Sluys over Herman Bianchi
Kees Sluys heeft over zijn boek ‘Herman Bianchi en zijn levenslange strijd voor gerechtigheid’ het volgende laten optekenen:
Een leven lang vocht Herman Bianchi (90), oud-criminoloog aan de Vrije Universiteit, tegen het onheil van opsluiting. Gevangenisstraf gaat naar zijn idee op geen enkele wijze misdaad tegen en is daarmee niets anders dan het bestrijden van kwaad met kwaad. Zijn opvattingen baseert hij voor een belangrijk deel op zijn eigen ervaringen in het concentratiekamp Amersfoort in 1944. Uit een rij spraakmakende criminologen als Willem Nagel, Wouter Buikhuisen[1], Jac. van Weringh en C.I. Dessaur (alias Andreas Burnier) was Bianchi de meest radicale. Hij pleitte voor afschaffing van het strafrecht en van detentie, en brak een lans voor een dialoog tussen dader en slachtoffer. De kritiek op zijn denkbeelden was heftig, maar zie daar: het herstelrecht begint langzaamaan door te dringen.
Samen met Hulsman was Bianchi in zijn tijd een fervent voorvechter van het afschaffen van het strafrecht. Hij nam waar dat vooral jonge mensen als regel slechter uit de gevangenis kwamen dan ze erin gingen en trok daar de conclusie uit dat we het beter zonder strafrecht zouden kunnen stellen.
Han Voskuil, de belangrijkste Nederlandse schrijver na Huizinga schreef heel negatief over deze Bianchi, die in Voskuils boek Het Bureau Ravelli wordt genoemd.
Het is waar dat Voskuil nogal kwistig was met het signaleren en beschrijven van menselijke fouten. Zijn collega’s op het Meertens instituut waren geen van allen hoogvliegers en het is begrijpelijk dat de slachtoffers van Voskuils kritiek zelf daar wat anders tegen aankeken dan de schrijver. Toch wordt zijn beschrijving nergens kwaadaardig. Integendeel, de personen komen er in het algemeen best aardig uit of worden in elk geval met veel sympathie beschreven.
De paar uitzonderingen daarop, waaronder Herman Bianchi, lijken dan ook terecht Voskuils doelwit geworden. Om die man sympathiek te beschrijven zou men de waarheid geweld aan moeten doen. Dat normen en waarden alleen in stand blijven als de samenleving de overtreders straft zag Bianchi niet.
Hij was een van de criminologen uit zijn tijd die geen idee meer bleken te hebben waar strafrecht voor diende en hij had daarom nooit hoogleraar in dat vak moeten worden. Ik had vijftig jaar geleden een zwager, die bij Bianchi promoveerde en die me op de hoogte hield van wat hij met die man meemaakte. Toen ik later Het Bureau van Voskuil las herkende ik de Ravelli daaruit moeiteloos.
Strafrecht zoals Hulsman en Bianchi dat zagen was inderdaad een onzin-vak geworden. Strafrecht dient helemaal niet voor de verbetering van de dader, zoals Bianchi dat hebben wilde. Strafrecht dient ervoor om mensen te laten zien dat misdaden niet geaccepteerd worden. Daarom horen plegers van misdrijven die gepakt worden publiekelijk te kijk worden gesteld en aan den lijve te ondervinden dat wat ze gedaan hebben niet kan.
De gedachte dat Bianchi zijn leven lang gestreden heeft voor gerechtigheid is een grove misvatting. Hij heeft geprobeerd de mensen wijs te maken dat strafrecht geen zin heeft en daarmee een ernstige poging gedaan om de samenleving te ondermijnen.
- Wouter Buikhuisen is door Kees Schuyt en Hugo Brandt Corstius kwaadaardig de grond in geschreven en heeft als gevolg daarvan zijn hoogleraarschap opgeven. Hij heeft zijn carrière beëindigd als hulp van zijn vrouw in haar antiekwinkeltje. Hij hoort dus zeker in dit rijtje niet thuis. Ik kan me niet herinneren dat Bianchi ooit iets positiefs over Buikhuisen heeft gezegd.
Dit artikel over Herman Bianchi verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp.
Meer van Toon Kasdorp vindt u hier.