De onafhankelijke stadstaat
De onafhankelijke stadstaat was kenmerkend voor het Middellandse Zeegebied tot ongeveer driehonderd v.C. toen achtereenvolgens de Macedoniërs na Alexander de Grote en de Romeinen er een einde aan hebben gemaakt.
De Griekse polis stond model voor de staatstheorieën van Plato en Aristoteles, maar zij verdween van het historische toneel tot de tweede helft van de Middeleeuwen, toen in Italië het fenomeen stadstaat opnieuw opdook.
In de preambule voor de nieuw Europese grondwet werd de klassieke oudheid genoemd als een van de wortels van Europa. Daarmee werd waarschijnlijk meer gedoeld op het Athene van Perikles en haar zustersteden dan op het Romeinse keizerrijk, dat overigens wel tot voorbeeld heeft gediend voor de Amerikaanse en later ook voor de Franse republiek[1].
De omvang van de stadstaat was een compromis tussen het aantal mensen dat door de landbouw in de omgeving gevoed kon worden en het aantal mensen dat minimaal nodig was voor de verdediging. Die gegevens waren variabel, omdat bijzondere geografische omstandigheden de verdediging gemakkelijk of moeilijk konden maken, de omgeving vruchtbaar of onvruchtbaar kon zijn en voedsel behalve uit de omgeving ook van overzee kon worden aangevoerd [2].
Aan de Zuidzijde van de Middellandse Zee, in hoofdzaak het islamitische deel tegenwoordig, ontstond in de oudheid een cut throat competitie tussen de kuststeden. Alleen voor zover er tussen hen een affiliatie was, zoals die bestond tussen Carthago in het westen en de moederstad Tyrus in de Libanon, waren er vriendschappelijke relaties. Voor het overige was er maar weinig cultureel verkeer tussen de steden. Dat was heel anders in Griekenland waar een merkwaardige mengelmoes ontstond van vijandschap en camaraderie.
De onderlinge naijver leidde tot verwoestende oorlogen waarvan enkele op grote schaal, zoals de Peloponnesische oorlog en veel vaker tot kleinere. Maar ook een kleinere oorlog kon een enkele keer de verwoesting en verdwijning ten gevolge hebben van een overwonnen stad met verkoop in slavernij van alle overlevenden .
De saamhorigheid tussen de Hellenen kwam vooral tot uiting in de gemeenschappelijke godsdienstige ceremonieën, waarvan de Olympische Spelen deel uitmaakten. Daarnaast ook in de onderlinge hulp tegen vijanden van buitenaf met name in de Perzische oorlogen. De vriendschappelijke onderlinge competitie leidde onder meer tot het ontstaan van de drama’s van Aeschylus, Sophocles en Euripides en de fraaie lyrische gedichten van Pindarus en Sappho. Zij was ook de bron van de bloei van architectuur, de beeldende kunsten en de filosofie.
Het succes van handelssteden als Athene en Korinthe doorbrak het dynamische evenwicht dat de steden van Griekenland vanouds klein en bestuurbaar had gehouden. Die steden werden groter en tegelijk ook kwetsbaarder. De afhankelijkheid van de onderlinge handel werkte de vorming in de hand van grotere rijken, waarin handelsroutes gemakkelijker te verdedigen waren. Wereldrijken als die van Alexander en van Rome maakten de onderlinge competitie en oorlogen overbodig, maar doodden ook de burgerzin en de initiatieven waaruit de culturele ontwikkeling was ontstaan die Griekenland had groot gemaakt.
Rome was in wezen een vergroot Sparta, een stadstaat die uitsluitend op oorlog en verovering was ingericht. Voor het regeren van een rijk dat het in hoofdzaak van vreedzame economische activiteiten moest hebben was het eigenlijk maar pover uitgerust. Dat het Romeinse rijk het niettemin zolang heeft uitgehouden ligt aan twee omstandigheden, die de autonomie van steden en regio ’s bevorderd hebben.
Dat was het bestaan van het Romeinse recht en de kleine, maar goed georganiseerde militaire macht die in feite de politie was die waar nodig dat recht kon afdwingen. Daarnaast was er de onmogelijkheid om met de beschikbare communicatiemiddelen een top down organisatie op peil te houden die zo kenmerkend was geweest voor andere grote rijken uit de Oudheid.
De zelfstandigheid en het succes van grote handelssteden als Alexandrië en Antiochië had zeker te maken met het feit dat zij ver van Rome aflagen. Zij konden door het centrale gezag niet in detail worden bestuurd en moesten wel grotendeels op eigen initiatief handelen. Zowel zelfstandigheid als succes werden minder toen de hoofdstad van Rome werd verplaatst naar Byzantium. Op de lange duur heeft de verlammende werking van het centrale gezag de welvaart in het hele Romeinse rijk ondermijnd .
Onderlinge concurrentie tussen kleine en daarom bestuurbare staatkundige entiteiten, die toch in een gemeenschappelijke cultuur met elkaar verbonden zijn, zodat er voldoende cohesie is, levert de beste voorwaarden voor culturele en economische ontwikkeling.
Wat heeft een dergelijke historische terugblik te zeggen over het streven naar eenwording in Europa? Misschien dit.
De Europese Unie dient al haar aandacht te richten op het scheppen van voorwaarden voor intensief onderling verkeer tussen de lidstaten, met behoud van ieders eigen identiteit en een zo groot mogelijke zelfstandigheid en zou zich verre moeten houden van het opleggen van dwingende voorschriften als die niet door de omstandigheden geboden en om die reden ook voor iedereen acceptabel zijn. Voor de hervorming van de Europese instellingen zou dit uitgangspunt de volgende consequenties hebben.
De Unie zou woorden als constitutief verdrag en grondwet moeten vermijden, omdat die ten onrechte het beeld oproepen van een autonome en door de inwoners gelegitimeerde staat. De Unie is een douane-unie en een samenwerkingsverband sui generis. Geen Verenigde Staten van Europa. Zij zou dat alleen kunnen worden ten koste van de bestaande nationale staten.
Geen van die landen wil dat werkelijk. De EU zou een analyse moeten maken van de probleemgebieden waar samenwerking tussen de lidstaten essentieel is en haar werkzaamheden tot die gebieden moeten beperken. De Unie kan groot nut hebben als een lichaam met een niet-hiërarchische organisatie, die dienstbaar is aan haar leden. Een streven naar federale staatsvorming staat het goede functioneren van de Unie in de weg.
- Boven die preambule stond oorspronkelijk een citaat uit Thucydides, waarin de Atheense democratie werd geprezen.
- Het graan waarvan Rome leefde kwam na de Punische oorlogen vooral van Sicilië, na de tijd van Caesar vooral uit Egypte (noot van Red)..
Dit artikel over belang en tijdperk van De Onafhankelijke stadstaat verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp.
Meer van Toon Kasdorp vindt u hier.