DE WERELD NU

Frankrijk wil het liefst achteruit, terug naar vroeger

Het gaat niet goed in Frankrijk. Eigenlijk gaat het zelfs slecht, erg slecht. Het land vertoont alle signalen van een sociaal infarct, en de regering-Hollande bereidt zich nu dan ook voor op grote sociale onrust. Met goede redenen.

Vorige maand erkende de Franse minister van Arbeid Sapin in een interview ‘spontaan’ dat het land zo goed als bankroet is (zie ook: hier). Pandemonium! Ware het niet dat de inval in Mali de aandacht afleidde, dan was mogelijk reeds eerder een uitbarsting van sociale onrust ontstaan. Maar in een land met zulke sterke en militante vakbonden komt wat dat betreft van uitstel geen afstel. De ongerustheid van Hollande c.s. is nu bijna voelbaar.

De economische fundamenten van Frankrijk zijn in een ongekend slechte staat: werkloosheid 10,5% (maar hoogst onbetrouwbaar door overheidsmanipulatie van de cijfers, 13 tot 14% lijkt realistischer) en stijgend, de private sector lijkt verlamd (en het aandeel van de staatsuitgaven van het GDP ligt binnen de EU al nergens hoger dan in La Douce France. 2013: 56,3%. En dat is nog exclusief het aandeel van lagere overheden.) De omzet van de Franse autofabrikanten – de belangrijkste industriële sector – zijn met bijna een vijfde ingezakt, en heeft reeds een enorme bailout ontvangen. Onroerend goed-transacties in Parijs en omgeving zijn 42% (in de rest van het land  -20%) lager dan een jaar geleden, waarbij ook de prijzen tot 15% daalden.

Het is dan ook geen wonder dat de populariteit van president Hollande en zijn premier Ayrault ongekende diepten heeft bereikt:

Het zijn cijfers die Sarkozy in eenzelfde tijdsbestek na zijn verkiezing niet overkwamen. Zijn premier, Fillon, zakte nooit zover weg als Ayrault nu al na 6 maanden. Normaal gesproken vervangt een Franse president in zo’n geval zijn premier, maar zonder uitzicht op verbetering – en de situatie is er niet naar – zou dat slechts worden opgevat als zwakte, een eerste wanhoopsdaad. Ayrault zal het dus nog even moeten uitzingen. Volgens de officiële cijfers schommelt Frankrijk al een paar maanden rond de nulgroei-lijn, maar dat is gebaseerd op cijers die de overheid zelf verstrekt. Alles overziende is dat weinig geloofwaardig, en het maskeert bovendien de onderliggende problematiek van het land. Frankrijk heeft veel te lang gewacht met het hervormen van de economie en de rol van de staat daarin, en gaat daarvoor nu de prijs betalen.

De dagelijks aangekondigde massaontslagen brengen onvermijdelijk de vakbonden in stelling. Bedrijfsbezettingen zijn aan de orde van de dag. Ook een belangrijke factor: de vraag van consumenten is compleet ingestort. Van een socialistische president eist men in deze situatie – meer nog dan van een conservatief als Sarkozy – steun voor de eigen industrie. Maar daar ligt Brussel dwars. Nu is dat in Frankrijk nooit de grootste zorg van de regering, die er niet onterecht vanuit gaat dat men in Brussel Frankrijk niet durft aan te pakken.

Wat niet wegneemt dat in een tijd waarin Griekenland, Portugal, Ierland en Spanje zeer diepgaand in de overheidsuitgaven snijden, de Franse speelruimte wel degelijk beperkt is. Zo niet door Brussel, dan wel doordat Frankrijk zich meer en meer als woordvoerder van de perifere landen probeert op te werpen, als compensatie voor de nu al verloren positie van – bijna – gelijkwaardige partner van Duitsland binnen de EU. Maar ondertussen is de industriële output terug op het niveau van 1997:

De Franse regering bereidt zich er nu op voor grote sociale protesten te weerstaan. Lokale autoriteiten zijn geïnstrueerd zich voor te bereiden om industrieel kapitaal te beschermen in geval van escalerende protesten. Voor Franse begrippen is dat revolutionair, dat een socialistische regering daartoe besluit is ongehoord. De communistische (!!) vakbonden hebben het in de beste Franse traditie al betiteld als een ‘provocatie’ door de regering.

De wanhoop van Hollande werd treffend geïllustreerd door zijn toespraak in Straatsburg aan de vooravond van de EU-begrotingsonderhandelingen vorige week. Zoals ook al in De Volkskrant gesignaleerd, was zijn toespraak in de eerste plaats gericht op het Franse belang. Zoals altijd, inderdaad. Dat de landbouwsubsidies vervolgens grotelijks ongemoeid bleven kan gezien worden als een succes, maar toch niet meer dan een Pyrrusoverwinning. De kleinschaligheid van de Franse landbouw is al jaren een groot probleem dat ééns moet worden aangepakt. Maar zolang ook de periferie tegen dergelijke problemen aanhikt, heeft het voor Parijs – ten onrechte – geen hoge prioriteit.

Het Franse tekort zal dit jaar naar verwachting mogelijk het gestelde doel van een tekort van 4,5% kunnen halen (3%? Wâh bedoelu?). Maar daarbij moet worden aangetekend dat dan alles goed moet gaan, hetgeen onwaarschijnlijk is. Onder andere moet de geprognosticeerde economische groei van 0,8% worden gehaald, terwijl het IMF schat dat het niet hoger zal zijn dan 0,3%, wat al rijkelijk optimistisch lijkt. 0,3% Groei betekent echter dat het tekort een kwart procent GDP hoger zal zijn. De Franse Rekenkamer stelde deze week dan ook vast dat de regering teveel rekent op extra inkomsten uit belastingverhogingen, en daarin zal worden teleurgesteld. Iets dat intussen in de rest van de wereld als logisch wordt gezien, maar wat Frankrijk zelf wenst te gaan ontdekken, zo lijkt het.

Het laatste nieuws is vandaag dat Frankrijk alle contante betalingen hoger dan €1000,- verbieden gaat voor mensen met de Franse nationaliteit. Dit in een poging om belastingontduiking tegen te gaan, en in 2013 voldoende inkomsten zeker te stellen. Het alternatief – bezuinigen – durft de socialistische regering niet aan, bang als zij is haar populariteit (?!? zie ook hierboven!) te verliezen. Dat premier Ayrault met een dergelijke wanhoopsdaad probeert het tij te keren voorspelt niet veel goeds voor zijn politieke toekomst.

-/-/-/-/-

 

Eerder verschenen op Dagelijkse Stanaard.