich heen te trekken; Dit zal beter zijn, zodat ze worden herkend en niet geschaad en God is de meest vergevingsgezinde, meest barmhartig.” Volgens Arabische woordenboeken betekent jilbab “lange, overjurk”, verwijzend naar de traditionele kleding van dat moment. Het gebood dus niet om een nieuw kledingstuk toe te voegen, maar eerder een bestaand kledingstuk anders te dragen. Het betekent ook niet hoofddoek.
Het is verontrustend dat de regering van Saoedi-Arabië de vertaling van het vers verdraait om er een gebod op gezichtssluiers van te maken, tot en met de interpretatie dat vrouwen ook nog een van beide ogen zouden moeten bedekken. Die vertaling luidt:
“O Profeet! Vertel uw vrouwen en uw dochters en de vrouwen van de gelovigen om hun mantels (sluiers) over hun hele lichaam te trekken (dat wil zeggen zichzelf helemaal afschermen, behalve de ogen of een oog om de weg te zien). Dat zal beter zijn, dat zij herkend worden (als vrije, respectabele vrouwen) om niet lastig gevallen te worden en God is het meest vergevingsgezind, meest barmhartig.“
Voor wat betreft de context, zeggen islamitische historici dat dit vers werd geopenbaard in de stad Medina, waar de profeet Mohammed naar toe was gevlucht om aan vervolging in Mekka te ontsnappen, en dat het vers werd geopenbaard om vrouwen te beschermen tegen ongebreidelde seksuele agressie waarmee ze geconfronteerd werden in de straten van Medina, waar mannen vaak vrouwen seksueel lastig vielen, met name slaven. Vandaag de dag hebben we het strafrecht dat dergelijke misdrijven illegaal maakt (sic); landen die dergelijke wetten niet hebben moeten ze invoeren, in plaats van vrouwen te straffen voor de gewelddadige handelingen van anderen.(…)
Terugclaimen van onze godsdienst
In 1919 marcheerden Egyptische vrouwen in de straten om het stemrecht te eisen; ze deden hun sluiers af, die ingevoerd waren als een culturele traditie van het Ottomaanse Rijk, niet als religieus gebod. De sluier werd toen een overblijfsel uit het verleden.
Begin jaren 1960 vertelde de Egyptische president Gamal Abdel-Nasser in een toespraak dat hij verzoening zocht met leden van de Moslimbroederschap na een poging om hem te vermoorden in 1954. De hoogste leider van de Broederschap gaf hem een lijst met eisen. Een daarvan was “de hijab verplicht stellen voor Egyptische vrouwen.” De leden van zijn gehoor begrepen niet wat het woord hijab betekende. Toen Nasser uitlegde dat de Broederschap Egyptische vrouwen wilde verplichtte om een hoofddoek te dragen, barstte het publiek in lachen uit.
Als vrouwen die opgroeiden in moderne islamitische gezinnen waar ook theologen deel van uitmaakten, proberen we onze religie terug te krijgen uit de greep van een strikte interpretatie. Net als in onze jeugd, zijn we getuige van pogingen om van deze strikte ideologie het enige aanvaarde gezicht van de islam te maken. We hebben gezien wat de opkomst van de politieke islam heeft gedaan met onze gebieden van herkomst en met ons nieuwe vaderland.
Als Amerikanen geloven we in de vrijheid van godsdienst. Maar we moeten duidelijk maken aan mensen in de universiteiten, de media en discussiefora dat ze met hun ‘verkenningen’ van de “hijab,” niet de islam aan het verkennen zijn, maar de ideologie van de politieke islam zoals die in de praktijk gebracht wordt door de mullahs en oelama uit Iran en Saoedi-Arabië, door de Taliban in Afghanistan en door de Islamitische Staat.
In de naam van “de interreligieuze”[dialoog] worden deze goed bedoelende Amerikanen steeds bedrogen door de agenda van moslims die beweren dat de eer van een vrouw haar “kuisheid” is en onbewust geven ze een platform aan het streven om elke vrouw een hijab op te dringen.
Doe dit in plaats daarvan: draag geen hoofddoek in “solidariteit” met de ideologie die ons het zwijgen op wil leggen, onze lichamen gelijk willen stellen aan “eer”. Heb de moed om naast ons te staan tegenover de ideologie van het islamisme dat van ons eist dat we ons haar bedekken.
Tot zover het verhaal van deze twee westerse journalistes met mohammedaanse achtergrond.
Slachtofferschap en de ontdekking van Amerika
Ik zocht een paar seconden naar reacties en stuitte direct op een juweeltje op de webstek ‘altmuslimah’. Dat begint zo:
Dear Asra and Hala,
I need to share some things with you about my experience as a Modern Muslim woman, but before I do let me state this: America is as Muslim as apple pie. That’s right I said it.
