Helden en hun noodlot
Toon Kasdorp beschrijft zijn attitude tegenover de schrijfsels van Fantasyschrijfster Robin Hobb, aan de hand van de ‘helden’, die haar boeken domineren.
Een held is iemand, meestal een man, die belangrijke dingen doet onder moeilijke omstandigheden en aan die taak voorrang geeft boven het eigen lijfsbehoud. Wat de held moet doen en dat hij het zal doen staat meestal van te voren vast. Het is niet nodig dat hij er zelf van op de hoogte is. Een held wordt bij de hand genomen door het noodlot. Daarom komen helden ook meer voor in fictie dan in de werkelijkheid en wordt iemand in de werkelijkheid alleen achteraf een held.
Een held is ethisch en heeft plichtsgevoel. Hij beschermt de zwakken en bestrijdt het kwaad. Hij is betrouwbaar. Of hij zijn taak verricht door uitzonderlijke competentie of door puur geluk doet er weinig toe, als het maar gebeurt.
Meestal zijn helden tamelijk één-dimensionaal van persoonlijkheid en vind ik ze nogal saai. Sommige schrijvers zien dat gevaar en geven hun helden bewust een normaal menselijk karakter mee. Meestal is dat geen echte oplossing. Een normaal mens is geen held. Is hij het wel en blijft hij dat, dan houdt hij snel op een normaal mens te zijn. De enige manier waarop het kan is dat de held van zich zelf niet weet dat hij anders is dan anderen. Geen held dus in eigen ogen.
Robin Hobb, die een schrijfster is van SF[1], heeft een redelijk geslaagde poging gedaan haar hoofdpersoon Fitz Chivalry Farseeer een reëel karakter mee te geven, al is hij dan voor de lezer toch een held.
Dat is een van de redenen waarom de serie waarin hij de hoofdrol speelt zes dikke boeken lang is. Dat gaat niet zo maar. Een gerichte fysieke en lastige en ongelukkige jeugd blijkt een voorwaarde. De vasthoudendheid die een held nodig heeft en een zekere onverschilligheid tegenover alle levensbedreigende ongevallen die hem overkomen is nodig om het heldenkarakter vorm te geven.
Gehechtheid aan het eigen leven vanwege het genoegen dat dit biedt zou een handicap zijn geweest. Aardige mensen zijn helden daarom niet. Dat hoeft ook niet. Bewonderenswaardig moeten ze zijn, maar dan zonder dat zelf zo te zien, want dan worden ze onverdraaglijk. De enkele vriendschappen die de held heeft zijn forever en de wederzijdse loyaliteit gaat diep.
Wat Robin Hobb zo knap gedaan heeft is om de heldendaden een zekere vanzelfsprekendheid geven voor de held zelf en hem immuun te maken voor de bewondering van zijn omgeving. Hij ziet wat hij doet als gewoon en groot vooral de eigen fouten uit. Als zijn omgeving hem ondanks dat blijkt te mogen is hij daar oprecht gelukkig mee. Bewondering vindt hij lastig.
Wat Hobb heel goed ziet is de noodzaak van discipline voor de held. Een held die zich niet aan de regels houdt wordt al vlug een crimineel en dat is contradictoir. Haar held gaat prima om met zijn eigen mythe en is zich steeds van het verschil met de (boeken)werkelijkheid bewust. De magische en andere sf elementen, die de gewone werkelijkheid geweld aandoen neem je vlug op de koop toe. Ze horen tot de vrijheid die de schrijver zich kan permitteren, als hij die elementen maar consistent hanteert en dat doet zij.
Wat ze ook goed ziet is dat er voor een held geen plek meer is in vredestijd en dat er een natuurlijke manier moet worden gevonden om hem in zulke periodes van het toneel te laten verdwijnen op straffe van verlies van status.
Zoals elke goede romanschrijver verstaat Hobb de kunst om gebeurtenissen te laten spreken over mensen. Ze zegt niet wat iemand volgens haar is, ze laat het zien. Ze gebruikt het verhaal om de psychologie van haar personen vorm te geven. Voor de noodzakelijke detaillering hanteert ze, heel verstandig, kennis en ervaring uit een werkelijkheid, waarmee ze zelf vertrouwd is. Voor haar zijn dat kleren en meubels, meer dan wapens of gereedschappen. Ze beschrijft wel een mannenwereld, maar vanuit de ervaring van een vrouw die op mannen gesteld is, wat mannen misschien iets te veel en de vrouwen in het verhaal eerder te weinig glamour geeft.
De zes delen zijn leesbaar en boeiend. Of de hoofdpersoon nu in alle opzichten een overtuigend karakter heeft kan betwijfeld worden, maar hij heeft het zeker meer dan de gemiddelde held. Als poging om de lezer te overtuigen van het fenomeen is de serie wel geslaagd. Hoed af dus voor Robin Hobb!
- Technisch wordt dit genre ook wel Fantasy genoemd, of Sword & Sorcery. Dat waren vroeger subgenres van SF, maar de rollen lijken sinds circa 1980 te zijn omgekeerd.
Dit artikel over helden verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp.
Meer van Toon Kasdorp vindt u hier.
Andere aanrader: C.S. Friedman, Koudvuur trilogie, leuke morele en ethische dilemma’s voor de goed uitgewerkte personages, zowel held(en) als slechterik(ken).