DE WERELD NU

Het op een na meest gelezen boek

Euro, kabinetsformatie2021, meest gelezen boek

Toon Kasdorp over het ooit zo rijke Roomse leven, en hoe het op één na meest gelezen boek uit de 15e eeuw daarin paste.

‘Over de Navolging van Christus’ in de Latijnse versie, was in de eerste honderd jaar na de uitvinding van de boekdrukkunst het op een na meest gedrukte boek in Europa. Van alles, wat in Nederland geschreven is, is het waarschijnlijk nog steeds het meest herdrukt. De schrijver Thomas a Kempis, die er misschien teksten van Geert Grote voor heeft gebruikt, is in het buitenland een van de meest genoemde en geciteerde Nederlanders[1]. Toch zullen niet veel mensen uit onze tijd van het boek gehoord hebben of de naam van de schrijver kennen.

De Moderne Devotie, de geestelijke stroming waar het boek uit voort kwam, was een voorloper van het protestantisme. Maar net als Franciscus van Assisi, die ook een criticus was van het geloof, bleven Geert Grote en zijn volgelingen binnen de Kerk. De kloosters van Windesheim van De Broeders van het gemene Leven, de lekenorde die de Moderne Devotie uitdroeg, hebben een grote invloed gehad op het geestelijk klimaat in het Noorden van Europa, met name in de tijd van Erasmus, het begin van de zestiende eeuw.

Omdat de orde binnen de kerk van Rome bleef zijn haar kloosters bijna zonder uitzondering later door de geuzen in brand gestoken en vernietigd. Erasmus zelf heeft in Deventer in het klooster van Geert Grote op school gezeten. Hij was priester en de zoon van een priester[2], al heeft hij zich nooit effectief met de zielzorg bezig gehouden.

Wie mij volgt zal niet in duisternis verkeren[3]. Deze woorden van Johannes 8-12 vormen het begin van De Navolging van Christus en daar slaat ook de titel op. Het is een oproep om de theologie en de kerk te laten voor wat zij is en het leven van Jezus van Nazareth zoals dat bekend is uit het Nieuwe Testament tot leidraad te nemen voor het eigen leven. Dat is wat Spinoza twee eeuwen later zei: kijk niet naar de tijd en plaatsgebonden aankleding, vergeet de kerkelijke ballast en concentreer je op de ethische kern[4].

Dit was in de tweede helft van de zestiende eeuw de inhoud van het geloof van veel gewone Nederlanders, in de periode dat niemand nog de scherpe scheiding tussen protestanten en katholieken maakte die er later is gekomen. Een hekel aan de uitvreters die ons vanuit Rome werden gestuurd had eigenlijk iedereen, maar nogal wat van onze voorouders bleven katholiek omdat ze aan de liturgie en de katholieke leefgewoonten gehecht waren.

Om die reden was de verwarring in het begin van de tachtig jarige oorlog hier groot. Iedereen was tegen Alva en zijn Spanjaarden. De genocidale verwoesting van Naarden en Zutphen was de belangrijkste oorzaak van de volkswoede. De opstandelingen in Zeeland en op de Zuid-Hollandse eilanden en ook in de kop van Noord Holland waren in grote meerderheid gewoon gelovige mensen net als hun ouders.

Van de calvinistische geuzen, grotendeels zuiderlingen trouwens, moest die meerderheid evenmin iets hebben als van de Spanjaarden. De geuzen waren het mindere kwaad, maar niet eens zo veel minder dan de Spanjolen. Eigenlijk was er hier niet zoveel verschil tussen protestanten en katholieken in die dagen. Beiden hadden meer met de navolging van Christus dan met de pracht en praal van het pauselijke hof in Rome.


  1. Thomas Hèmerke, uit Kempen bij Krefeld was een Rijnlander, maar de term Nederlander is sowieso een anachronisme in de veertiende en vijftiende eeuw. Hèmerke zou iedere Keulenaar of Roermondenaar uit mijn jonge jaren herkennen als het verkleinwoord van hamer en de naam duidt op een familie van metaalbewerkers.
  2. We kunnen ons nu niet meer voorstellen wat voor een schande het was in de zestiende eeuw om als ‘de zoon van een priester’ door het leven te moeten. Maar Erasmus heeft er zijn hele leven last van gehouden en het is een van de redenen waarom hij later weinig meer in Nederland kwam. In Engeland en het protestantse Bazel had hij er waarschijnlijk minder last van dan in Rotterdam of Deventer.
  3. Qui sequitur me non ambulat in tenebris dicit Dominus. Hæc sunt verba Christi, quibus admonemur quatenus vitam eius et mores imitemur, si volumus veraciter illuminari, et ab omni cæcitate cordis liberari. Summum igitur studium nostrum, sit in vita Jesu meditari uisternis (1). Dit zijn woorden van Jezus Christus, waardoor Hij ons aanspoort, Hem in zijn leven en deugden na te volgen, indien wij waarlijk verlicht willen zijn, en verlost van alle blindheid des harten. Dat dus onze voornaamste zorg zij, het leven van Jezus Christus te overwegen.
  4. Wat weinig christenen beseffen is dat ook de prediking van Mohammed een vroege poging was om terug te keren naar de kern van de leer van Jezus van Nazareth. De bijzondere omstandigheden waarin Mohammed verkeerde, met name de uiterst gewelddadige omgeving van de Arabische woestijn, hebben andere aspecten van zijn leer op de voorgrond geschoven, maar de joods-christelijke leer van veel overbodige ballast ontdoen was beslist de oudste kern.

Dit artikel over het één na meest gelezen boek verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp

Meer van Toon Kasdorp vindt u hier.

2 reacties

  1. Willie schreef:

    Tja er was ook een man die het wel al wist tien jaar geleden.

  2. Gerrit Joost schreef:

    @ Willie – Zo, dat is raak! Dit filmpje kan niet vaak genoeg worden gedeeld.