So let me school you and our fellow Americans on why I’ve stated the above.
en sluit af met:
It is the stuff that real womanism/feminism is made of and you two could learn a thing or two from them.
Daar tussen gaat de bekeerlinge (!) Keziah Ridgeway in op geen enkel argument dat door Nomani en Arafa is aangedragen. Ze ‘legt eerst uit’ dat Amerika niet door de Vikingen of Columbus is ontdekt maar door mohammedanen. Waarmee ze overigens in ‘goed gezelschap’ is: ook de president van onze Nato-bondgenoot Erdogan heeft recentelijk deze wetenschap wereldwijd onder de aandacht gebracht.
De kern van haar verhaal is slavernij. Zij is afstammelinge van zwarte slaven. En die slaven waren niet alleen zwart maar in meerderheid (!) ook nog mohammedaan. En voor haar bekering droeg ze korte broeken, minijurken en shirtjes met spaghetti-bandjes. Ze zegt nog net niet letterlijk dat het draait en moet draaien om slachtofferschap. Maar Ridgeway heeft natuurlijk hartstikke gelijk wanneer ze zegt dat Nomani en Arafa niet kunnen spreken in haar naam of namens ‘mainstream muslim women’. Die claim van N&A is even slecht onderbouwd als die van Ridgeway zelf over de ‘ontdekking van Amerika’ en over de ‘religie’ van de zwarte slaven.
De bedóéling van de sluiering
Op hun beurt hebben N&A, om het op z’n Vlaams te zeggen, overschot van gelijk met hun meest inhoudelijke opmerking over koran en sluiering. Niet voor niets staat op mijn ‘afgesloten’ webstek islamofobie.nl het stukje over de mohammedaanse sluiering blijvend bovenaan. Het eerste kernzinnetje daarin luidt:
Er wordt nogal eens op gewezen dat de Koran helemaal niet duidelijk is over wat de sluiering zou moeten inhouden. Dat is geen leugen.
Maar. Ja, er is een maar. Bij zowat elke zin van N&A is er een maar. Soms zelfs een maar, maar, maar…
De dames wijzen – terecht en logisch – koranvers 33:59 aan als meest gebruikte om het sluiergebod te verdedigen. De regering van Saoedi-Arabië verdraait de (Engelse) vertaling van dat vers echter helemaal niet: ze houden zich (blijkbaar) keurig aan de Hilali-Kahn vertaling. Uiteraard neem ik dat N&A niet kwalijk. Wel dat ze hier reusachtige oogkleppen opzetten. Ze gaan helemaal voorbij aan wat dit vers wèl beoogt: discriminatie. Sterker nog: de terloopse manier waarmee ze schrijven over ‘de context’ is goed beschouwd net zo schunnig als die van de Saoedi’s. Heel expliciet vermelden deze vrijheidsstrijdsters dat met name slavinnen – zonder dat ze aangeven of het dan om mohammedaanse of niet-mohammedaanse slavinnen ging – het vaakst slachtoffer waren van seksueel geweld. Mohammed of Allah nam het ook volgens de interpretatie van de dames echter niet op voor alle vrouwen en ook niet voor de vrouwen die het grootste gevaar liepen. Het meest tenhemelschreiende aspect van de Hilali-Kahn vertaling van dit vers is dat het Mohammed of Allah alleen ging om de bescherming van niet-slavinnen van mohammedaanse persuasie! In geen enkel opzicht maken de schrijfsters duidelijk welk deel van de mohammedaanse bronteksten nu wel en niet accepteren en wat ze ter discussie stellen.
Stockholm syndroom?
De insteek is volkomen opportunistisch, en korte termijn. Het verbaast in dat verband niet dat ze de nogal geschifte mevrouw Mernissi opvoeren als gezaghebbende ‘geleerde’. Ik mijn boek wijdde ik een paragraaf aan het gedachtegoed van deze mevrouw getiteld Volop ontplooiingskansen voor slavinnen? (p 229-230). Kort samengevat: de houding van het reëel bestaande mohammedanisme van die tijd tegenover slavernij en vrouwenroof wordt door Mernissi niet verhuld. “Haroen ar-Rasjied hield van Zoebaiba [zijn nicht en eerste vrouw..] maar zodra hij de vijfde kalief van de Abbasiedische dynastie was geworden zag hij zich omringd [Merk op dat de arme man zich omringd zag, passief, het overkwam hem] door djariyya’s van over de hele wereld. De historici (sic) zijn geestdriftig over hun talenten en bekoorlijkheden. (…) Aangezien in die tijd moslims geen medemoslims tot slaaf mochten maken (hoewel ze het later in de geschiedenis wel deden) waren de meeste djariyya’s buitenlandse vrouwen van pas veroverde gebieden (…)”
Mernissi blijkt vervolgens in staat om aan het walgelijke Koranvers 33:50 over het als oorlogsbuit wegvoeren van vrouwen, langs een heel speciale invulling van het multiculturele ideaal een soort positieve draai te geven. Over die in haremslavernij gebrachte vrouwen merkt ze namelijk op:
“Maar vreemdeling zijn aan het hof van de Abassieden was niet echt een nadeel, omdat in die cultuur verscheidenheid werd gestimuleerd en mensen beloond werden als ze veel talen spraken en de rijkdom van hun afkomst in hun optreden tot uitdrukking brachten.”
