DE WERELD NU

De verschuiving van collectief naar individueel

collectief

Sinds de Hoge Middeleeuwen is er een behoorlijke verschuiving geweest van collectivistisch naar meer individualistisch. Van collectief naar individueel. Ik kreeg daar van een historisch geschoolde vriend een mooi juridisch voorbeeld van dat, voor zover ik weet, niet eerder iemand was opgevallen.

Iets wat juristen die het oud vaderlands recht bestuderen steevast onderkennen is het gebrek aan onderscheid dat in de middeleeuwen gemaakt werd tussen publiek en privaat recht. Publieke rechten en daarmee samenhangende verplichtingen konden vererven en verhandeld worden alsof het privé eigendommen waren. En dat waren het in feite ook.

Wat minder algemeen onderkend wordt is dat de rechten die mensen hadden, ook hele gewone privé rechten, als die van een vrouw op haar bruidsschat, een publiekrechtelijke functie hadden, dat wil zeggen: niet privé, maar qualitate qua werden verkregen en gehouden.

Dat speelde een rol in de kwestie van de bruidsschat van Maria van Hongarije. Zij was een zuster van Karel de Vijfde en van Ferdinand van Oostenrijk. Zij trouwde met Lodewijk de Tweede van Hongarije en Bohemen. Hongarije was een belangrijke bondgenoot van de Habsburgers tegen de Turk. Het huwelijk en de bruidsschat waren bedoeld om het bondgenootschap te versterken. Door de nederlaag bij Mohacs raakte Lodewijk zijn rijk en zijn leven kwijt en verloor het bondgenootschap zijn betekenis. De bruidsschat, die toen nog niet was uitbetaald, bestond in hoofdzaak uit landerijen en heerlijke rechten in Oostenrijk. Ferdinand, die Lodewijk in diens bestuurlijke rechten en verplichtingen opvolgde, weigerde de bruidsschat aan zijn zuster over te maken. Daarover werd een beroemd proces gevoerd in meerdere instanties, waarin onze landgenoot Viglius namens Maria een grote rol heeft gespeeld.

De zestiende eeuw was een overgangstijd tussen de middeleeuwen en de moderne tijd en Viglius won. Wij kunnen ons nu nauwelijks nog voorstellen dat er over deze zaak geprocedeerd kon worden, zo zeer leek Maria in het gelijk te staan, maar dat is modern en individualistisch. Was de procedure een eeuw eerder gevoerd dan had Ferdinand waarschijnlijk gewonnen, want de taak waarvoor de bruidsschat was gegeven bestond niet meer of, als U wilt, was bij Ferdinand terecht gekomen. Hij kon uit dien hoofde meer aanspraak maken op het vermogen dan zijn zuster. De verandering die er in dit opzicht sinds de middeleeuwen heeft plaats gevonden is intussen compleet.

Iemand in hoofdzaak behandelen als lid van de groep waar hij toe hoort of als verlengstuk van de taak die hij in de samenleving heeft en niet als individu, is intussen onbehoorlijk geworden, een vorm van discriminatie eigenlijk. Het lidmaatschap van een groep kan iemand niet meer worden tegengeworpen. Hij heeft er recht op in alle opzichten als een individu te worden behandeld.

Maar omdat groepen nog wel steeds bestaan en dat regelmatig ook op negatieve manier manifesteren, kan het heel hinderlijk zijn dat de samenleving er niet meer op ingericht is.

Wie supporter is van Feyenoord en als zodanig mee gaat naar Amsterdam om de wedstrijd tegen Ajax mee te maken, weet dat hij daar uitsluitend als Feyenoorder komt. Toch is dat onvoldoende om verantwoordelijk te worden gesteld als de te verwachten rellen inderdaad uitbreken en men daar bewijsbaar als Feyenoord fan bij aanwezig geweest is. Als bewijs dat men schuldig is aan de rellen is aanwezigheid in de wetenschap van waarschijnlijkheid van de rellen niet genoeg. De fans van Ajax kunnen in een trein zitten die afgebroken wordt op weg naar Feyenoord zonder collectief voor de gevolgen op te draaien. De paar miljoen schade, die de NS leidt door het gebeuren, worden niet door Ajax of haar supporters gedragen maar door U en mij als wij straks de duurdere treinkaartjes betalen.

De NS zou van iedere kapot gestoken bank afzonderlijk moeten bewijzen welke supporter met zijn mes bezig is geweest. Ons strafrecht en in de schaduw daarvan het verhaalsrecht van een gelaedeerde is gericht op individuen. Toch is er bij crimineel groepsgedrag ethisch weinig reden het ene lid zwaarder te bestraffen dan het andere voor wat zij gezamenlijk hebben aangericht.

Toen Mevrouw Joos op het Van der Helstplein door een groep allochtonen geschopt en geslagen werd met dodelijke afloop, omdat zij verdacht werd van winkeldiefstal en ze zich minachtend tegen hen had uitgelaten, toen werden alleen die leden van de groep veroordeeld, die hun aandeel in de lynchpartij bekenden. Dit soort irrelevanties in het recht zijn een gevolg van ons onvermogen om op een rationele manier met groepen om te gaan.


Dit artikel verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp

3 reacties

  1. Jantje schreef:

    Net als die 2 scooter Marokkanen, die iemand dood reden. Die gingen vrijuit omdat de rechter niet kon vaststellen wie er stuurde.
    Pure waanzin van de betreffende rechter
    Hij/zij kan toch ook de straf door twee delen, plus een paar jaar voor verstoren van de rechtsgang?
    Rechters die zich achter regeltjes verschuilen zijn geen zelfstandig onderdeel van de trias politica, maar gewoon ambtenaar.
    Rechters spreek recht!, namens de slachtoffers. Criminelen zouden minder rechten moeten hebben dan de slachtoffers aangezien zij, in eerste instantie, al geen rekening met de rechten van hun slachtoffers rekening hebben gehouden.

  2. Cool Pete schreef:

    Het individu is een schepping van de Westerse beschaving.
    Grieks-joods-christelijk.

    Alle ndere culturen kennen dat principe amper.
    Die bestrijden zelfs elk individualisme.

  3. Voight-Kampff schreef:

    Informatief. Dank!