Ethiek en praktijk
Van een bevriende historicus kreeg ik de volgende beschouwing, waarin de botsing tussen ethiek en praktijk wordt belicht.
In de westerse samenleving heeft het humanisme de plaats ingenomen van het christendom. Het humanisme is nu ook het richtsnoer van de politiek.
Tot voor kort meende ik dat humanistische politici hypocrieten waren. Ze zeiden het een en deden het ander. Maar het probleem ligt ingewikkelder.
“De leer” dicteert hun politieke besluitvorming. De besluitvorming, bijvoorbeeld . betreffende ”het vluchtelingenvraagstuk” leidt tot onmogelijkheden. De politicus staat voor een onoplosbare tegenstelling: onbeperkte toelating op grond van de regels die de humanistische leer voorschrijft blijkt een praktische onmogelijkheid. Waar kiezen we voor? Voor de deugdzaamheid van Klaver? Of voor een onzalig compromis? De oorzaak van dit dilemma ligt in de onvolkomenheden in de humanistische leer. En voor die “onvolkomenheden” sluit men de ogen!
Christus was een wijs man: “Mijn rijk is niet van deze wereld”. Hij zag zijn gedachten als een richtsnoer in een afweging van de “voor en tegens”. Ik kom tot deze interpretatie door de gelijkenissen als bijvoorbeeld die van het kalf en de put tijdens de sabbat.
De geloofsbelijdenis van Nicea en de daaruit voortvloeiende christelijke ethiek plaatsten de kerkelijke machthebbers voor soortgelijke onvolkomenheden. Bestrijding van de ketterij ter behoud van de eenheid is nodig, maar de christelijk ethiek verbiedt die bestrijding eigenlijk. Maar toch, het voortbestaan van de samenleving staat op het spel! Denk aan de jou wel bekende Innocentius III!
Het humanisme en de daaruit voortspruitende ethiek, is net zo min van deze wereld als destijds leer en ethiek van de Kerk van Rome.
Machiavelli en in zijn voetspoor de politieke leiders van Europa hebben afstand genomen van de christelijke ethiek, Realpolitik kwam ervoor in de plaats. Deugdzaamheid was een burgerdeugd maar geen maxime meer voor de staat. Machtsevenwicht was het doel waar na gestreefd werd, indien men vrede wilde handhaven.
De tegenstellingen kwamen aan de oppervlakte in de verlichting! De humanisten propageerden de mens en al zijn positieve kwaliteiten, maar veronachtzaamden zijn onvolkomenheden. Die onvolkomenheden werden wel gezien, maar weggemoffeld. Zorg maar dat er een rechtvaardige samenleving is en dan horen de onvolkomenheden tot het verleden! Gegeven een rechtvaardige constitutie, voldoende bescherming van de rechten van de mens, dan zou een nieuwe en rechtvaardige wereld zich aandienen.
Concluderend: humanisme wekt op tot deugdzaamheid. Voor de meesten van ons is dat alleen maar een streven. Het heeft een plaats naast godsdienstige levensbeschouwingen maar het mag nooit de grondwet vormen van een land en op die manier de politici manier met handen voeten binden.
Tot zover de beschouwing over de heersende ethiek en de eisen van de praktijk. Ik denk dat mijn vriend gelijk heeft. Je kunt geen politiek bouwen op ethiek, christelijk of humanistisch. Politiek vloeit voort uit de eisen van de praktijk. Ethiek wordt daarbij gebruikt voor een marginale toetsing. We doen wat nodig is voor het land, behalve als het ethisch gezien al te gek wordt.
Dit artikel over ethiek verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp.
Meer van Toon Kasdorp vindt u hier.
De meeste mensen deugen, zolang ….
Nogal wat mensen (b)lijken niet te deugen, zodra …
Die Bregman zou z’n huiswerk nog maar n’s aan een nadere beschouwing kunnen onderwerpen …