Ze schrijft over de intellectuele capaciteiten van de haremvrouwen en volkomen in de ban van haar eigen betoog looft ze, in de er op volgende pagina’s, de tederheid van de krijgsheren tegenover hun slavinnen. Knettergek is vriendelijk uitgedrukt.
Die andere Islamitische Staat
Op enkele plaatsen in hun tekst hanteren N&A het rijtje Iraanse theocratie, Saoedi’s, Taliban en IS: best hard over het regime in Riyaad. De manier waarop deze islamitische staat omgaat met dat koranvers 33:59 vinden ze niet erger dan ‘verontrustend’, “disturbing” in het origineel. De absurditeit! Zelfs levend in de VS, vermoedelijk zonder directe belangen bij de olie-import, wensen ze zich toch in te houden bij hun oordeel over de Saoedi’s. Goed beschouwd gaat het hen er niet om het gedrag van de prinselijke parasietenkliek aan de kaak te stellen: ze vinden het alleen ‘jammer’ dat de ‘islamgeleerden’ uit deze islamitische staat zoveel gezag hebben. Vrouwen zijn ook niet gedwongen om de hoofddoek of extremere vormen van sluiering te accepteren, maar zijn “onder druk gezet”.
Verdienmodel
Er vallen meer vreemde dingen op in hun precieze formuleringen. Ze hebben het over het ‘reclaimen’ van ‘our’ religion. Hoezo is of was die religie van hun? Hoe zijn ze op dat idee gekomen? Ach, nu zijn we ineens weer terug bij ‘hervormingspogingen’ a la Manji. In mijn stuk daarover van vier weken geleden ging ik ook in op het kernprobleem van het mohammedaanse gedachtegoed en de onoverkomelijke obstakels voor ‘hervormers van binnenuit’: het ontbreekt hen goed beschouwd aan serieuze ambitie om die leer te hervormen:
Iedere volgeling van Mohammed weet, heel precies of ergens in het achterhoofd, dat de doodsbedreiging altijd dichtbij is. Wanneer je, vanwege de – niet denkbeeldige – angst om in een orgie van geweld tussen mohammedanen uit te komen, dan maar een absoluut taboe instelt op het verwijderen van zelfs het allerergste tuig, is de consequentie dat ‘de islam’ door iedereen ‘gekaapt’ kan en mag worden. Het meest wrange is dat dat taboe vooral in stand gehouden wordt door de meer vredelievende en beschaafde volgelingen van Mohammed. IS heeft er juist geen moeite mee.
Als je met dat in het achterhoofd nog eens de tekst van N&A bekijkt valt ineens deze bizarre formulering op:
.. zijn we getuige van pogingen om van deze strikte ideologie het enige aanvaarde gezicht van de islam te maken.
Met andere woorden, ze hebben er geen probleem mee dat er ook weerzinwekkende interpretaties bestaan van het mohammedaanse gedachtegoed: ze hebben er alleen een probleem mee dat hun eigen interpretatie geen poot aan de grond krijgt. Die twee interpretaties kunnen wat hen betreft gewoon naast elkaar bestaan. En kijk je nog wat beter dan zie je dat het hier uiteindelijk gaat om een PR-dingetje van de zoveelste nieuwe (!) ‘hervormingsbeweging’. Dit exemplaar, dat zich net als al die eerdere zich op geen enkele wijze bezint op de mislukking van voorgangers, bestond op het moment van het schrijven van deze tekst net een paar dagen. Wereldwijd hebben ze nog geen 8000 likes. Hun verklaring heeft krap 2000 ondertekenaars waarvan slechts ongeveer de helft zelf volgeling van Mohammed is. Hun petitie is gestart door veertien volgers van Mohammed. Uitsluitend uit het Westen.
En de dames noemen deze organisatie – waarbinnen zijzelf dus een prominente plaats innemen – “een wereldwijd netwerk van leiders”.
O dear.
