Klassieke muziek is eigenlijk iets uit het verleden. Dat was ook al zo toen ik nog jong was, op de middelbare school in de vroege vijftiger jaren. Wij werden door de school naar Jeugd en Muziek gestuurd en eerder al door onze ouders naar de muziekschool om klassieke muziek te leren, maar zelf speelden we jazz en we luisterden naar Charlie Parker en Dizzy Gillespie.
Ik weet niet of ik Poulenc zo zou hebben gewaardeerd in die jaren. Ik denk eigenlijk van niet. Je moet veel naar muziek geluisterd hebben om te begrijpen wat hij doet en dat had ik toen nog niet, geen klassieke muziek in elk geval, met één uitzondering. Klassiek was voor ons op de middelbare school Johann Sebastian Bach. Beethoven, Mozart, Schubert en zo, dat was iets voor onze ouders, maar Bach vonden wij wat.
Ik had ooit sopraan gezongen in de Mattheus Passion en daar goede herinneringen aan. Met de jazzmaatjes op het gymnasium luisterden we naar stukken als Ein musikalisches Opfer. Dat sprak ons aan. Bach had dat gecomponeerd om indruk te maken op de Pruisische koning Frederik, die de werkgever was van een van zijn zonen, Carl Philipp Emanuel. Het is een zesstemmige fuga, daar gaat het je van duizelen.
De romantiek resoneerde bij ons niet zo maar Barokmuziek wel. Niet alleen Bach maar ook Telemann. Händel weer niet zo, maar wel Buxtehude, Vivaldi, Monteverdi en een paar andere Italianen.
Waarom dat zo was heb ik nooit zo goed begrepen, maar klassieke muziek hebben we leren waarderen min of meer in de historische volgorde. Te beginnen dus met Gregoriaans en Barok. Later pas kwamen Haydn, Mozart en de romantische componisten. Opera kwam bij mij nog weer later. Ik had wel vriendjes die er gek op waren, maar zelf zag ik er niet veel in. Twintigste-eeuwse muziek wel. Bela Bartok, Shostakowitch, Prokofiev en andere Europese meesters van achter het IJzeren Gordijn. Uiteindelijk ook dus de Fransman Poulenc en de Zwitser Honegger. Poulenc blijf ik iemand vinden om van te houden.
In het Concertgebouw is er ooit een richtingenstrijd geweest tussen de Duits georiënteerden onder aanvoering van Mengelberg en de notabele en meer francofiele Amsterdammers. Een wat vreemde tweedeling, want de Francofonie heeft in de moderne tijd maar een handvol componisten voortgebracht en het Duitstalige gebied hele volksstammen. Een vergelijk dus tussen De Reus en Klein Duimpje, maar dat wil niet zeggen dat er geen goede Franstalige componisten zijn
Dit artikel over Klassieke muziek verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp
Meer van Toon Kasdorp vindt u hier.
In mijn tijd als piano student heb ik geen goede herinneringen aan de fuga’s van Bach. Maar iemand die verantwoordelijk is voor de Mattheus en Johannes passion is absoluut een genie. Onder dat begrip vallen wat mij betreft dan ook Debussy, Ravel, Saint Saëns, Faure, Bizet, Widor, Vierne, Wély en Satie. Deze Fransen hebben geniale muziek voortgebracht en hebben zeker de status van reuzen in de componisten wereld. De achterstand tov de duitse romantische periode hebben ze als impressionisten zeker ingehaald en meer dan goed gemaakt.