Het gelijk van Pim Fortuijn
Het gelijk van Pim Fortuijn kon je vinden in zijn kritiek op het beleid van Paars en de twee of drie kabinetten Lubbers die er aan voorafgingen. Die kritiek werd in begrijpelijke taal onder woorden gebracht en sneed op bijna alle punten hout, ook als hij niet meteen een uitgewerkt alternatief klaar had liggen.
Meer dan de meeste politici in de gaten hebben zit het mensen dwars dat over problemen waar zij dagelijks mee te maken hebben in Den Haag alleen versluierend gesproken wordt, behalve toen door Pim en nu door Wilders. Er was tussen die twee overigens een belangrijk verschil. Voor Wilders hebben de gewone mensen respect, maar van Pim hield men.
Mensen begrijpen best dat het niet simpel is om de problemen op te lossen die de komst naar dit land van twee miljoen niet-westerse allochtonen hebben veroorzaakt. Maar ze willen dat de problemen serieus worden genomen en niet weggewoven. Nederlanders zijn geen agressief volk en voor acties tegen allochtonen hoeft nog steeds niemand bang te zijn, zolang homoseksuelen, joden en overspelige vrouwen maar niet gestenigd worden hier.
De bezwaren van Pim Fortuijn[1] waren niet beperkt tot het allochtonenbeleid. De overheid heeft het op meer punten laten afweten.
Natuurlijk kunnen de taken van de overheid niet allemaal worden overgenomen door het bedrijfsleven en dat beweert ook niemand. We menen met zijn allen wel dat grote bureaucratieën de neiging hebben de verdrinken in zelfgeschapen papiermoerassen en dat daar van tijd tot tijd wat aan gedaan zou moeten worden. Ook zou het geen kwaad kunnen als de overheid zich wat meer zou concentreren op haar kerntaken en af zou blijven van wat net zo goed door anderen kan worden gedaan.
Dat moet dan niet op een ideologische manier gebeuren, zoals in Engeland onder Thatcher: private good, public bad, maar meer op basis van de praktische merites. Het heeft geen zin om taken te privatiseren als daar geen markt voor is of om een publieke dienst privatiseren die een ondernemer een monopolie verschaft. Daar wordt het slechter en niet beter van.
Dat en de primitieve manier waarop door de overheid wordt bezuinigd, (eerst de organisatie op orde, dan nieuw geld) waren de wezenlijke punten van kritiek van Fortuijn en daarin had hij gelijk. Het was tijd dat ze wakker werden daar in Den Haag en als dat ooit nog eens gebeurt zullen ze die man met terugwerkende kracht nog dankbaar zijn.
- Ik krijg wel eens het verwijt dat ik de man Fortuijn noem en niet Fortuyn, zoals hij zich zelf noemde. Ik doe dat als een vorm van compromis. Zijn vader en verdere mannelijke voorouders noemden zich Fortuin en waren mandenmakers.
Dit artikel over Pim Fortuijn verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp.
Meer artikelen van Toon Kasdorp vindt u hier.