Ja inderdaad o dear. Je zal maar in zo’n cultuur geboren zijn of er in verzeild geraakt zijn. Als je er in zit heb je te maken met geweldsdreiging. Fysiek in het hiernumaals en geestelijk in het hiernamaals. Die laatste dreiging weegt denk ik het zwaarst voor een ware gelovige. Het zit zoals je zegt (heel precies of ergens) in je achterhoofd. Het godsbeeld bepaalt je mensbeeld en dus je zelfbeeld en wordt dan je eigen superego.
Ik moet ook vaak mijn best doen om niet sarcastisch te worden. Het is (nog) kerstmis, dus laat ik me eens afvragen: wat zou er achter of onder mijn eigen sarcasme kunnen zitten.
Ik kom uit op mededogen of compassie. Het puzzelwoordenboek zegt over de betekenis van cmpassie: 1) Clementie 2) Deernis 3) Deelneming 4) Goedertierenheid 5) Gevoel van medeleven 6) Gevoel van moede zijn 7) Mededogen 8) Mildheid 9) Medelijden 10) Medegevoel 11) Welwillendheid.
Met sarcasme denk ik niet dat we die meiden helpen. En onszelf ook niet. Hoe wel? Zou mededogen, welwillendheid, goedertierenheid enz. ontvangen worden of zou het als kwetsend ervaren worden.
En wat zouden we praktisch kunnen doen? Moeten we wel iets doen. Ik ben blij dat je dit artikel schreef, maar wat voor gewicht legt het in de schaal dat ik het goed vind? ik zou zeggen stuur het op nar een moslimsite, het lijkt me van belang dat zo veel mogelijk moslims, en dan vooral moslima’s het lezen.
Laten we hopen dat ze met argumenten uit dit artikel naar hun imam of fatwabank stappen.
Ik struinde nog even verder op internet. Ik stuitte op een artikel “Vrouwen zijn vrijer in de islam dan mensen denken”. http://www.nieuwwij.nl/interview/vrouwen-zijn-vrijer-in-de-islam-dan-mensen-denken/
Ik las een stukje en werd overvallen door de 6de betekenis (volgens het puzzelboek) van de betekenis van het woord compassie, een gevoel van moede zijn.
Dan denk dat sarcasme inderdaad meer energie en leven geeft.
Mijn stuk roept in ieder geval interessante associaties op.
De meeste van je vragen en kanttekeningen vind ik raak.
Met een uitzondering. Die helpt (mij) ook om de zaken scherper in beeld te krijgen
“Je zal maar in zo’n cultuur geboren zijn of er in verzeild geraakt zijn”. Er zit nogal een verschil tussen die twee: erin geboren zijn of erin verzeild raken!
Het duo beweert eigenlijk geen akelige dingen. De dames zeggen hele ráre dingen. Dat zij, en mensen zoals zij, er ruimschoots platform voor krijgen, dat vormt een groot extra obstakel voor het oplossen van de problemen die met het mohammedanisme samenhangen.
Die Keziah Ridgeway die het duo terechtwijst op basis van nog idiotere claims en die geen enkele moeite doet om haar claims te onderbouwen, die is dus niet geboren in die cultuur, maar heeft die zich eigen gemaakt. Ze gaat vol op het orgel van het slachtofferschap. Dat combineert heel goed met “De wet van het abjecte Westen” maar helemaal niet met het superioriteitsdenken dat welig tiert in die cultuur. En, en dat is wezenlijk, dat is niet uniek voor het mohammedaanse gedachtegoed.
Zie de tweede cartoon van gisteren: http://verenoflood.nu/wp-content/uploads/2015/12/CWoA1XCUwAAfoFD-500×397.jpg
“Stuur het op naar een moslimsite, het lijkt me van belang dat zo veel mogelijk moslims, en dan vooral moslima’s het lezen”
Dat zou mooi zijn hè, als dit soort argumenten hen zouden bereiken.
Zo met Kerstmis mogen we daar wel even over dromen. De overige 363 dagen van het jaar toch maar beter niet.
Dank voor dit uitgebreide artikel.
Het werkt heel verhelderend, door de achtergrond-informatie en
door een inkijken in de denkwijze van [“moderne”?] moslim[a]s.
Graag print ik het artikel uit voor bestudering
en om het aan anderen te laten lezen.
Boris v d ham is wel goed bezig vind ik:
http://www.humanistischverbond.nl/nieuws/humanistisch-verbond-presenteert-freedom-of-thought-report?utm_source=nieuwsbrief&utm_medium=email&utm_term=link-dezeweek&utm_content=landelijk-lb&utm_campaign=Van%20haat%20naar%20geweld%20tegen%20ongelovigen%20-%2017-12-2015